Ok, we zijn met z’n vieren naar Parijs geweest. Dit was om eens een prachtig mooie “Fruit de Mer” te eten. We gaven deze 24 uur durende beleving in de lichtstad Parijs de naam “One night in Paris”. Tijdens de terugreis leek het ons alle vier een goed idee om dit voort te zetten. Niet altijd Parijs maar gewoon een leuke gezellige stad waar we dan lekker gaan eten en drinken. Maar dat was maart 2015. Het is nu januari 2016.
Ronald en ik hadden het idee opgevat om voor Jochem zijn verjaardag iets leuks te verzinnen. We haken Robbie aan en boeken een leuk hotel in Brugge. Deze mooie stad is op 2,5 uur rijden en biedt vele leuke restaurantjes in de knusse binnenstad. Alles geregeld en we hebben weer wat leuks om naar uit te kijken. Maar ja… die Gak weet van niets… en dat houden we ook zo tot 16 januari, de dag van vertrek. Haha. Met Daan regel ik dat die datum wordt vast gezet, zodat er niets in de weg staat voor een mooie avond in Brugge. We zullen gaan dineren bij een Bib Gourmand restaurant wat op loopafstand is van ons hotel. Kurt’s Pan is een tip van mijn oud collega van de KvK.
Vrijdag 8 januari bezorg ik, als een klein steekje onder water, twee biertjes op de Vosmaerlaan. Gak snapt hier uiteraard -zonder begeleidend schrijven- niets van en Daan speelt ons toneelstukje vrolijk mee. We zijn officieel begonnen.
Zaterdag 16 januari, iets voor negen uur in de ochtend. Robbie komt me halen en dan rijden we door naar Ronnie. Dan is het nog maar een kort stukje naar Gak. Haha. De enige die nog van niets weet, maar wel over een klein uurtje met ons in de auto zit naar België. We bellen aan en hij komt verbaasd de deur open doen in zijn ochtendjas. “Wat komen jullie doen?” “Ik ga niet trouwen hoor.” Robbie zegt vervolgens: “Wie is er bijna jarig???” Gak, nog steeds niet helemaal op aarde, steekt zijn vinger op. “Dan heb je een half uur om je klaar te maken!” zegt Robbie. We lopen naar binnen, geven Daan en Hidde een dikke knuffel en drinken een lekker bakkie. Als ik er nog overheen kom met de opmerking dat hij ook zijn tas moet pakken is Gak helemaal het spoor bijster. Na het douchen begint het allemaal te landen, helemaal als hij zich beseft dat eerder hij opnieuw twee biertjes heeft gezien. Nogmaals twee keer die Brugse Zot waarmee ik naar binnen liep. Het kwartje is gevallen.
Op weg naar Brugge hebben we een mooie toeristische route. De navigatie in de nieuwe auto van RD is een uitgebreid ingewikkeld apparaat. Onderweg een beetje kletsen en lachen om de afgelopen ochtend en de voorpret die we hebben gehad. Oh oh wat mooi. Gak kan er wel om lachen. Hij vindt het mooi dat we hem zo ontvoerd hebben. Eenmaal aangekomen in Brugge rijden we de garage in onder het hotel. Tassen op de kamer en de stad in. We hebben wel een beetje trek gekregen, dus tijd voor een lunch.
We vullen de maagjes en tikken een fijne wijn met z’n vieren weg. Het genieten als Bourgondiërs bevalt ons wel. We willen deze lijn doortrekken en vervolgen na de lunch onze weg richting de Halve Maan brouwerij waar ze de Brugse Zot biertjes brouwen en ook de zwaardere Straffe Hendrik. We moeten even in het naastgelegen cafe wachten tot onze rondleiding begint, maar dat vinden we niet zo erg. In de leuke entourage proosten we voor de tweede keer maar nu met een Brugse Zot. Cheers boys! De rondleiding is interessant en de gids vertelt leuke feitjes over het bier en de brouwerij. We komen ook nog op het dak van de brouwerij waar we een mooi uitzicht hebben over Brugge.
Na de rondleiding kunnen we nog een Brugse Zot drinken. Nou vooruit dan maar weer. We lusten ook wel een lekker stukje worst. Met Ronnie proef ik ook nog de 11% alcohol tellende Straffe Hendrik. Heel smaakvol, maar je voelt ook zeker dat dit een zwaar biertje is. Rustig nippen dus.
We lopen na deze biertjes richting hotel om ons op te frissen zodat we flitsend aan het diner bij Kurt’s Pan verschijnen. Het is ondertussen gaan hagelen, regenen en sneeuwen. We komen als vier verzopen katjes aan bij het restaurant aan de Sint-Jakobsstraat. De vriendelijke gastvrouw neemt onze jassen aan en zet ons aan de ronde tafel in het midden. Het kleine restaurant biedt plaats aan 20 personen. Heel intiem dus. Als we net zijn bijgekomen van het natte geweld van buiten komt ze met een mooie fles wijn aanlopen. “Kennen jullie mevrouw van der Laan?” vraagt ze aan ons. “Ja”, zegt Jochem, “die ken ik wel!” Hahah. Die lieve Daan heeft zonder dat wij het wisten contact gehad met het restaurant en biedt ons deze fles aan als aperitief. Wow dat is super. Zo zijn wij naast Jochem ook verrast tijdens onze eigen verrassing voor hem. Hahah. Het eten is heerlijk, genieten met de hoofdletter G. Het vier gangen menu bestaat uit een aantal keuzes:
Kreeft/ ganzenlever / appel / truffe de chine aardappel/ julienne van gerookte Osterschelde paling
***
Sint jacobsnoot / zalf van knolselder /impressie van wintertruffel / crumble van spek
( Indien als 1e voorgerecht +8 € )
***
Kabeljauwhaas/ king-krab/ béarnaise van Bloody Mary/ preimousseline
Als laatste vertrekken we uit de zaak. Bijzonder lekker gedineerd. Aanrader zo’n Bib Gourmand restaurant.
Verstandig als we zijn, we zijn immers allemaal 35+, gaan we nog even kijken in wat barretjes en andere tentjes. Biertje hier, wodka Red Bull daar en afsluiten met een broodje döner met een frisje. Oh oh oh, we leren het nooit, maar het is wel gezellig. Ronnie en ik wanen ons in een aflevering van Bananasplit als er een meisje van in de twintig naar ons toekomt en ons doodleuk vertelt dat ze geen BH aan heeft. Ietwat flabbergasted brengen we het gesprek op gang, maar de dame uit Duitsland spreekt verder bijna geen Nederlands. Man man man, wat een zooitje. Keurig op tijd, rond de klok van 05:00 rollen we de bedjes van het hotel in. Eens kijken hoe we wakker worden, maar dat is voor latere zorg.
Een paar uur later zit mijn biologische klok me weer eens dwars. 08:30 uur -is dus amper 3,5 uur nadat ik in bed gestapt ben- word ik al weer wakker. Bloed irritant, maar niets aan te doen. Ik spring onder de douche en dat doet me goed. Ik verzamel mijn spullen en ga beneden in de lobby van het hotel zitten. Op mijn iPhone neem ik het laatste nieuws door. Als ik klaar ben, komen de mannen ook naar beneden. De frisse lucht die we tot ons nemen als we richting het ontbijt lopen heeft een magische helende werking. In een druk tentje bestellen we thee, koffie, omelet en wat broodjes. Even lekker zitten en de afgelopen avond analyseren. We hebben het super gehad, enorm veel gelachen. Een ouderwets goed feestje. Aan de andere kant beseffen we ook dat het best zonde is na het nuttigen van zo’n fijne maaltijd om dit dat in z’n geheel weg te spoelen met bier. We worden ouder en toch, al is het maar na afloop, iets verstandiger. Het is ook zonde dat we nu niet geheel scherp zijn en kunnen genieten van het moois wat Brugge verder te bieden heeft. Maar goed, we gaan er het beste van maken vandaag. We hebben ook niet een hele zware kater. Het broodje en frisje hebben ons achteraf gezien gered. Na het ontbijt lopen we een rondje over het Begijnhof. Het is fris maar buitengewoon zonnig weer. Het levert mooie plaatjes op.
We vervolgen onze weg richting de winkels om nog een kleinigheid voor het thuisfront mee te nemen. Onderweg komen we het Historium Brugge tegen. Het blijkt een mooi historisch verhaal te zijn in een soort Efteling achtige sfeer. Een verhaal over meester-schilder Van Eyck. Informatief en ontzettend leuk gemaakt. Een uur later lopen we weer naar buiten, maar niet voor we nog een mooi uitzicht hebben meegepakt over het bekende Markt plein.
De meeste winkels verkopen de bekende Belgische chocolade. Dit kopen we dan ook om thuis cadeau te geven. Op naar het hotel om de auto te halen en huiswaarts te keren. Na een klein dingetje met een uitrijmunt kunnen we richting Nederland.
Mannen het was me weer een memorabele ervaring. Fijn dat we Gak op deze ludieke manier hebben kunnen ontvoeren voor “One night in Brugge”.
De dag waar we de afgelopen weken zooo naar hebben uitgekeken, is eindelijk aangebroken: we gaan naar la France! Dit jaar gaan we naar Grimaud, 1300 kilometer ten zuiden van ons, vlakbij Saint Tropez. We gaan met de auto, want Bastiaan zijn geliefde fiets gaat ook mee. Kan hij nog even wat colletjes stuk slaan.
Om negen uur stipt, ok tien over negen, starten de motoren. Via de A27 en de A2, bereiken we België, dan Luxemburg en vervolgens ook Frankrijk. De reis verloopt voorspoedig. Geen files onderweg betekent flink doorkarren! Af en toe stoppen we even om een broodje te eten en te plassen, maar daar hebben we rekening mee gehouden. Lone is superlief. Ze slaapt niet veel, maar ze kijkt iPad of pakt een cadeautje uit die we speciaal voor onderweg hebben ingepakt. Ook oma Ine heeft een paar pakjes voor haar meegegeven, dus ze wordt dubbel verwend.
“Zijn we al op vakantie?”, vraagt ze vanaf kilometer 10 al. We leggen uit dat voor ons de vakantie al is begonnen toen we in de auto stapten, maar daar snapt ze niks van. We vragen haar wanneer het voor haar dan vakantie is. “Morgen.” Antwoordt ze letterlijk. We moeten lachen en vragen het nog een keer, maar dan anders gezegd. Voor Lone is het vakantie als ze lekker kan zwemmen! Dan moeten we inderdaad tot morgen wachten.
We hebben van tevoren al bedacht dat we niet in een keer naar Grimaud rijden, maar dat we rond de 750 kilometer een hotel nemen en de volgende dag de laatste 550 kilometer zullen rijden. We hebben het goed uitgekiend, want als we bijna in Beaune zijn aangekomen, het dorpje waar het hotel ligt, begint Lone het zat te worden. Dan hebben we toch 8,5 uur in de auto gezeten vandaag!
We checken in en zetten de koffers in het kleine, maar prima kamertje. Er staan twee bedden naast elkaar en een stapelbed dwars erboven. Lone wil graag op het stapelbed natuurlijk. Ze gaat tien keer met het trappetje naar boven, gooit Woefa op de grond, en gaat weer naar beneden om ‘m weer te pakken. Of papa schopt ‘m weer omhoog, vanaf zijn bed. Arme hond.
Het deel van Beaune waar wij zitten, is echt gericht op mensen die op doorreis zijn; er zijn alleen hotels en restaurants. We willen ook wat eten natuurlijk, dus we lopen naar het restaurant terrein. De eerste die we proberen, een Italiaans restaurant, serveert pas vanaf 19 uur. Het is nu 18 uur en ik als zwangere moet NU eten, dus dit gaat ‘m niet worden. Restaurant twee is een grill. Er zit nog niemand, maar het ziet er ok uit en hier kunnen we wel meteen eten, dus hupsakee, we gaan hier lekker buiten zitten.
Lone wil graag kipnuggets en Bas en ik nemen een doorbakken burger. Dat gaat er bij ons alle drie wel in na zo’n dag in de auto. De tent begint wat voller te lopen. Een paar meter verderop zit een stel uit Nederland. Lone is er inmiddels bij gaan staan, die zit natuurlijk nog propvol energie na de hele dag zitten. Ze heeft alles al in haar handen gehad wat niet mag en dan beginnen ze; de verhalen over poep en pies, scheetjes , kontjes en boertjes, gevolgd door een luid geschater. We proberen haar zo serieus mogelijk duidelijk te maken dat het niet hoort om dat soort dingen in een restaurant te zeggen. Dat de mensen die aan het eten zijn dan geen honger meer hebben. Tevergeefs. “Pfft”, klinkt het ineens over het hele terras. “Lone!!!” De Nederlandse mevrouw schiet in de lach en kijkt medelevend naar ons. We schamen ons rot. Gelukkig hebben we al betaald en we maken dat we wegkomen. Wat een figuur hebben wij op de wereld gezet. Hopelijk wordt de tweede een kopie van zijn/haar moeder, hihi.
Eenmaal in het hotelkamertje kunnen we niet anders dan op bed gaan liggen, maar dat vinden we niet erg. Het duurt even voordat de kleine draak slaapt, maar zodra we alle lichten uit hebben is het stil boven ons. Dan gaan we zelf ook maar lekker slapen.
zaterdag 22 augustus
Rond zevenen zijn Bas en ik wakker. Lone slaapt tot half acht. Rustig aan gaan we douchen en pakken we de spulletjes weer in voor het laatste stuk van de reis. We vertrekken na het petit dejeuner. Het is inderdaad wel heel ‘petit’; een paar stukjes brood met pasta of jam en een kopje koffie en jus. Vlakbij het hotel zit een bakker, dus we halen hier nog even wat croissants voor onderweg.
Het is negen uur. Nog 550 kilometer te gaan. We moeten het kunnen redden om tegen vieren op de plaats van bestemming aan te komen. Lone valt direct weer in slaap.
Toen Bas een paar weken geleden met Jochem naar de Alpen reed, kwamen ze langs een ‘aire’ (stopplaats langs de snelweg) waar een speelplaats met kabouters en paddenstoelen is gemaakt voor kinderen. Bas heeft aan Lone beloofd om hier even te stoppen, dus dat doen we dan ook. Het is wel dichterbij dan we dachten; we zitten pas een dik half uur in de auto als we de eerste kabouters als zien verschijnen langs de snelweg.
We maken Lone wakker. Het is inderdaad erg leuk gemaakt hier. Overal speeltoestellen in de vorm van paddenstoelen. Veel ouders met kinderen zijn hier gestopt, zodat ze zich even kunnen uitleven. Lone vindt het ook geweldig, ze kan lekker klimmen en glijden, terwijl Bas en ik in het zonnetje genieten van een kopje koffie en een croissant.
Als we weer in de auto zitten, zien we op een matrixbord staan dat er over 13 kilometer een file aankomt. Hmm dat is niet zo fijn. En inderdaad, we lopen een half uur vertraging op doordat we met een slakkengang naar de tunnel rijden die onder Lyon door loopt. Daarna rijdt het weer door. Maar helaas, de tweede file blijft ons ook niet bespaard. Nadat we tussen de middag een plas- en lunch stop hebben gemaakt en weer verder gaan, staat file drie ons al snel op te wachten: ongeluk gebeurd. En als we ergens niet vrolijk van worden, dan is het file. “Bel je moeder even op, misschien krijg je dan weer een lach op je gezicht”, zegt Bas ironisch. Dat doe ik, en het helpt. We hebben dan nog 120 kilometer voor de boeg.
Lone is weer superlief, net als gisteren. Zij vindt het echt geen probleem om in de auto te vertoeven. iPad op schoot, limonade in hand, een snoepje of cadeautje erbij en ze geeft geen kick. Wel vraagt ze nog af en toe of we al ‘op vakantie’ zijn.
Als we bijna bij Grimaud zijn aangekomen, zien we een bord met “Intermarche”. Het is misschien verstandig om nu alvast wat dingen in te kopen voor morgenochtend, dan hoeven we straks het campingterrein niet meer af. Dat doen we dan ook.
Even later, na eerst een paar rondjes verkeerd te zijn gereden, zien we eindelijk een bord met “Domaine des Naїdes”, de naam van onze camping. We rijden het terrein op en parkeren de auto. Het eerste dat Lone ziet zijn het zwembad en twee grote glijbanen. “Gaan we zwemmen papa?!” zegt ze enthousiast. We horen bij de receptie dat het zwembad tot half acht open is en het is nu kwart voor zeven, maar papa heeft beloofd dat ze vandaag nog zouden gaan zwemmen.
We worden naar onze mobile home voor de komende twee weken begeleid door een mevrouw in zo’n golfautootje. Het is bovenop de heuvel, best een eindje van de ingang. Gelukkig dus dat de auto naast het huisje kan blijven staan, want elke dag naar het zwembad lopen zou niet te doen zijn. Het huisje is mooi, hartstikke nieuw. Ik denk dat we een van de eerste bewoners zijn. Er zitten drie slaapkamertjes in, een badkamertje, aparte wc en een leuk keukentje. Dan staat er een eettafel met drie stoelen en een bankje eromheen. Buiten is een houten veranda met een overkapping. Knus hoor.
Als de koffers zijn uitgeladen, pak ik snel een zwempak voor Lone en Bas pakt zijn zwembroek. Snel rijden ze weer naar beneden om nog een duik te nemen. Het is al zeven uur, nog een half uurtje te gaan. Inmiddels begin ik met uitpakken. Een half uur later zijn ze terug. De glijbanen waren al dicht, maar gelukkig hebben ze nog wel kunnen zwemmen. Morgen gaan we weer, belooft Bas.
We hebben geen avondeten gehaald bij de supermarkt, dus we gaan naar het restaurant beneden om een hapje te eten. Lone en ik een pizza en Bas neemt mosselen. Lone speelt een tijdje met een lief hondje van Franse mensen die naast ons zitten. Het hondje geeft haar kusjes. Dat vindt ze eigenlijk wel vies, maar toch zoekt ze hem steeds weer op. Een hondengek is het!
Achter ons zit (weer) een Nederlands stel met een jongetje van een jaar of drie. Als Bas en Lone na het eten nog even naar de speeltuin verderop lopen, en het jongentje met zijn moeder naar de muziek gaat kijken, raak ik aan de praat met de vader. Zij zijn ook vandaag aangekomen en hebben dus ook zo’n last gehad van de file. Hij is hier al eens geweest en raad aan om naar Port Grimaud te gaan, het haventje hier in de buurt. Ook Gorges du Verdon en Saint Tropez moeten we natuurlijk zien.
Eenmaal weer bij het huisje moet Lone snel naar bedje toe, ze is heel moe.
zondag 23 augustus
Om half zeven word ik wakker van wat getik op het dak. Nee toch? Het regent toch niet hѐ? We zijn niet 1300 kilometer naar het zuiden gereden om een bak regen over ons heen te krijgen! Helaas is het toch waar.. en niet zo’n klein beetje ook. Het gaat er steeds harder aan toe. Een half uurtje later is Lone ook wakker. En Bas dus ook.
Bij het winkeltje beneden halen we een broodje voor het ontbijt. Wat zullen we dan gaan doen vandaag, zwemmen zit er nu even niet in. Ik stel voor om naar Port Grimaud te gaan. Als we allemaal schoon en gedoucht zijn, gaan we op pad.
Het is echt super dichtbij. We parkeren de auto en lopen een bruggetje over. Lone ziet een winkeltje waar er van dat drinkbare ijs wordt verkocht. Ze hebben ook roze! Die wil ze natuurlijk! Op hetzelfde plein is ook een markt. Meer een braderie eigenlijk. Er worden zeepjes verkocht en sieraden, tassen en kleren. We kopen een zeepje voor in de keuken in het huisje. En een magneetje. Verderop is er wel een echte markt, met groenten, brood en ander eten. Rondom de markt zitten nog andere winkeltjes en restaurants. Er is hier ook een winkeltje waar we wat ansichtkaarten kopen om namens Lone naar haar vriendinnetjes en opa’s en oma’s te sturen. Aan het einde van de markt begint de haven.
Wat is het hier schattig. Allemaal gekleurde huisjes omringen de haven. Er liggen rondvaartboten te wachten. Het is natuurlijk wel leuk om even een rondje te varen en alle jachten te spotten. Lone vindt het ook een leuk idee. Om half twaalf vertrekt de boot. We varen langs alle gekleurde huisjes en zien een paar flinke luxe jachten. Wauw, je zult maar zo veel geld hebben. Zou zo graag eens zo’n schip van binnen willen bekijken! En die gekleurde huisjes zullen vast ook wel onbetaalbaar zijn. Leuk om te zien.
Als we weer van de boot af zijn, willen we eigenlijk wat eten. Ik kijk bij een normaal uitziend restaurant op de kaart en zie dat ze een tientje voor een crocque monsieur vragen. Hmm, dat vind ik wat overdreven. Lone begint intussen wat te piepen. Ze wil niet meer lopen, moet plassen en is moe. Als we ergens een wc hebben gevonden en hebben geplast, dolen we nog wat rond om te kijken of het ergens iets goedkoper is. Maar Lone wordt er niet vrolijker op en dat heeft ook invloed op het humeur van papa en mama. We besluiten om terug te gaan naar de camping en Lone op bed te leggen. Dan eten we daar een geroosterd broodje. Ook prima.
Eenmaal in het huisje leggen we Lone op bed en nemen Bas en ik een broodje. We hebben ons broodje nog niet op of mevrouw is alweer klaarwakker. Niet te geloven. Het zonnetje is intussen vaag gaan schijnen, dus nadat Lone ook een broodje heeft gegeten, vertrekken we naar het zwembad.
Het is een groot zwembad, 25 meter lang, olympische afmetingen. We zoeken twee bedjes bij elkaar. Ik ga een boekje lezen en Bas en Lone jumpen meteen het water in. Niet snel daarna zitten de eerste rondes op de glijbaan er ook op. Lone wil graag dat ik kom kijken hoe ze van de glijbaan af komen, dus ik ga mee. Ze lopen de trappen op naar boven en Bas zwaait zodra ze gaan. Even later komen ze er keihard aan gegleden. Lone plonst eerst in het water en dan Bas. Wat een vaart zeg! Lone is helemaal door het dolle, zo mooi! Ik kijk ook nog hoe ze van de tweede glijbaan af komen zoeven.
Daarna springen we met z’n drieën in het zwembad. Lone wil haar bandjes af. We leggen haar uit dat dat wel mag, maar alleen als papa en mama erbij zijn. Anders mag ze absoluut nooit haar bandjes af doen. Ze snapt het. Het is grappig dat ze al trappelend best met haar hoofd boven water kan blijven. Ook maakt ze al een beetje zwembewegingen met haar armen. Kleine stukjes komt ze vooruit. Dan gaan de bandjes weer om.
De zon is er weer vandoor dus het wordt een beetje fris. We gaan terug naar het huisje. Achter het zwembad is een take away. Dat is wel een goed idee voor vanavond. Ze hebben zelfs frikadelletjes. Is dat even boffen voor Lone! Als we zijn opgefrist een aangekleed, gaan Bas en Lone samen naar beneden om een salade, twee pizza’s en een frikandel te halen. Ik ga typen!
Na het eten gaat Lone lekker naar bed. Ze is niet zo lekker. Ze is niet vaak ziek of verkouden, maar als ze het is dan klinkt ze gelijk als een zeehondje. Zo zielig. Gelukkig hebben we het puffertje mee genomen. Dat maakt de luchtwegen een beetje vrij. Als Lone erop ligt gaat Bas lekker lezen en ik ga verder met typen. Het regent weer als een bezetene. Voor morgen staat ook nog zo’n bewolkte dag op het programma en daarna schijnt het alleen maar zonnig te worden. Ik hoop het maar.
maandag 24 augustus
Bas staat om kwart voor zeven op om te kijken hoe nat het is buiten. Als blijkt dat het meevalt, trekt hij zijn fietstenue aan en gaat ervandoor voor 2 uurtjes bikkelen door de bergen. Ik draai me nog een keer om. Een half uur later komt zeehondje Lone er aan. Ze wil graag een kopje thee. Arme meis. Ik geef haar ook een puffertje en een neusspray. Het zwembad gisteren heeft geen goed gedaan. Vandaag is het ‘gelukkig’ geen zwembadweer.
Bas komt terug met een stokbroodje en croissantjes. Als hij is gedoucht en we hebben ontbeten, stappen we de auto in richting het strand van Pampelonne.
Het is druk op de weg. Later heb ik pas in de gaten dat we richting Saint Tropez rijden. Ik had inderdaad al gelezen dat de weg hiernaartoe elke dag file heeft. Nou ja, we hebben geen haast.
Het strand is mooi. Het zou nog mooier zijn als het zonnetje op het zand zou schijnen. In plaats daarvan staat er veel wind en zijn de golven ruig. De rode vlag hangt uit. Lone wil graag in het water, maar Bas gaat mee, anders is het te gevaarlijk. Die golven vindt ze geweldig! De tweede ronde neemt Bas zijn GoPro gadget mee de zee in. Kan hij een filmpje maken tijdens het zwemmen.
Na twee uurtjes hebben we een beetje trek gekregen. Links van ons zit Club 55. Het schijnt dat je daar voor een ligbedje 100€ mag neertellen dus een hamburgertje zal ook wel niet goedkoop zijn. Rechts van ons zit een andere strandtent. Laten we het hier proberen. Lone is inmiddels weer een beetje gaan piepen.
We lopen vanaf het strand naar binnen. Het ziet er chique uit en er hangt geen menu. Ik vraag het menu aan een van de medewerkers en kijk erin. Hmm, meloen met ham 20€… Weg hier Bas! Haha. Lone piept ook nog steeds dus we besluiten om de auto in te gaan en te kijken wat we onderweg tegenkomen. Even later zien we een pleintje met wat restaurantjes en een bakkertje in het midden. Hier rijden we op. Even wachten en dan kunnen we parkeren.
De bakker heeft lekkere dingen. Lone en ik nemen een tosti, Bas een soort pizza achtig deeg met tonijn en een croissant met gesmolten kaas. Ondertussen stopt er een dikke Corvette. Een vrouw stapt in met een baguette in haar hand. De man heeft door dat iedereen kijkt en geeft wat extra gas bij het wegrijden. Zij zullen we van zo’n enorm jacht afkomen. Daar waren de jachten van gisteren peanuts bij.
Als we klaar zijn gaan we richting camping. Onderweg maken we nog wel even een tussenstop bij de supermarkt met de naam Casino. Ook hier is het gigantisch druk, alsof alles gratis is. De winkel zelf is echt immens groot. Ik heb volgens mij nog nooit zo’n grote supermarkt gezien. Voordat we dan ook alles hebben wat we nodig hebben, zijn we wel even verder!
Eenmaal weer buiten, lijkt het wel alsof er een wolkbreuk is geweest, overal dikke plassen. Waar hebben we het aan verdiend!
In het huisje frissen we ons lekker op en gaan de rest van de avond relaxen. Lone kijkt Dora. Ik maak een pasta voor het eten.
Dinsdag 25 augustus
Hello sunshine! Je bent twee dagen te laat, maar het is je vergeven!
Als we wakker worden, gaan Lone en Bas voor de eerste keer lopend naar beneden om broodjes te halen. De heenweg gaat prima natuurlijk, maar op de terugweg wil ze het laatste stukje toch wel op Bas zijn nek.
Na het ontbijt maak ik gelijk een broodje gezond om straks als lunch te nemen. De broodjes gaan de koelbox in, samen met een paar flessen water. Als alles schoon is en de tassen gepakt, vertrekken we richting la plage. We nemen er dit keer een in de buurt. Langs de kust zijn parkeerplaatsen gemaakt. Het is wel heel druk. We hebben geluk, want na een tijdje zien we een plekje pal aan het strand. Een Duitser die met zijn auto aan deze plek grenst heeft zijn portier nog open staan. Hij ziet hoe ik probeer in te parkeren maar hij blijft stokstijf zitten met z’n deur open. Ik wenk hem dat hij hem dicht moet doen, anders kan ik er niet tussen. Hij schudt van nee. We mogen er gewoon niet tussen, hij wil de ruimte voor zichzelf houden en het als een soort campeerplek gebruiken ofzo. Maar dat gaat mooi niet gebeuren. Ik prak die Renault er evengoed wel tussen. Wat een eikel. “It is too small” gebaart de dikke Duitser geïrriteerd. Bas stapt boos uit. “It’s not too small!! Close the door! You don’t owe this place!” schreeuwt hij naar hem. Mensen aan de andere kant met een busje aanschouwen het spektakel en uiteindelijk parkeren ze hun busje zelfs een halve meter verder. Zo, nu is het helemaal niet meer too small.
Tot zover de sensatie van de dag. We hebben het heerlijk op het strand. Lone met haar krokodil en emmertje en schepje, Bas en ik met een boekje. Bas en Lone maken ook twee keer een wandeling langs de kust samen. Het zeewater is best fris voor de tijd van het jaar! Zeker omdat het een paar keer flink heeft geregend de afgelopen dagen. Maar wel lekker voor de verkoeling want de zon brandt flink.
Rond vier uur hebben we genoeg zon gehad voor de eerste dag, dus we gaan op huis aan. Wel met een tussenstop bij de apotheek, want Lone hoest nog steeds.
Bij het huisje krijgt ze van Bas een emmer water en zo’n spuitje, zo’n ding voor in het zwembad. De bedoeling was eigenlijk om de plantjes water te geven, maar al gauw is er een hevig watergevecht aan de gang. En Lone is niet degene die begint! Ik word van top tot teen nat gespoten, dus eerst door Bas. Daarna zeg ik tegen Lone: “Maak papa nat!” En wat doet de druif, ze neemt mij onder vuur! Zelfs in het badkamertje ben ik niet veilig. Het water wordt via het doucheraam naar binnen gespoten. Allemaal geleend jongens…
Woensdag 26 augustus
Bas zet de wekker weer vroeg voor een verfrissende ronde op de fiets. Hij is best laat terug, want er waren wat weg opbrekingen in de vorm van zandheuvels op de weg. Hij kwam er later pas achter dat andere fietsers hier gewoon overheen gingen. Ook wordt hij onderweg heel venijnig gebeten door een daas. Bas is altijd de pineut met wespen, muggen en dazen. Ze vinden hem lekker. Hij komt thuis met een rood plakkaat op zijn achterbeen ter grootte van een hand. Het doet best pijn.
Na het ontbijt gaan we naar het zwembad. Er zijn alleen nog bedjes vrij bij het pierenbadje. Daar voelt Lone zich natuurlijk veel te groot voor. Lone wil in het diepe! Toch blijven we hier een paar uurtjes liggen, want anders moeten we met onze billen op de harde stenen liggen bij het andere zwembad. En daar hebben we geen trek in.
Lone gaat met Bas in het diepe en ze komt me even later halen, want papa heeft bedjes gevonden bij het grote zwembad. Prima!
We hebben veel zwem pret. Om en om gaan Bas en ik met Lone van de glijbaan. Het is hoog en je kijkt dwars naar beneden door de trapjes heen. Brrr niet doen!
‘s Middags eten we even een broodje bij het afhaal gedeelte achter het zwembad. En Lone daarna een ijsje. En Bas nog een biertje. En mama een Cola Zero.. snif.
Na het zwembad gaan we boodschappen doen. We gaan naar de winkel waar we bij aankomst ook zijn geweest, want ik kwam erachter dat we dubbel hebben betaald met de pin. Dat willen we natuurlijk terug. De medewerkers die er nu zijn, kunnen ons helaas nu niet het geld teruggeven. Ze vragen of we morgen terug willen komen om 9 uur. Dan is de financiële man er, zegt een meisje. Nou liever niet, maar er is schijnbaar geen andere optie.
Vanavond eten we makkelijk een broodje met een worstje en ander lekker beleg. Als Lone op bed ligt doen Bas en ik een ouderwets potje Rummikub. Dat hoort echt bij de vakantie! Hij wint alleen, dat is minder.
Donderdag 27 augustus
Nou hupsakee, uit bed want om negen uur moeten we weer bij die stomme supermarkt zijn. Eenmaal daar, krijgen we weer de deksel op onze neus. De financiële man zegt dat we het met onze bank moeten regelen. Hij kan niets voor ons doen. Ja, zijn naam opschrijven, voor het geval dat de bank moeilijk zal doen. Nou bedankt hoor eikel!
Als we toch zo vroeg onderweg zijn, kunnen we net zo goed ergens een bakkie gaan drinken. Bas zegt dat er in Grimaud een markt is op donderdag. Kunnen we daar ook gelijk een stokbroodje kopen. We rijden er heen. In twee keer, we rijden eerst verkeerd, helden op de weg dat we zijn.
Grimaud is een superschattig en knus dorpje in de bergen. We krijgen meteen het echte vakantiegevoel als we hier lopen. Bij het lokale bakkertje kopen we twee stokbroodjes voor straks en twee croissants en een chocoladebroodje voor nu. Op een bankje eten we het op.
Een stukje verderop is de markt al. Ook heel knus. Ze hebben naast groenten en kaas ook kraampjes met honing, kleren, hoeden, sieraden en schoenen. Lone krijgt een mooie ring met een vlindertje erop en een roze hoedje. Ik koop een kettinkje met een soort Swarovski steentje aan een doorzichtig koortje. Daarna drinken we buiten een kopje koffie bij een aan de markt grenzend café. Lone drinkt limonade en maakt ons weer te schande door een keiharde boer te laten. Dit wordt nooit een dame hoor.
Nadat we thuis het lekkere stokbrood van de bakker hebben gegeten, gaan we richting het strand. Ditmaal met parasol. Het is heerlijk aan het strand. Bas en Lone gaan net als de vorige keer weer een stukje wandelen. “Op rotsenjacht” noemt Lone het, omdat er stukken bij zijn met rots en dan springen ze van de ene op de andere.
Het is drukker dan de vorige keer op het strand. De ijscoman die om de tien minuten langsloopt (!), doet dan ook goede zaken. Dat kan daarom ook bijna niet anders. Het is bijna zielig voor je kind om geen ijsje bij hem te kopen. Lone neemt Calippo Shots.
Tegen vijven gaan we weer op huis aan. Even rustig douchen en opfrissen. Daarna eten we bij het restaurant beneden. Bastiaan een pizza, ik een enorm bord pasta die heerlijk is, maar ik echt met geen mogelijkheid op krijg. En Lone, je raadt het al, een frikadelletje met frietjes. Ze kan na de vakantie geen frikandellen meer zien denk ik.
Na het eten gaan we snel weer naar boven, naar het kinderanimatie deel van de camping. Er wordt namelijk al de hele dag reclame gemaakt dat er vanavond circus is. Dat vindt Lone leuk! Als we aan komen lopen, staat er inderdaad een circustent. Het animatieteam heeft er werk van gemaakt denken we nog. Als we nog dichterbij komen, zien we dat er een kassa voor de ingang staat. Een kassa? Het circus staat op de camping op het kinderanimatie terrein. Mag je dan niet verwachten dat het bij de animatie hoort en dus gratis is? Blijkbaar niet. Bas en ik kijken elkaar aan. Lone is niet te houden en trekt ons aan onze handen richting het circus. We hebben het er al de hele dag over, dus we kunnen het nu niet maken om niet te gaan. “23€ s’il vous plait”
Lone vindt het gelukkig heel leuk. Ze ligt in een deuk om de hondjes die kunstjes doen. En vooral ook als de hondjes elkaar letterlijk in de haren vliegen of absoluut niet doen wat er van ze gevraagd wordt. Ook de clowns die elkaar slaan zijn een groot succes. Bas en ik liggen ook geregeld in een deuk, vooral om de amateuristische manier waarop sommige acts worden uitgevoerd. Zoals de “illusionisten” die hun trucs uit het jaar 1992 nog maar eens deden. Of een clowntje die een rondje loopt met een lama… meer niet. Een acrobaat die de handstand doet op een wiebelende tafel waarop weer vier wiebelende stoelen staan. Doodeng! Al met al toch een (leed)vermakelijke avond!
Vrijdag 28 augustus
Bas z’n wekkertje gaat weer vroeg. Ik heb niet eens in de gaten dat hij zachtjes het huisje verlaat om een potje te gaan biken. Hij komt thuis met een broodje en met nog een ander souvenir: Hij is weer te pakken genomen door een daas. Voor vertrek heeft ie z’n hele benen en armen ingesmeerd met Deet, maar niet z’n enkels. En ja hoor, uitgerekend door zijn sok heen wordt ie gebeten! Het lijkt wel of er een ei op zit, alsof hij er een trap tegen aan heeft gehad met voetballen. Arme Bas..
We willen vanmorgen eigenlijk naar de markt en een kopje koffie gaan doen in Sainte Maxime, maar we zijn zo extreem langzaam bezig met niksen, dat het al best laat is. We besluiten om naar het zwembad te gaan en verder te gaan met niksen. Daar is het vakantie voor nietwaar.
We vinden een plekje in de schaduw dus dat is fijn. Als Bas even bij een struik gaat zitten komt er meteen weer zo’n bijter op hem af. Het is niet te geloven. Hij bijt wel, maar gelukkig niet goed, want er ontstaat geen plakkaat, zoals bij die andere twee beten. Misschien omdat Bas het meteen koelt in het zwembad. Wat een rotzakken zijn die dazen zeg.
Als we na de lunch terugkomen bij het zwembad, hebben ze een soort speelkussen in het zwembad gelegd in de vorm van een stormbaan. Via allerlei hindernissen proberen mensen het eindpunt te bereiken; een glijbaan naar het water. Alleen de meesten vallen er al in het begin vanaf, haha. Kleine Lonetje staat ook in de rij. Als ze eindelijk aan de beurt is, val ze er helaas ook meteen van af. Zielig!
Even later probeert ze het nog een keer met haar vader, maar ook dan vallen ze allebei meteen erin. Goed geprobeerd! Dan gaan ze gewoon nog even twintig keer van de glijbaan. Daar is het nu lekker rustig!
{youtube}5OZmPagCSs4{/youtube}
‘s Avonds eten we thuis een broodje tonijn. Lekker makkelijk. Een potje Rummikub daarna eindigt voor Bas in een desillusie; 1-1.
Zaterdag 29 augustus
Omdat we gisteren de markt in Sainte Maxime hebben gemist, willen we het vandaag goedmaken door naar de markt in Saint Tropez te gaan. We gaan dan via Port Grimaud met het bootje ernaartoe, dat scheelt ook weer file en is leuk voor Lone.
We komen ruim op tijd aan in Port Grimaud, het bootje naar Saint Tropez vertekt over een kwartier. De mevrouw van de kaartenverkoop geeft me een compliment over mijn jurkje. Het is een witte met in grote oranje letters “Saint Tropez” en “Cote d’Azur” erop. Ze zegt dat ze deze voor het eerst ziet en vraagt waar ik ‘m gekocht heb. Grappig!
We merken tijdens het wachten dat het erg warm is vandaag. Gelukkig komt het bootje er snel aan en kunnen we aan boord. We varen een stukje en moeten dan overstappen op een grotere boot. Met een flinke vaart, gaan we de zee op richting eindbestemming. Het is ongeveer een tochtje van 15 minuten. Als we de haven van Saint Tropez naderen, zie ik het grootste jacht ooit. Deze is zo groot dat het niet eens in de haven kan aanmeren, maar echt aan de rand moet blijven liggen. Wauw wat ongelofelijk gaaf. Zou zo graag eens een kijkje willen nemen op zo’n boot.
We mogen afstappen. In de haven zelf liggen ook geen kleine jongens. Een van de jachten gaat vertrekken en we tellen zo’n 7 a 8 man personeel die dit aan het regelen is. Via een portofoon staan ze allemaal met elkaar en met de schipper in contact. Veel toeristen, waaronder dus ook wij, aanschouwen het spektakel. De eigenaren zitten boven op het dek, en genieten van alle aandacht en een Bacardi cola (zo ziet het eruit). Mooi hoor, als je zo’n leven hebt.
Het jacht is vertrokken en we lopen verder. We vragen bij een toeristeninformatiepunt waar de markt is. We moeten de straat uitlopen, dan zijn we er, zegt de vriendelijke meneer.
Het is warm, dat geef ik meteen toe. Lone is al vanaf het punt dat ze haar slush puppy (een ijsdrankje) op heeft, een beetje aan het piepen en kreunen dat ze het zo heet heeft en niet meer kan lopen. En dat zegt ze dan niet een keer, maar de hele wandeling lang achterelkaar. “Ik kan niet meer, ik kan niet meer lopen, ik heb het zo heet! Ik kan niet meer, ik heb het zo heet….ik moet plassen en poepen mama.” Als we bij de markt zijn aangekomen moeten we dus eerst op zoek naar een wc. Er schijnt een openbaar toilet te zijn, want dat hebben we twee keer gevraagd, alleen we kunnen ‘m niet vinden. Ik ben het zat en laat Lone ergens in een hoekje alvast plassen. Inmiddels hoeft ze niet meer te poepen. Bas zijn humeur is naar het nulpunt gedaald en stelt voor om met Lone ergens te gaan zitten, zodat ik de markt op kan lopen om rustig te kijken. Dat kan wel, alleen is ten eerste niet zo gezellig en ten tweede zitten alle tentjes rondom de markt bomvol.
We besluiten om terug te lopen naar de haven met onze vrolijke vriendin, en om daar wat te gaan drinken. Waarom hebben we de buggy toch niet mee genomen?! Stom, stom, heel stom.
Als we eenmaal in de haven zijn en ergens zijn neergestreken, kan mevrouw weer een beetje lachen. Ze krijgt een aanmaak limonade, ik neem een water met bubbels en Bas een cappuccino. Als we de rekening zien die er meteen bij wordt geserveerd, beseffen we dat we kleine slokjes moeten nemen en intens van deze drankjes moeten genieten: 19€. Maar liefst 42 oud Hollandse guldens! Ja, soms heb je ineens de behoefte om nog eens om te rekenen. We zijn niet voor niets in Saint Tropez natuurlijk hѐ. Letterlijk.
Na het drankje lopen we nog een stukje naar de andere kant van de boulevard, daar is een wc ( Lone moet inmiddels weer) en we kunnen mooie uitzicht foto’s maken van de zee.
Even later is het tijd om weer op de boot naar Port Grimaud te stappen. Er staat een enorme rij mensen die dezelfde boot willen nemen. Als dat maar past. Het is enorm heet als we staan te wachten. Echt niet normaal. Gelukkig passen we er allemaal op. Een half uur later zijn we weer op Port Grimaud beland. Gauw in de auto met airco. Onderweg stoppen we nog even bij een bakker om een broodje te halen. Deze eten we bij het huisje op en dan gaan we snel nog even naar het zwembad. Het is alweer half drie. Hier koelen we allemaal lekker af. Ons humeur ook. We zijn weer vriendjes.
Omdat we Lone vandaag niet ook nog naar een restaurant willen slepen, maak ik gevulde pasta met rucola en spekjes. En daarna weer een potje Rummikub natuurlijk! Ik win een keer en Bas wint een keer, maar wel met mijn hulp! Dus het staat 2.5-1.5 voor mij, hihi!
Zondag 30 augustus
Het is eigenlijk weer fietsdag voor Bas, alleen we hebben vannacht slecht geslapen, dus hij draait zich nog een keer om als de wekker gaat. Lone had namelijk erg last van haar oortje, het was heel zielig. Gisterenmiddag is ze heel vaak in het water gesprongen in het zwembad en waarschijnlijk is er wat water verkeerd terecht gekomen in haar oor en een beetje gaan ontsteken. Om de twee uur hebben we een zetpilletje gegeven vanwege de pijn en op het laatst zelfs een ibuprofen. Daar heeft ze de laatste uurtjes goed op geslapen en tot nu toe gaat het nog goed.
We gaan daarom naar het strand vandaag, zeewater lijkt me op een of andere manier toch beter dan chloorwater. We proberen sowieso om het oor boven water te houden. Het is weer een lekker middagje genieten. Op de terugweg gaan we nog even langs de supermarkt voor wat dingen en volgens mij zit daar ook een apotheek. Inderdaad, er zit er een, maar het is zondag en dus is ie gesloten. Balen. Dan proberen we die in Port Grimaud nog even, daar zijn we inmiddels toch de beste klant van de week. Helaas, ook deze is dicht. Dan moeten we maar hopen dat Lone geen pijn krijgt vannacht. Tot nu toe gaat het goed.
Deze avond was het plan om te gaan eten in Sainte Maxime, ware het niet dat er een soort vloek rust voor ons op deze stad. Er zijn op de weg ernaartoe namelijk wel twee ongelukken gebeurd en de weg staat hierdoor helemaal vast. Na 20 minuten zijn we 50 meter verder gekomen dus we besluiten om te keren en ergens anders heen te gaan.
De keuze is gevallen op Grimaud, waar we eerder deze week al op de markt zijn geweest en een kopje koffie hebben gedronken. Dat was zo’n gezellig stadje. Als we een paar rondjes hebben gelopen kiezen we voor hetzelfde restaurant als waar we ook koffie hadden gedronken. Het is best druk, dus het eten zal vast goed zijn. Bas bestelt vooraf en vissoep en als hoofdgerecht mosselen. Ik neem gegrilde kip met friet en salade en Lone wil kipnuggets en frietjes, alleen wordt het ham want de kipnuggets zijn helaas op.
Het smaakt allemaal heerlijk! Als we klaar zijn, kopen we voor Lone nog een slush puppy bij de ijssalon naast en restaurant. Op weg naar de auto moeten we even stoppen, want er is echt een prachtige grote volle maan te zien. Meerder mensen staan er foto’s van te maken. Toch krijg je het nooit zo mooi op de foto als het in werkelijkheid is!
Eenmaal thuis gaat Lone lekker naar bed, ze is kapot! En wij volgen niet veel later.
Maandag 31 augustus
Bas gaat vandaag wel fietsen, we hebben ok geslapen. Lone heeft geen pijn aan haar oortje gehad. Toch lijkt het ons verstandig om nog een dagje chloorwater te vermijden en na het ontbijt weer naar het strand te gaan. Helaas loopt het anders. Ik krijg een enorme darmkrampen (heb ik vaker), waardoor ik dichtbij de wc moet blijven. Ik zeg tegen Bas dat hij dan toch misschien beter met Lone naar het zwembad kan gaan. Ik kan nooit echt zeggen hoe lang die ellende gaat duren. Zo gezegd zo gedaan. Een tijdje later (ik zal alle details verder achter wege laten) kan ik gelukkig evengoed gezellig met ze mee doen met de waterpret. Al houden we het oor van Lone weer goed in de gaten.
We houden het verder rustig vandaag, eten thuis een pasta’tje en ’s avonds zet Bas gezellig wat muziek op terwijl Lone en ik aan het kleuren zijn. Hij maakt er een grappig filmpje van: woonwagen TV noemt die gek het.
Als Lone gaat slapen heeft ze toch weer wat klachten over haar oortje. Het is dus toch niet goed geweest in het chloorwater vandaag. Stom! Morgen oordruppels halen!
Dinsdag 1 september
We worden wakker door getik op het dak! Nee toch, dit hebben we niet besteld voor vandaag! Gelukkig is het maar een klein buitje. Vandaag staat Gorges du Verdon op het programma. Ik had van een collega gehoord dat dit echt de moeite waard is om te gaan bekijken. Het is een helderblauw meer aan de bergen van Verdon. Hoor ik bergen? Ja, dit betekent wel dat we een stuk door de bergen moeten rijden voordat we er zijn. De Tomtom zegt dat het ruim een uur rijden is. Dat is nog te overzien. We smeren wat broodjes en pakken de spullen.
Onderweg maken we nog even een tussenstop bij een apotheek voor oordruppels voor Lone. Ook nog een pakje Advil en een doosje Strepfen erbij. Lone heeft Bas inmiddels ook een zere keel bezorgd met haar gehoest en gesnotter. Oordruppel erin bij Lone en we gaan weer verder.
Al gauw wordt Georges du Verdon aangegeven op de borden. Dat valt mee, denk ik nog. De bochtjes vallen ook best mee. Nog 20 kilometer. De bochtjes worden iets heftiger. Als deze 20 kilometer erop zitten, dan volgen er nog 20. Hmm het is toch best ver. De borden geven aan dat er een “gauche” en een “droite” kant van het meer is. Ik volg Tomtom maar, hij gaat voor links. Dat schijnt achteraf ook de mooiste route te zijn qua uitzichten. Dan ineens geeft de Tomtom aan dat we er zijn. Er staan hier ook veel auto’s geparkeerd en mensen zijn foto’s aan het maken. Alleen het gekke is dat we nog bovenop een berg staan. Hoe komen we dan bij het meer terecht? We lopen een stukje en dan zien we dat het…het gaat hier om een uitzicht op het meer.
Ineens begint het keihard te plenzen en we rennen naar de auto om te schuilen. We staan geparkeerd op een terrein met een cafe/restaurant en we bedenken dat het wel lekker is om daar koffie te drinken. Bas vraagt ook aan het meisje achter de bar hoe we bij het meer zelf komen vanaf hier. Ze zegt dat het nog 30 (!) kilometer doorrijden is en dan komen we er vanzelf. Nog eens 30 kilometer door de bergen dus. Dat is geen pretje. Ik ben geen fan. Maar goed, we zijn nu al zover gekomen en het is zonde om terug te gaan. Als de koffie op is, jumpen we weer vol goede moed in de car.
De bochten worden steeds heftiger en mijn humeur daardoor ook. Ik zeg inmiddels niet veel meer, niet zo gezellig voor Bas, maar kan er niks aan doen. Eindelijk na een uur kringelen zijn we er. En het is werkelijk prachtig mooi! Het water van het meer is lichtblauw. Wauw! We parkeren de auto. Verderop is het mogelijk om een bootje te huren. Een uur kost 35€ en twee uur €65. Hoppa. We kiezen toch maar voor twee uur, het is een groot meer.
We krijgen niet echt tips van de meneer van de botenverhuur welke kant op het leukst is, maar we zien dat de meeste andere bootjes de kant van de bergen op varen, onder een brug door. Dat doen we dan ook.
Het zicht op de bergen is prachtig. We zien zelfs twee watervallen; een grote en een wat kleinere. Heel gaaf. We dompelen Lone onderweg een keer in het water. Ik wil zelf ook wel zwemmen, vooral onder die ene waterval had me gaaf geleken. Alleen we hebben geen trapje op de boot, dus ik zou er nooit meer inkomen. Genieten van het uitzicht en het mooie blauwe water is ook prima! Als de een achter het stuur zit, kan de ander mooie foto’s en filmpjes maken.
Na twee -toch wel- omgevlogen uurtjes, brengen we het bootje weer terug bij de vriendelijke vriend. Voordat we in de auto stappen om weer terug te gaan, nemen we nog een duik in het mooie meer. Heel handig is, dat we de handdoeken bij het huisje zijn vergeten. Dus dat wordt opdrogen in de zon.
Als we net tien minuten in de auto zitten zegt Bas opeens “Oh nee Joyce”. Hij wijst op de achterruit en ik zie een bikini en boxershort aan de ruitenwisser bungelen. Die handige Harry had het voordat we in de auto stapten “even” op de auto gelegd en natuurlijk vergeten. Ok, we draaien de auto en als we weer bijna bij het meer zijn zien we de rest van de spullen liggen. Oh oh oh. Wat een zooitje ongeregeld.
De rest van de terugweg gaat sneller dan heen. We rijden in ruim een uur naar Sainte Maxime om daar te gaan uiteten. We kiezen een restaurant aan de boulevard. De keuken is pas om 19 uur open, dus we moeten nog een half uur wachten met bestellen. Dat geeft niet, nemen we eerst een drankje. Bas neemt een biertje, ik en cola en Lone een limonade. Lone krijgt daarnaast een kleurplaat van Frozen en kleurpotloden. Nu al een goed restaurant.
Het eten is heerlijk. Vooral de fois gras die Bas vooraf neemt. Goddelijk! Ik mag het eigenlijk niet, lever, maar een paar hapjes kan ik echt niet weerstaan. Verder neemt hij als hoofd ravioli, ik een ceasar maaltijdsalade en Lone een kinderpizza. Ook allemaal lekker!
Voldaan rijden we naar het huisje. Het was een mooie dag vandaag.
Woensdag 2 september
Vandaag gaan we weer naar het strand van Pampelonne. We hebben van Bas zijn baas André de tip gekregen om hier bij strandtent l’Esquinade te lekker gaan lunchen voor een betaalbare prijs. Goed idee dus.
We zouden Bastiaan en Joyce niet zijn als we niet totaal onvoorbereid weer gewoon naast Club 55 op het strand gingen liggen zonder te weten of l’Esquinade wel in de buurt van dit deel van het Pampelonne strand is. Dus als we al lang en breed al onze spullen hebben uitgestald, besluit Bas eens op de navigatie app te kijken. Hij ziet dat het – hoe kan het ook anders- 6 kilometer bij ons vandaan is, via de weg dan. Hij loopt een stuk die kant op, misschien is het korter via de kustlijn. Helaas. Hij is bijna tot het eind van het strand gelopen, maar heeft geen strandtent met deze naam gezien. Dan moeten we dus sowieso met de auto.
Lone heeft het leuk met Pauline, een Duits meisje van drie en half. Ze spelen gezellig samen met een emmer en een schep. Ook doen ze alsof Pauline’s vader een monster is die hen wil pakken. Ze schateren het uit. Als Pauline een slaapje gaat doen, gaan wij ervandoor, op zoek naar l’Esquinade. We hebben het snel gevonden omdat het langs de weg goed wordt aangegeven. Het blijkt dat Bas net 15 meter voor deze tent is omgedraaid met de gedachte ‘verder dan dit is het vast niet.’ Lachen. Het was sowieso te ver geweest om te lopen voor Lone en voor mij.
André had niets teveel gezegd; het eten is lekker hier. We hebben allebei een frisse salade. Bas een niçoise en ik een tomaat-mozzarella. Lone had al een croissant gegeten op het strand, dus zij heeft geen trek meer. Wel heeft ze zin om een chocolademousse met haar moeder te delen. Papa neemt een stuk citroentaart toe. Mjamm!
Na de lunch gaan we hier nog even op het strand liggen. Bas en Lone gaan samen ook nog op rotsenjacht. Ze zien schelpjes met hele kleine krabbetjes erin. Dat vindt Lone wel interessant.
Een paar uurtjes later gaan we op weg naar de supermarkt voor wat kleine dingen als water, beleg en schoonmaakmiddel voor de eindschoonmaak. De supermarkt is in een soort overdekt winkelcentrum met heel leuke winkeltjes. Bas koopt een zwembroek en Lone krijgt lichtblauwe Havaianas en super schattige korte blauwe Uggs met strikjes aan de achterkant. Dus de kosten lopen toch wat hoger uit dan verwacht. Oeps.
’s Avonds eten we bij het huisje; een Franse vissoep en quiche.
Donderdag 3 september
Lone heeft nog steeds last van haar rechter oor. We willen vandaag naar Aqualand gaan, een park met allerlei glijbanen hier in de buurt, alleen het lijkt me toch verstandig om eerst langs een dokter te gaan. We vragen bij de receptie waar de dichtstbijzijnde dokter is. Het is in Port Grimaud.
Gelukkig heeft hij vrij inloopspreekuur als we aankomen. Er zijn wel vijf wachtenden voor ons, maar het gaat vrij snel. Als we aan de beurt zijn, mag Lone op de behandeltafel gaan liggen en kijkt de dokter eerst naar het linker oor, en dan naar rechts: “Yes! Infection!” zegt hij. Verder luistert hij nog naar haar hartje en kijkt in haar keel. Dat ziet er goed uit. Hij schrijft antibiotica voor, oordruppels, paracetamol en ibuprofen. Alles een week lang, drie maal daags. En de komende twee dagen mag ze niet met haar hoofd onder water. We gaan met het recept naar de apotheek, diegene waar we al beste klant van de week waren, hihi. Met een tas vol spullen lopen we weer naar buiten. Als we bij de auto aankomen, geven we Lone meteen de eerste dosis. Ze is flink aan het piepen namelijk. Omdat ze zo’n grote meid is geweest, halen we ook nog een ijsje.
Omdat we het zo zielig voor haar vinden om niet naar Aqualand te gaan, rijden we er toch heen. We doen dan een watje in haar oor met een pleister erop ter bescherming. Ze lijkt al opgeknapt te zijn van de eerste AB en IBU shot, want ze heeft weer flink praatjes. Een heel ander kind gelijk.
Als we na een half uur rijden bij Aqualand zijn aangekomen, ziet het er wel heel rustig uit op het eerste oog. Het lijkt wel gesloten. We rijden eromheen en Bas loopt naar binnen bij de ingang. De deur is wel open. Hij krijgt te horen dat ze pas aankomende zondag weer open gaan. Te laat voor ons dus. Het naastgelegen zwembad is wel open, maar die hebben we zelf ook. we vinden het erg jammer, vooral voor Lone. “Het geeft niet, je hoeft geen sorry te zeggen”, zegt ze met een lief stemmetje. Gossie.
Dan maar naar ons eigen zwembad met twee glijbanen. Daar gaan papa en Lone, de laatste dus met watje en pleister. Gelukkig vindt ze het hier ook leuk! Mama geniet van het laatste dagje mooi weer. Morgen schijnt het bewolkt te worden.
Deze avond eten we bij het restaurant van de camping. Ik een pizza, Lone een frikandel en Bas een cheeseburger van geitenkaas. Allemaal lekker! Lone heeft al vanaf aankomst een hondje op het oog die ze heel graag wil aaien. Ze durft het alleen niet te vragen aan zijn baasje, dus mama moet mee. De meneer is toevallig ook Nederlands en hij vindt het goed. Lone is dol op Lady, zo heet het hondje. Een kruising tussen een Shih Tzu en een Maltezer. Ik zeg dat Lone’s oma ook een hondje heeft, een Maltezer en dat Lone ook dol op hem is. De meneer is samen met zijn hondje op reis, met de camper. Als hij weg gaat, zegt Lone het hondje lief gedag. “Wel tegen oma zeggen dat je een hondje hebt geaaid he?” zegt de meneer tegen Lone. Bas en ik vinden het stoer. We weten niet of wij dat zouden doen, alleen op reis als we ouder zijn. Deze man geniet er gelukkig van!
Wij gaan ook betalen. De rekening is 44,90€, service compris, dus de fooi is al meegerekend. Ik geef Bas mijn pasje, we hebben geen cash meer. “Make it 53€”,zegt die gek! “Omdat het jouw geld niet is zeker!”, zeg ik voor de grap. Bas dacht dat er 49,90€ op de bon stond, blijkt later. ‘Gelukkig’ doet het pinapparaat het niet en vraagt de ober of we morgen terug willen komen om te betalen. Dat doen we.
vrijdag 4 september
De laatste dag, snif.. en nog bewolkt ook. Bas is voor de laatste keer gaan fietsen. Hij heeft veel plezier gehad van zijn fiets deze vakantie. Na het ontbijt ga ik alvast wat kleren vouwen en ik de koffer leggen. Lone zit achter de iPad en Bas leest een beetje. De ‘laatste dag’ stemming zit er lekker in. Ondanks de bewolking gaan we toch maar naar het zwembad. Het water is koud zonder zonnetje. Rond een uur of drie zijn we klaar met die wolken en besluiten we nog een stukje te gaan rijden, op zoek naar een wijnwinkel om wat mee naar huis te nemen voor de moeders. En voor ons zelf, voor over een half jaar. Eerst gaan we nog even onze schuld betalen van gisteren in het restaurant. De meneer is blij dat we zijn teruggekomen en daarom krijgt Lone een ijsje. Lief toch.
Bij de wijnwinkel kiezen we een lekkere rode uit voor iedereen ( ja sorry ik heb een paar slokjes geproefd, het was goddelijk) en van de witte gaan we ervanuit dat ie lekker is. Allebei geproduceerd hier, in Grimaud. Een leuke herinnering!
Als we weer bij het huisje zijn, gaan we verder met inpakken en schoonmaken. Dat laatste is toch meer werk dan verwacht. Maar goed, een makkelijke manier om 75€ schoonmaakkosten te besparen. Ondertussen eten we wat er over is uit de koelkast als diner. Tegen tienen ben ik het zat ik ga naast lezende Bas in bedje liggen. Morgen een vroege en lange dag; de laatste spullen inpakken en badkamer, vloer en wc schoonmaken.
Zaterdag 5 september
Om zeven uur gaat het wekker. Bas haalt voor de laatste keer een broodje bij het winkeltje beneden. Tegen negenen is alles ingepakt en schoon. Er komt een mevrouw om te checken of alles goed schoon is. Nou als dat niet zo is word ik gek! Gelukkig is het ok.
We nemen afscheid van het huisje. Lone zit al in de auto, die wil naar huis, haha. Bas en ik hebben er meer moeite mee. Rond negen uur rijden we voor de laatste keer onder de slagboom door. “Nou Lone”, zegt Bas. “Kijk nog maar eens goed naar de glijbanen, die zien we voor de laatste keer. Ik vind het wel jammer!” “Ik niet!” is Lone’s resolute antwoord. Bas en ik schieten in de lach. Ok… Nou gaan met die banaan.
De terugrit verloopt zo voorspoedig, dat we besluiten om in een keer naar huis te rijden. De enige file die we tegenkomen is in Nederland, laat in de avond, omdat ze zogenaamd aan de weg aan het werken zijn. Erg veel gewerkt wordt er niet, maar goed. Rond half twaalf zijn we moe maar voldaan thuis. Kunnen we lekker in ons eigen bed nog nadromen van de mooie vakantie.
Bas en Lone, ik vond het een super gave vakantie! Dikke kus!
Ergens in april, toen ik nog bij ABN Amro zat samen met Jaap hebben we ons ingeschreven voor Luik Bastenake Luik: de Ardennen Classic van 2015. Dit was een van de mooiste tochten die Jaap ooit gereden had. We kozen voor de 160 kilometer variant, wat uiteindelijk aangeduid werd met 167 kilometer. Op het moment van inschrijven lijkt 8 augustus nog een eind weg… maar achteraf gezien gaat het toch best snel.
Vrijdag 7 augustus rijd ik in de ochtend richting Apeldoorn om Jaap op te halen. We rijden met twee fietsen en tassen richting Luik. We hebben ervoor gekozen om er een weekendje weg van te maken. Aangezien het 2,5 uur rijden is vanaf Apeldoorn is het zeker geen overbodige luxe om lekker dichtbij de start in een hotel te slapen voor twee nachten. Eenmaal aangekomen halen we de auto leeg en zetten alle spullen en de fietsen boven in de kamer van het Ibis hotel. We moeten ons startbewijs en stuurbordje nog halen maar dat kan pas vanaf 16:00 uur. Ook niet geheel onbelangrijk: we moeten nog eten. Er moet een solide bodem gelegd worden voor morgen. We voorzien in deze behoefte door tijdens een late lunch vol aan de pasta te gaan. Biertje erbij in de zon, wat wil je nog meer. Na het eten is de Country Hall de Liège, waar de start plaatsvindt, open. We rijden er heen en halen in alle rust onze spullen op.
Op naar het centrum van Luik. We parkeren de auto in de garage en lopen rustig door de straatjes. Als we op een hoek een terras in de zon tegenkomen hoeven we niet lang te overleggen. Biertje erbij, beetje mensen kijken en hier en daar wat uitlachen;-) Heerlijk ontspannen en een beetje ouwehoeren. Wat zal ons morgen te wachten staan??? Er is al wel het een en ander bekend door de mailtjes die we ontvangen hebben van de organisatie. Jaap heeft het jaar ervoor de 125 kilometer variant gereden en dit was al zeer pittig. Kuitenbijters van de buitencategorie liggen klaar om het ons super zwaar te maken. Het is toch al wel een aantal uur geleden dat we de pasta hebben gegeten en onder het motto “stapelen” gaan we op zoek naar een pizzeria. Deze vinden we op de terugweg richting de parkeergarage. Het is in het begin nog vrij rustig maar loopt al redelijk snel vol. De pizza’s gaan er goed in, ze smaken lekker. Om alles af te toppen nemen we nog een ijsje toe in het winkelcentrum boven de parkeergarage. Twee bollen Häagen-Dazs brengen ons koolhydraat niveau lekker op pijl voor morgen. In het hotel internetten we nog even en na een frisse douche gaan we slapen. De wekker staat morgen om 06:00 uur!!!
Het wekkertje gaat en dat voelt heel vroeg aan. Dat is het natuurlijk ook. Langzaam aan kleden we ons aan, nog niet in fietskleding. Naar beneden ontbijten. Ook hier eten we extra met het oog op de dag die voor ons ligt. Eenmaal boven schieten we onze wielerkleding aan en pakken alle spullen die we nodig hebben om de 167 kilometer die voor ons liggen tot een goed einde te brengen. Reepjes, gels, ontbijtkoek en volle bidons. Volledig bepakt en bezakt nemen we de fietsen via de lift mee naar beneden en gaan we richting de start. In vergelijking met de Toerversie die we eind juni reden is het allemaal veel relaxter er rustiger. Het scheelt ook zo’n 11000 deelnemers. Haha. We pakken de eerste stempel op onze stempelkaart en gaan heel relaxed van start. We weten wat er vandaag voor een prestatie geleverd moet worden dus we beginnen heel rustig. Geen gejaag, niet vol gas. Rustig aan. Bij de eerste heuvels moet ik nog warm worden. Het is wat zwaar. Maar als de kilometers onder de wielen verdwijnen worden we warmer en gaat het beter. Als we er zo’n 50 op hebben zitten is het eerste punt waar we even kunnen zitten en de bidons kunnen vullen. Ik moet zeggen dat het niet beter kon zijn qua timing. De beentjes voelen iets zwaar en ik heb ook dorst. Bidons drink ik leeg en vul ze weer met een nieuwe voorraad sportdrank. Heel even zitten en we gaan weer door. Het is niet heel goed weer dus we koelen snel af. Het beloofde zonnetje is er niet. In plaats daarvan rijden we door de mist en miezerregen. Ik kan nu al zeggen dat deze tocht zwaar is omdat er geen enkele centimeter vlak is. Het is of stijgen of dalen. Er zit niets tussenin. De omgeving is prachtig en het is overal super rustig. Je kan vol gas afdalen en zonder lastig gevallen te worden door auto’s lekker koersen. Na zo’n 125 kilometer pakken we de derde tussenstop. Dit is dezelfde als de eerste. Eten en drinken en weer verder. We hebben uitgerekend dat we ieder zo’n negen bidons gedronken hebben die dag. Dat staat gelijk aan 4,5 liter drinken. Hiervan is het grootste gedeelte gewoon uitgezweet. Het venijn zit hem in de staart bij deze tocht. De laatste twee beklimmingen zijn killing. Ondertussen hebben we deze cols al gehad:
-Col de Chambralles gem. 8.2 % max 16 %, lengte 1.9 km
-Col du Rideux zuid gem. 6.9 % max 12 %, lengte 2.2 km
-Col de Roche à Frêne gem. 9 % max 15 %, lengte 2 km
Maar deze twee liggen nog voor ons als we vlak voor de Redoute de laatste tussenstop pakken:
-Col de la Redoute gem. 9.5 % max 22 %, lengte 1.7 km
-Col de la Roche aux Faucons gem. 9.8 % max 16 %, lengte 1.5 km
Na de laatste beklimming is het beste er echt bij mij af. Ik krijg het nog amper rond. Die laatste 10 kilometer kruipen werkelijk voorbij. Afzien to the max!!! Het is enorm bikkelen maar uiteraard halen we de finish. Een high-five om het te vieren en een biertje erbij om er op te proosten. Yes, we did it. Fietsjes tegen het hek en wij bijkomen in het gras. Pffffff!!! Ruim zeven uur gefietst en 2680 hoogtemeters gemaakt. Na een paar biertjes zetten we het klamme helmpje weer op en rijden we terug naar het hotel. Vieze natte kleding uit en snel onder de douche. Al het zweet, modder en zonnebrand afspoelen en schoon maken. Als we allebei weer het mannetje zijn lopen we naar buiten richting de rotonde waar we de vorige middag pasta gegeten hebben. Hier zit ook een chinees. Laten wij nu enorme trek hebben. We kiezen een mooi menu met nog wat biertjes erbij. Jaap topt dit keer af met een whisky en ik neem nog maar eens een verkoelend ijsje. Goed gegeten. Moe, voldaan en rozig lopen we terug naar het hotel. We zijn gebroken. Slapen zal geen probleem zijn en dat klopt ook. Als m’n hoofd het kussen raakt ben ik vertrokken. Voor Jaap geldt hetzelfde.
De volgende morgen doen we alles in de laagste versnelling. De spiertjes hebben wat te verduren gehad dus een beetje kalm aan hebben we wel verdiend. Na het ontbijt gooien we alles weer in de auto en rijden terug naar Nederland. Wat een gave indrukwekkende tocht. Dit was inderdaad een prachtige uitdaging. Jaap bedankt!!!!
“Ga je mee fietsen in de Alpen?” vraagt Jochem alias Gakkie mij! Ja lijkt me leuk. Nog geen idee wat ik kan verwachten, hoe ik me moet voorbereiden en wat het allemaal inhoudt. We plannen een datum halverwege juli. Dinsdagavond weg na de files. Slapen we ergens in noord Frankrijk. Woensdag rijden we de rest en zaterdag in de middag weer naar huis. Vier dagen fietsen dus in de prachtige Franse Alpen. We hebben iets om naar uit te kijken.
Dinsdag 14 juli
Niet over nagedacht maar wel uitermate toevallig. We gaan op de nationale feestdag “le quatorze juillet” naar Frankrijk. Om 18:00 uur ben ik bij Gak. We eten een lekkere pasta, ook om de koolhydraten te stapelen, en laden zijn fiets en de tassen in de auto.
Gelukkig heeft Gak nog op het laatste moment zijn eigen fiets mee weten te krijgen. Hij had wat onhandig de mechanicien uit gehangen. Zijn remkabel kreeg hij niet meer door het frame. Toch lastig als je moet afdalen en remmen. Op zaterdagochtend de fiets naar de fietsenmaker gebracht maar die kon niet garanderen dat hij dinsdag klaar zou zijn. Fietsenmakers zijn op maandag altijd dicht. Dit legde er nog wat extra druk op;-) Voor het geval de fiets niet op tijd klaar zou zijn had Gak al mijn Bulls fiets gehaald, zodat we die mee konden nemen. Maar gelukkig kwam het niet zo ver. De fietsenmaker kreeg met een “trucje” de kabel er weer doorheen en de fiets was dus op tijd klaar. Pfieuw…. gelukkig!!!
Off we go. We slapen in noord Frankrijk in het plaatsje Thionville in een Kyriad hotel langs de snelweg. We rijden via Maastricht en Luxemburg naar beneden, alles loopt voorspoedig. We komen rond 23:00 uur aan en checken in. De fietsen laten we in de auto liggen. Deze staat voor de ingang van het hotel. De beste man achter de receptie zegt dat hij de hele nacht blijft zitten en dus goed zicht heeft. Ok prima. Onze kamer ligt ook nog eens pal voor de auto dus we kunnen alles goed in de gaten houden. We lopen nadat we de tassen boven hebben gezet buiten nog een klein rondje voor een frisse neus. Omdat het dus die feestdag is zien we overal vuurwerk de lucht in gaan. We aanschouwen kort dit Franse feest en gaan dan terug richting hotel. Lekker pitten, morgen weer vroeg dag.
Woensdag 15 juli
We hebben geen wekker gezet. Gak vertrouwt op mijn biologische wekker. Hij is lichtelijk van slag als ik om 05:30 moet plassen. “Uuuhh Bas, is het al 07:00 uur? Moeten we er uit?” Gelukkig kunnen we nog anderhalf uur slapen. Netjes rond de klok van 07:00 uur word ik weer wakker. Gakkie gaat douchen. Daarna ga ik. We pakken de tassen weer in, checken uit en gaan weer op pad. Na een uurtje gaan we de snelweg af voor een lekker Frans ontbijt. Bakkie koffie voor mij erbij en een thee voor Gak. Het is al aardig warm. We gaan de goede kant op qua temperaturen.
De TomTom geeft aan dat we er rond 15:00 uur zijn. Prima tijd. Als we er bijna zijn is de Col de la Croix de Fer gesloten. Die moeten we net hebben richting ons appartement. Via een omweg komen we aan op de plaats van bestemming alleen snapt de TomTom het af en toe niet meer. Gelukkig bezitten we gezond verstand zodat we het zelf oplossen.Tijdens de rit ben ik gebeld dat we in Marmotte 201d slapen en ik krijg de code van een kluis zodat we de sleutel kunnen ophalen. Een beetje vaag is het wel en de verbinding wordt ook nog eens verbroken. Uiteindelijk snappen we wat er bedoeld wordt. We zien een kluis bij de receptie en die gaat open met de code die de man gegeven had. Daarin zit een enveloppe met mijn naam er op. Top!
We gooien de tassen uit de auto en zetten de fietsen binnen. Als echte mannen hebben we ons niet gerealiseerd dat er vrij weinig aanwezig is in het appartement. Er is maar een rol toiletpapier en bijvoorbeeld geen zeep. Om over het eten en drinken nog maar te zwijgen. We trappen de auto aan en rijden door naar boven nadat we bij het toeristenbureau hebben geïnformeerd naar een supermarkt. We nemen alleen het nodige mee uit de supermarkt. Jam, water, zeep, eitjes, toiletpapier en La vache qui rit kaasjes. We rijden terug, kleden ons om en beginnen aan de eerste officiële kilometers door de Franse Alpen.
We dalen bij ons appartement af en rijden zes kilometer naar beneden. Omdat het de eerste dag is en we rustig willen wennen, draaien we om zodat we de laatste 14 kilometer van de col de la Croix de Fer omhoog kunnen fietsen. Het begin is vrij relaxed en de stijgingspercentages doen nog niet echt ter zaken. De eerste zeven kilometer hebben dan ook een gemiddelde stijging van vier procent. Goed te doen dus. Lekker blijven zitten en de beentjes laten draaien. Maar na die eerste zeven kilometers gaat het geweld dan echt beginnen. Het tweede deel doet gemiddeld negen procent maar stukken van maar liefst elf procent komen ook voor. Dit is afzien! Al snel moet ik Gak laten gaan, heb iets te veel gegeven om bij hem te blijven. Ik moet lossen, haha. Niet veel later moet ik voor de eerste keer even stoppen om op adem te komen. Een klein stukje eten van mijn reep, wat drinken er tegenaan en ik ga weer verder. Gak zie ik steeds verder van me wegrijden. Hem bijhalen heeft geen zin. Ik moet dit echt op eigen tempo doen anders blaas ik mezelf elke keer op. Langzaam veranderen de gezellige dorpjes met mooie groene bomen in kale stukken waar je helemaal niets tegen komt. Alleen af en toe een verdwaalde camper die klaar staat om volgende week de Tour de France te aanschouwen. Buffelen, zweten, hijgen, stoppen, drinken, eten, trappen en de hele riedel weer opnieuw. Zo kom ik uiteindelijk boven. Gak juicht me de laatste 100 meter aan. Over de col heen zodat Strava netjes registreert dat je echt de col gedaan hebt! Ook dat nog;-) OMG wat is dit zwaar. Loodzwaar. Uit de wind en in de zon moet ik even bijkomen op een bankje. Op adem komen en genieten van het uitzicht. Wow wat ontzettend mooi. Als ik weer enigszins wat zuurstof in m’n lichaam heb volgt de afdaling. De beloning voor al het zwoegen. Gak daalt echt als een baksteen. Hij snijdt de bochten mooi aan en is niet bang voor een beetje snelheid. Ik zelf ben wat voorzichtiger, het is dan ook mijn eerste afdaling van dit niveau. Maar we blijven redelijk bij elkaar in de buurt. Het is handig als ik hem een bocht in zie duiken, dan kan ik zelf beter inschatten wat de weg doet met Gak als voorbeeld. Na vijf en halve kilometer afdalen gaan we een bocht in, remmen dus. En opeens…. BAM!!!! Mijn achterband is kapot. Een klapband. Shit. Omdat ik nog een stukje rolde is mijn hele velg beschadigd. Aaaaaahhhh, mijn gloednieuwe fiets nu al beschadigd. Ik kan niets meer, ik kan er niet mee verder. Gak stort zich naar beneden en gaat de auto halen. Ik wacht ondertussen aan de kant van de weg. Mooi tijd om even met Joyce en Lone te bellen. Ze is wel geschrokken van het verhaal, maar is blij dat ik ongedeerd ben. Als dit met 50 km/uur gebeurt weet ik niet of je netjes op de fiets blijft zitten. Als ik heb opgehangen draait m’n zwarte Clio al de bocht in. Dat heeft die berg koning snel gedaan zeg. Fiets erin en terug naar het chalet. We hebben tegenover de bakker en de supermarkt vanmiddag een fietsenwinkel en verhuur gezien. Wellicht kunnen zij de fiets maken?!?!?! Zorgen voor morgen.
Na een frisse douche rijden we richting het dorpje om wat calorieën aan te vullen. Er zijn diverse restaurantjes, maar er is er een die heel druk is. Daar gaan wij ook zitten. Een paar gele koude kletsers erin samen met lekker eten doet ons goed. We nemen allebei een salade en Gak een burgertje. Ik neem een pizza. Het is allemaal zo veel dat we het niet op krijgen. Via wifi uploaden we alle data naar Strava en checken wat nieuws. Voldaan gaan we naar huis. Dit was een mooie, drukke, zware dag. Lekker pitten en morgen op naar de volgende beklimming.
Donderdag 16 juli
Om 07:00 uur draai ik me nog “even” om. Anderhalf uur later word ik weer wakker. Biologische klok is even van de leg af.
We rijden op ons gemak met mijn fiets achterin naar de bakker en halen croissants en een baguette. Dan begeven we ons naar de verhuur. Eerst informeren we slim naar de prijs van een fiets per dag of een aantal dagen. Kan hij er niets bovenop gooien als hij ziet dat het voor ons noodzakelijk is om een fiets te huren. Dan nemen we de verhuurder mee naar de auto en laten we hem mijn zielige hoopje fiets zien. Ach gossie;-) Zijn Engels is niet al te best maar we begrijpen dat hij er weinig aan kan doen. Er moet ook een ander velg lint op en de bramen moeten van het aluminium afgehaald worden. Dit is wel specialistisch werk waar hij geen (Franse) kaas van gegeten heeft. Dan wordt het huren, er zit niets anders op. Pedalen en tasje zetten we op de Scott huurfiets en hij wordt afgesteld op mijn maten. Fietsen achterin en terug naar het chalet. Ontbijten en op naar de bergen.
We besluiten de auto boven aan de Croix de Fer te zetten. Dan dalen we af en gaan we door naar de Alp ‘d Huez. Het idee is om die dan te beklimmen en vervolgens af te dalen en wederom de Croix de Fer te beklimmen maar nu dan vanaf de andere kant. Gak parkeert de auto op de top en we dalen af. Het is ruim 30 kilometer naar beneden. Met twee korte onderbrekingen. Hier moet kort geklommen worden. Als we eenmaal beneden in het dal aankomen vullen we de bidons en kletsen wat met andere fietsers. Als we ook nog de Alp ‘d Huez naar boven moeten wordt dit misschien wat veel concluderen we. Deze rit terug omhoog van ruim 30 kilometer is al een enorme uitdaging. Ok. We horen van de andere fietsers dat het begin van de klim een dorpje verderop is in Rochetaillee. Daar rijden we heen. Gooien wat eten en drinken er in en beginnen aan onze weg terug. 32 keiharde kilometers terug omhoog naar de top van de Croix de Fer. Ondertussen zitten we ook rond een uur of 13:00, het heetst van de dag. In de palle zon, zonder een zuchtje wind vecht ik me een weg omhoog. Net als gisteren ben ik Gak gauw kwijt. Hij heeft met zijn gewicht ruim 15 kilo voordeel zeg maar. Na een uur klimmen is er weer een dorpje waar de bidons gevuld kunnen worden. Daar staat Gak al enig tijd op mij te wachten. Hij had al ff navraag gedaan bij andere fietsers of ik er aan kwam. Haha. Ik neem wat flinke slokken water, vul m’n bidons en we vervolgen de weg. Extreem afzien is dit. Onderweg stop ik nog een paar keer om op adem te komen. Wat drinken en eten en dan weer verder. Zo gaat de weg tergend langzaam aan me voorbij. De terugreis duurt drie uur totaal. Vlak voor het einde, als ik het restaurantje op de top al zie moet ik nogmaals op adem komen. Compleet gesloopt en helemaal van de wereld kom ik over de finish. Ik ben heel blij om Gak te zien. Hij stond er al een half uur. Zonder te stoppen komt hij boven. Ik kan hier gewoon echt niet bij!!! Hoe doet die gozer dat!?!?!?! Nogmaals respect Gak! Als ik weer een beetje bij kennis ben gaan we naar de auto en dalen af naar ons chalet. Nadat ik ben afgespoeld lopen we nog even naar het zwembad om wat te relaxen. We lezen wat fiets lectuur, uploaden alles naar Strava en ik maak nog een rondje in het kleine zwembad.
Terug in het chalet frissen we ons op en gaan weer richting het dorpje. Wat eten en drinken hebben we wel verdiend zeg! Een mooie salade niçoise en een hamburger met wat friet worden door ons op vakkundige wijze verorberd. Een lekker biertje erbij om het geheel compleet te maken. Rozig en vermoeid gaan we terug naar ons verblijf. Horizontaal op bed. Het duurt niet lang of ik ben vertrokken. Gak maakt nog wat ruzie met gordijnen en kozijnen. Hij komt niet zo goed in slaap.
Vrijdag 17 juli
Vandaag op het programma: Col du Télégraphe en Galibier. Nadat we ontspannen zijn wakker geworden en bij het bakkertje ons ontbijt gescoord hebben gaan we op pad richting de voet van de Télégraphe. We zetten de auto vlakbij op de parkeerplaats, rijden een kort stukje en beginnen aan de klim. Dag drie dus de beentje beginnen toch wat tegen te sputteren. Naar de top van de eerste beklimming is het 12 kilometer met een gemiddelde stijging van zeven procent. Allebei op eigen tempo omhoog. Uiteraard, zou ik bijna zeggen!!! De begin kilometers zijn weer bikkelen. Die lopen iets steiler dan de laatste stukken van deze klim. Onderweg na een aantal stops voor eten en drinken begin ik me af te vragen of het verstandig is om na de Télégraphe vijf kilometer te dalen en dan nog eens 18 km de Galibier omhoog te gaan. Als ik wederom gesloopt boven aan de top kom heb ik mijn beslissing genomen. Ik ga helaas niet de Galibier doen. Er is een klein restaurantje waar ik even op adem kom met een water en een Orangina. Gak die ouwe bikkel vult zijn bidon en gaat de strijd aan met de Galibier. Respect en een diepe buiging. Wow!!!! Na enig rekenwerk kom ik tot de conclusie dat het wel zo’n drie uur kan duren totdat hij terug is. Ik kan dus alles op mijn gemak doen. Eerst koel ik af in de schaduw en als me dat door de wind iets te koud wordt verplaats ik me op het terras richting in de zon. Even een beetje opdrogen, ik ben doorweekt van al het zweten. De zon verdwijnt achter de wolken en ik begin het een beetje fris te krijgen. Vol gas naar beneden dan maar. Om wat mooie beelden te maken bevestig ik de GoPro aan m’n zadelpen. Thuis eens kijken of ik dat leuk kan editen.
{youtube}AJmcw7Y5DK4{/youtube}
De hele klim naar boven heeft 1 uur en 25 minuten in beslag genomen. Naar benden ben ik binnen 20 minuten klaar. 8,6 km/u vs 37,5 km/u. Om het verschil maar eens aan te geven. De fiets verdwijnt in de auto en ik eet rustig mijn Snelle Jelle in de zon. Beetje drinken erbij en relaxen. Om Gak na zijn enorme inspanning goed te onthalen besluit ik op de brug te gaan staan met de GoPro om zijn binnenkomst te filmen. Het komt nog aardig uit, een kleine drie uur later is hij terug. Een prestatie van wereldklasse. Hij is ook gewoon aanspreekbaar, niets duidt er op dat hij heeft afgezien. Werkelijk verbazingwekkend! Ik weet de Franse autoriteiten af te weren dat hij echt niet naar een dopingcontrole hoeft;-) Hahaha.
Terug richting chalet om nog even bij het zwembad te vertoeven. Mooi leven hoor als fietser. Alle afstanden, wattages, procenten, calorieën en gemiddelden gaan weer naar Strava. We ontvangen veel reacties en kudos op onze prestaties. Leuk is dat. Als om 19:00 uur het zwembad gesloten wordt gaan we terug om te douchen. Even de factor 50 afschrobben, deo onder de oksels, aankleden en gauw richting een restaurant. We hebben wel trek gekregen wat niet geheel onlogisch is. Woensdag omhoog de Croix de Fer op zagen we een leuk restaurant. We rijden er heen om te polsen of het ook echt wat is. Er zitten zowel mensen binnen als buiten en het ziet er heel pittoresk uit zo in een mooie bocht van de klim. Ok, hier gaan we een lekker hapje eten. We zitten net als er allerlei lekkere gerechten voorbij komen voor een tafel verderop. Nou, dat lijkt ons ook wel wat. Scheelt ook weer die Franstalige kaart vertalen. We krijgen ieder een bord met diverse hammen en salami. Een mandje brood en een mooie ovenschaal met gesmolten Franse kaas, aardappels, spekjes en een uitje maken onze bestelling compleet. We smullen er heerlijk van. Genieten in de Franse Alpen als echte bourgondiërs. Dit gerecht gaat samen met het ultieme herstelvocht, een lekker biertje! Morgen al weer het laatste dagje. We bespreken wat de planning wordt en welke klim we willen doen. De Alp ‘d Huez zou kunnen maar na enig uitzoekwerk zien we daar vanaf. De gemiddelde stijging is na drie dagen klimmen een beetje “out of our league”. We besluiten om de Col de Molard te doen. Niet heel steil en ook niet gek lang. De route is ook vrij simpel. Afdalen vanaf ons chalet en daar wordt het al aangegeven.
We rekenen af en rijden terug. In onze crib ruimen we al wat op en leggen de spullen voor morgen klaar. Afgedraaid en voldaan gaan we lekker horizontalen. De Tour win je immers in bed zei Zoetemelk al, laten wij daar dan niet van afwijken;-)
Zaterdag 18 juli
We zijn zo slim geweest om bij de receptie brood en croissants te bestellen. Om 08:00 uur kunnen we het ontbijt ophalen. Scheelt weer een ritje omhoog naar het dorpje. Na het ontbijt ruimen we langzaam alles een beetje op. Na 09:00 uur komt er iemand van de receptie inspecteren hoe het chalet er uit ziet. Het vuil wordt netjes weggegooid door Gak en de meeste spullen zitten al weer in de tassen. M’n Isaac gooi ik ook vast in de auto. Het idee is dus om nog lekker een stukje te fietsen, dan de huurfiets terug te brengen om vervolgens te douchen en naar huis te gaan. Douchen kan pas om 14:00 uur bij de receptie. Door de grote toestroom van nieuwe gasten gaan ze pas rond die tijd open. Als de man van de receptie bij ons binnen komt zegt hij dat hij later wel terug komt!?!?!? Uuuhhh waarom? Wij hadden niet begrepen dat het chalet gelijk afgesloten wordt en dat je dus uit checkt. Hij is een half uur later terug, hebben wij nog de tijd om de fietskleding aan te doen en de rest van de spullen in de auto te leggen. De inspectie stelt niet veel voor. Nou zijn we op het slapen na ook bijna niet binnen geweest dus ziet alles er nog prima uit. Vaatwasser draait en alles is opgeruimd. Ik lever de sleutel en de tas met handdoeken en linnen in bij de receptie. Klaar voor de laatste etappe. Col de Molard is een col die heel goed te doen is. Een kleine zes kilometer met tevens een gemiddelde stijging van zes procent zorgt ervoor dat dit “maar” met een categorie twee col wordt aangeduid. Gak geeft even kort gas om een wat oudere kerel met stalen kuiten te volgen. Ik moet lossen en ga weer op de eigen koffiemolen naar boven. Zonder te stoppen en niet echt van het pad af kom ik over de streep. Het is hier heel druk met fietsers. Een hele club met Look fietsen en wat andere gasten willen maar al te graag met het bord op foto. Wij ook natuurlijk. Laatste stukkie naar beneden tot aan ons dorp en dan splitsen onze wegen even kort. Gak rijdt terug naar de auto en ik pak de laatste hoogtemeters richting de verhuur. Dit is nog best een pittig stukje maar wetende dat het ook de laatste klim zal zijn volbreng ik ook deze klim zonder te stoppen en zonder dat ik ingehaald wordt. Yesss!
Pedalen en tasje van mijn mooie Scott huurfiets. Bedankt voor de mooie tochten hier in de bergen. Dan willen we opfrissen maar het is nogal vroeg. 11:30 uur pas. We hebben geen zin om tweeënhalf uur bezweet te gaan zitten wachten maar hebben wel een mooie kuip gezien een stuk verderop waar water uit de bergen in uitkomt. Op een mooiere manier kan je deze trip eigenlijk niet afsluiten. Jezelf wassen en opfrissen in ijskoud water uit de bergen, de bergen die je zo getergd hebben. Diezelfde bergen die zorgden voor melkzuur ophoping in je hele lichaam zorgen nu voor verfrissing. Het moet een hilarisch gezicht zijn geweest. Op een afstand lijkt het vast grote armoede maar wij hebben er veel lol om. Afdrogen en schone kleding aan. Op naar Nederland. Op naar de dames die op ons wachten. Dit blijkt uit het feit dat ik vlak voor vertrek een huilende Lone aan de telefoon krijg, ze mist me verschrikkelijk. Ach gossie, arm wijfie van me. Morgen maar lekker veel kusjes en knuffels dan. Als ik zeg dat ik er morgenochtend weer zal zijn als ze wakker wordt, komt ze iets tot rust en kan de terugreis beginnen.
Die terugreis verloopt zeer voorspoedig tot aan België. Er is een weg afgesloten en ook een aantal wegwerkzaamheden. Uiteindelijk zijn we daar ruim een half uur mee kwijt. Gak is thuis rond 23:30 en ik niet veel later.
Wat was dit een gave, zware, memorabele trip. Nog nooit zo stuk gezeten maar het was het meer dan waard. Volgend jaar 10 kilo lichter en dan nog eens kijken of ik die “heuveltjes” daar in de Alpen de baas kan!!!
Gakkie thanks voor alles. Het was top!
Nog wel wat leuke vergelijkingen van cijfers tot slot mbt tijd, snelheid, wattages en VSM. VSM meet jouw Verticale Stijging in Meter/uur; deze waarde meet hoe snel jij bergopwaarts beweegt. Om een hoge VSM-score te verdienen kun je het beste een hellingspercentage van 6-10% hebben, want op dat soort hellingen heb je de grootste kans om snel te kunnen klimmen. Ze zijn namelijk steil genoeg om wind te vermijden en vlak genoeg om nog ongehinderd te kunnen bewegen. (Bron: Strava)
Laatste deel (13,9 KM) van de Col de la Croix de Fer. Gemiddeld 6%. Gereden op 15-07-2015:
Tijd
Snelheid
Vermogen
VSM
Jochem
1:06:40
12,6km/u
182W
740
Bastiaan
1:15:16
11,1km/u
237W
656
Gehele klim Col de la Croix de Fer vanuit Rochetaillee (24,3 KM). Gemiddeld 5%. Gereden op 16-07-2015:
Tijd
Snelheid
Vermogen
VSM
Jochem
2:31:16
9,6km/u
162W
497
Bastiaan
2:43:53
8,31km/u
216W
430
Gehele klim Col du Télégraphe (12,1 KM). Gemiddeld 7%. Gereden op 17-07-2015:
Tijd
Snelheid
Vermogen
VSM
Jochem
1:03:19
11,5km/u
187W
788
Bastiaan
1:24:15
8,6km/u
255W
592
Het leuke is dus dat ik tijdens elke beklimming meer vermogen trap tov Jochem. Dit voordeel aan vermogen gaat heel duidelijk verloren in een beklimming omdat ik meer kilo’s mee naar boven moet nemen.