Gisteren mijn eerste VMUG event meegemaakt. Zeer interessant dagje moet ik zeggen. Na het standaard openingspraatje hebben we de volgende sessies gevolgd:
Managing VMware vSphere 4 m.b.v. de Virtualization EcoShell – Eric Sloof – ntpro.nl
Project Virtual Reality Check – Ruben Spruijt & Jeroen van de Kamp
Workshop vCenter Server Heartbeat – XTG
Citrix Xenapp op VMware vSphere 4 Best Practices – Willem van Engeland
Design tips for a VMware Virtual Infrastructure – Gabrie van Zanten
Het stuk van Eric Sloof wat in ging op het managen van je gehele omgeving door middel van Ecoshell was de moeite waard. De workshop waarin we de vCenter heartbeat geconfigureerd hebben was ook cool. Helaas is deze licentie vrij prijzig. Wat ook goed in elkaar zat en tevens zeer technisch, was de presentatie van Project Virtual Reality Check. Ik kende de website al en wist van de samenwerking van Ruben en Jeroen maar niet in welk stadium ze zaten. Ze hebben heel veel testen gedaan en zeker zo veel gegevens verzameld. Zal de whitepapers van de site halen als ze erop staan.
Zoals gezegd een leerzaam en leuk dagje. Ik houd de website in de gaten voor volgend jaar. Wil er dan weer bij zijn.
Het is al weer een tijdje terug maar na mijn cursus in oktober stond het nog steeds op de planning om de bijbehorende certificering te halen. Het gaat maar om één examen dus dat moet niet heel ingewikkeld zijn. Achteraf gezien was dat misschien ook wel zo. Na de aanvraag van het examen had ik nog wat weken om me voor te bereiden op de vraagstelling van VMware. Het bouwen van een lab op m’n laptop met twee ESX hosts in combinatie met Openfiler 2.3 heeft er aan bijgedragen dat ik het nu allemaal wel snap. De vragen in het examen zijn niet altijd even logisch. Het aantal letters van server X, maximale geheugen van server Y. Maar goed… examen vorige week vrijdag gehaald. Naast mijn LPI en MCSE heb ik nu ook de VCP certificering binnen en wel VCP 410. Nog geen idee wat er voor 2010 op de planning staat maar daar kan ik dan de aankomende weken nog over nadenken.
Morgen staat het VMUG event op de agenda. Dit is de eerste keer voor mij dat ik het VMUG event bezoek. Cool!
Als kado voor de verjaardag van m’n moeder en schoonmoeder die allebei in de maand juni jarig zijn kregen ze van Dick, Joyce en mij een etentje bij Michelin ster restaurant Lakes in Hilversum. We wilde dit al voor de vakantie plannen maar dat kwam er niet van. Ondanks de kredietcrisis zit dit restaurant in het weekend aardig vol. Reserveren in de week voordat je wilt gaan is dus geen optie. Vervolgens gingen we dus allemaal op vakantie en werd het weer uitgesteld. Ongeveer een maand geleden gereserveerd en afgelopen zaterdag 31 oktober was het dan zo ver. Uit eten bij Lakes. Tja, wat moet je ervan verwachten? Krijg je alleen hele kleine hapjes of zit er iets meer inhoud in de gerechten. Zoals je dat dan doet naar een chic restarant, je gaat met de taxi of laat je wegbrengen. Nee hoor, wij niet. Wij gingen met de bus vanuit het station in Hilversum richting Kerkelanden. Uitgestapt op de Zeverijnstraat en de rest gelopen. Hahaha… zo zullen niet veel mesen daar zijn aangekomen!
Als we binnenkomen rond 19:00 uur zijn er al een aantal gasten in het restaurant aanwezig maar het zit nog niet vol. Later op de avond zit het helemaal vol zoals het vroegtijdig reserveren natuurlijk al doet vermoeden. We nemen plaats aan een ronde tafel centraal in het restaurant. Na als aperatief een kir royale te hebben gedronken gaan we ons verdiepen in de kaart. Een tijdje later besluiten we om het vier gangen menu te nemen met een fles rode en witte huiswijn. Bij het hoofdgerecht dat bestaat uit hert nemen we een fles Gaillard wijn. Toevallig hebben ze die op de wijnkaart staan dus dat komt goed uit. De bediening is erg goed en zijn echt ontzettend aardig. Het eten is heerlijk. We mogen ons gelukkig prijzen dat we zulke dingen kunnen doen. Het fijne is dat we ons dat ook wel degenlijk beseffen en dat maakt zo’n avond extra mooi. De gerechten zijn allemaal precies goed. Niet te klein zoals je vaak hoort. De wijn laat zich ook goed smaken, zelfs zo goed dat Dick een tweede fles Gaillard wijn bestelt. Fantastisch. Wat een geweldige avond. Het kado is geslaagd en de moeders zijn blij. En ach… wij vonden het ook niet vervelend.
Dat zo’n gezellige avond je niet in de spreekwoordelijke koude kleren gaat zitten bleek de dag erna wel. Net als vorig jaar heb ik met samen met Ronald ingeschreven voor de Maple Leaf Cross bij Anna’s Hoeve. Thijs leek het ook wel aardig om eens een wedstrijd mee te lopen als is het niet zijn hobby. De cross is op zondag 1 november en die begint niet helemaal fris voor mij. Na een advil en een half uur dobberen in bad voel ik me beter maar helaas niet herboren! Niet zeuren denk ik nog, het is maar negen kilometer. Dat moet lukken of ik nou helder ben of niet.
De start is om 14:00 uur en wij zijn ruim een uur van te voren aanwezig. Het voorspelde rotweer hebben we nog niet gezien. Dat scheelt weer straks onderweg. Voordat we ons weer gingen verzetten tegen het mulle zand en de bergjes daar had ik de tijden van het jaar ervoor er eens bijgepakt. Die zagen er zo uit:
Aangezien ik mijn tijd met de City run in Hilversum en de Damloop zo had verbeterd had ik ook wel gedacht om hier een mooie tijd neer te zetten. Niet is minder waar helaas. Na de start kan ik de eerste twee kilometer prima meelopen en loop ik zelfs een stuk vooraan. Daarna val ik heel snel terug. Ik krijg de snelheid er niet in en verlies Ronald en Thijs uit het oog. Ik valt terug op een tempo van een jaar geleden. Dit is echt flink balen. Mijn eerste off day in mijn hardloop carrière.
Voor de volledigheid zal ik de tijden hieronder neerzetten:
Bij de finish wordt er weer gefilmd, net als vorig jaar. Hier zijn mijn beelden… en nee… ze zijn niet vertraagd afgespeeld:
{flv}maple_leaf_cross_2009{/flv}
Deze loop zet ik volgend jaar weer op het programma. Mijn tijd moet echt te verbeteren zijn. Ik wil ook onder die 50 minuten komen en dat moet me ook 100% zeker kunnen lukken.
Vorige week ben ik op cursus geweest bij Global Knowledge in Nieuwegein. Eindelijk mocht ik dan de cursus VMware doen. Na het behalen van mijn MCSE in 2006 wilde ik dit al doen maar omdat de cursus vrij prijzig is heeft dit zo lang geduurd. Deze vier dagen durende cursus gegeven door Ruud Fehres behandelde VMware vSphere 4 Install, Configure & Manage. VMware vSphere is de opvolger van VMware ESX 3.5. In feite is er niet zo heel veel anders in deze nieuwe versie. Het was voor mij interessant om een keer een omgeving van scratch af aan op te bouwen. Dit had ik nog niet gedaan. Veder kwamen er heel veel dingen al bekend voor omdat ik al veel met 3.0 en 3.5 gewerkt heb. Op korte termijn ga ik examen doen en als ik hiervoor slaag mag ik de VCP certificering aan mijn cv toevoegen. Hier zal ik nog aardig voor moeten blokken want ik lees op diverse fora dat het een pittig examen is. 11 december is er in Nieuwegein het VMUG event. Samen met mijn collega René ga ik dit event bezoeken. Allemaal een fijn weekend!!!
Volgens mij nog niet op m’n site vermeld maar ik ben (tijdelijk) gestopt met voetbal. Ik haal zo veel voldoening uit hardlopen dat ik me dit jaar wil richten op het lopen van een marathon. Wanneer, welke en waar weet ik nog niet. Hiervoor wil ik me aan gaan melden bij de Gooise Atletiek Club. Ik heb namelijk geen idee hoe lang je hiervoor moet trainen en wil graag dat zij met mij een goed schema maken. Door de drukte en vakanties is het er nog niet van gekomen om daar eens langs te gaan maar dit staat op korte termijn op de planning.
Aangezien ik ondertussen ook gestopt ben met fitness bij Health City houd ik zeeën met tijd over! Althans… dat zou zo moeten zijn. Afgelopen maanden ben ik ook regelmatig na mijn werk op de fiets gestapt om een lekker rondje te rijden. Vaak liet ik me dan leiden door de verschillende caches die rond Hilversum en omstreken liggen. De oude fiets van Geer is mij altijd trouw geweest maar is toch niet helemaal de geschikte fiets voor mij. Hij is veel te groot en je kunt er niet heel zwaar mee fietsen.
Na de geweldige ronde die ik met Joost in Almere gedaan heb, ben ik eens op internet gaan kijken naar fietsen. Eerst 2e hands en later ook voor nieuwe mountainbikes. Zo kwam ik uit bij het merk Cube. Kijkend naar mijn budget en de eisen die ik aan een fiets stel vond ik de Cube LTD COMP disc een mooi instapmodel. Verende voorvork, 27 versnellingen en qua prijs ook nog goede onderdelen van Shimano. Na de vakantie eens een kijkje gaan nemen bij het Bike Center in Woerden vlakbij mijn werk. Stukje gefietst en daarna een offerte meegekregen voor het 2009 model. Ronald die ook interesse heeft in een nieuwe fiets de informatie gemaild. Ik wil graag die nieuwe fiets kopen en dus snel zaken doen in Woerden. Ronald komt met zijn collega bij het Bike Center langs en is ook enthousiast na een proefritje. We laten een nieuwe offerte maken voor twee fietsen. Na een kort overleg buiten besluiten we de fietsen te kopen. Dit wordt wel het 2010 model. Kredietcrisis of niet maar de fietsen gaan hier als warme broodjes over de toonbank. Het 2009 model is al uitverkocht en niet meer te bestellen. Volgende week zijn de fietsen binnen zegt de aardige verkoper.
Voor die week erop spreek ik met Ronald af om vrijdag vanaf Woerden terug te fietsen naar Hilversum. Volgens de fietsrouteplanner duurt de tocht 1 uur 45 minuten en is 33 km lang. Gelijk een mooi moment om onze nieuwe bikes uit te proberen en te testen. Ik laad de route in mijn gps en na het afstellen van onze fiets en te hebben betaald gaan we op pad. Aan het zadel moeten we wennen. Voor de volgende ritten hebben we een broek met zeem nodig! Auw!!! Na precies 1 uur en 45 minuten komen we aan in het centrum van Hilversum. Leuke tocht. Kan ik vaker doen vanaf m’n werk.
Voor de vakantie had ik al met Joost afgesproken om weer een mooi rondje te maken met de fiets. Zondag 27 september stond al een tijdje vast in de agenda om dan de “Welkom in Lelystad” serie te doen. Weer een mooie gelegenheid om mijn nieuwe mountainbike te gebruiken. Om 09:00 uur in Almere afgesproken en daar de trein gepakt naar Lelystad. De ronde die we in Lelystad gaan doen bevat in totaal 11 caches. De laatste van de 11 moet gevonden worden door de codes uit de andere 10 te noteren. Net als vorige keer fietsen we door hele mooie stukjes Nederland en hebben we echt een top dag. Als uiteindelijk de eindcache ook nog gevonden wordt kan de dag niet meer stuk. Rozig, met pijn aan het zitvlak, moe maar voldaan keren we terug naar Almere. Samen met Joost zet ik de fiets weer in de auto en rijd naar huis.
Hieronder de spec van m’n nieuwe knappe bike:
[Frame]
Alu Superlite AMF 7005 Double Butted, RFR-Geometry
Op de dag dat de inschrijving voor de 25e Dam tot Damloop open ging heb ik me gelijk ingeschreven. Ben je drie dagen later dan heb je een grote kans dat het al weer vol is. Verwachtte eindtijd gaf ik dit jaar maar anderhalf uur op. Met voldoende training zou ik dat dit jaar toch eindelijk eens moeten gaan halen. Vorig jaar verbeterde ik mijn tijd uit 2005 nog met 6,5 minuut. Mijn tijd vorig jaar was 1:39:10. Best ambitieus dus om er ruim 9 minuten af te willen lopen dit jaar.
Vorige week zondag 20 september stond het Damloop spektakel dan op het programma. 16.1 kilomter asfalt voor de boeg. De individuele lopers zijn ingedeeld aan het einde van de dag. Ik start om 14:45 uur als één na laatste groep. Per vak gaan er 3400 lopers van start. Veel dus. Net als vorig jaar toen ik ook mijn eigen tempo niet kon pakken irriteer ik me dat ik niet kan doorlopen. Ik ga mensen links en rechts voorbij maar dat is in de IJtunnel haast niet te doen. Hartslag is gelijk al hoog, te hoog. Ik loop namelijk tegenwoordig met een Polar hartslagmeter. Heel handig maar werd nu met de neus op de feiten gedrukt. Ik start te snel. Dat laat onderstaande grafiek ook wel zien.
Uiteindelijk weet ik mijn eigen tempo te pakken en loop lekker door. Na verloop van tijd blijf ik regelmatig op mijn horloge kijken om de tijd te controleren. Zou ik onder de 1:30 komen!!!! Gelukkig blijf ik met een gemiddelde van 11 KM/UUR lopen dus haal ik dit ruim. De preciese gemiddelde snelheid zoals gemeten tijdens de loop is 11,060 km/uur. Ik verbeter mijn tijd van vorig jaar dus met 12 minuten. Dit had ik wel gehoopt te halen maar niet gedacht. Ik ben echt super tevreden over dit resultaat.
2,5 km
13:01
5,0 km
25:54
7,5 km
39:33
10,0 km
53:24
12,5 km
1:07:20
15.0 km
1:21:31
16.1 km
1:27:18
Tijdens het jubileum van de Damloop is er ook iets vreselijks gebeurd. Een 39 jarige man is vlak voor de finish in Zaandam onwel geworden en later in het ziekenhuis overleden. Hoe het heeft kunnen gebeuren is niet bekend en misschien voor de nabestaanden minder relevant. Dit werpt een schaduw op het zo goed georganiseerde evenement.
Dan was er ook nog Beau van Erven Dorens. Hij had bedacht om de 10 Engelse mijl op zijn blote voeten af te leggen. Na afloop hebben ze hem doorgestuurd naar de Eerste hulp. Van zijn voeten was namelijk niet heel veel meer over. Zijn tijd daarentegen is echt geweldig. 1 uur en 22 minuten op je blote voeten vind ik echt knap. Misschien dat hij volgend jaar kan deelnemen met de nieuwste hype op dit gebied. De Vibram Five Fingers!!! Deze rubber schoen lijkt veel op teensokken. Het zou voor hardlopers goed zijn op hierop te lopen. Wie weet voor volgend jaar Beau…
Helaas zijn er dit jaar geen foto’s gemaakt door Joyce. Vlak voor mijn finish kreeg ze het aan de stok met een man die haar de ruimte ontnam. Dit is waarschijnlijk net geweest toen ik voorbij liep. Heel jammer. Na zo’n mooie tijd en prestatie kijk ik vooruit naar volgend jaar. Nog een keer 12 minuten er af ga ik niet halen maar wil dan wel meer in de buurt komen van 12 KM/UUR. Dan moeten er nog eens 7 minuten af….
Een van de dromen van Bastiaan is om ooit eens naar Cuba te gaan. Alleen een klein dingetje houdt hem tegen. Hij heeft sinds een jaar of zeven een vriendin die het niet echt (of zeg maar gerust: echt niet) op vliegen heeft. Laat staan 10 uur achter elkaar. Maar toen kwam Desiree een avondje langs met folders en foto’s en boeken en een heel mooi verhaal. Tja….
Zaterdag 22 augustus
Wij vliegen om kwart over acht deze morgen naar Varadero, Cuba. Nee, helaas kunnen we niet met de boot. Met allerlei kalmeringsmiddelen op zak, stap ik in. Eigenlijk voel ik me helemaal niet zo zenuwachtig, puntje bij paaltje. En ik heb nog geen pilletje of druppeltje genomen! Goed hè. Het is tien uur en tien minuten vliegen. We huren een mediaplayer om wat filmpjes te kijken. Af en toe dommelen we een beetje, of lezen we wat. Gaat allemaal hartstikke goed. Op het laatst zijn we er wel klaar mee, omdat je gewoon alle zit posities al een keer hebt gehad. We komen aan op Varadero en gaan zes uur terug in de tijd. Wel heftig dus! Het is hier nu pas twee uur ‘s middags! Alle medewerkers op de luchthaven hebben een mondkapje voor. Ziet er wel angstaanjagend uit moet ik zeggen. In het vliegtuig gingen de stewardessen ook al de gangen door met een soort desinfecterende spray. Moest van de Cubaanse autoriteiten. Pfff. Zeg, de ziekte komt hier uit de buurt, hoor. Worden wij Europeanen als bacterienesten behandeld! Nou ja, aan de andere kant ook wel weer goed. Iedereen wacht buiten in de warmte op de bus, die hen naar het gewenste hotel zal brengen. Behalve Bas en Joyce; die gaan de rij voorbij en stappen een klein busje in dat direct wegrijdt. Lekker decadent he! Doeiii! Wij gaan vast hoor! Villa Tortuga is een ok hotel. Het is all in, dat wist ik niet eens! We krijgen en bandje om, dus dat betekent dat we ongelimiteerd kunnen vreten en zuipen. We moeten wel nog even wachten op de kamer. Check in is hier normaal pas om vier uur. Nadat we wat hebben gedronken, gegeten, en geld hebben gewisseld, kunnen we de kamer in. Heerlijk met een airco, want het is warrum! Lekker even douchen ook, daar worden we een beetje wakker van. Helaas heeft de douche voor mij niet geholpen. Ben werkelijk waar kapot! Ik kan geen boe of bah meer zeggen. Bas is nog redelijk opgewekt en probeert me op te peppen, maar zelfs hem lukt het niet. Het enige wat ik wil is slapen. Maar dat mag gewoon niet, want anders kom je niet in het nieuwe ritme. We houden het vol tot acht uur en dan gaat het licht uit.
Zondag 23 augustus
Na een heerlijke lange nacht worden we om ongeveer 7 uur wakker. We zijn nu wel uitgeslapen… want eigenlijk is het dus 1 uur in de middag Nederlandse tijd. We blijven nog even een half uurtje dommelen en dan gaan we er echt uit. Even douchen en de koffers weer inpakken. Ik droog nog even mijn haar met de nieuwe supersonische 2000 Watt föhn. En ineens PATS! Alle stoppen slaan door! Daar kan de stoppenkast helaas niet tegen! Shit das balen. Haha. Nou ja, dan maar met half nat haar naar het ontbijt. Om negen uur krijgen we de huurauto, dus we moeten een beetje opschieten. Eenmaal aangekomen in de eetzaal zoeken we een plekje. Het lijkt hier werkelijk waar wel op een vreetschuur! Mensen lijken wel uitgehongerd. Vrouwen met twee kindjes scheppen borden vol met broodjes en beleg en laten vervolgens de helft staan. Iedereen hier denkt dat ie te kort komt. Ongelofelijk. Na negenen komen we aan bij de receptie. We zien nog geen Peugeot staan, dus we zoeken rustig de voucher op en vragen aan de meneer bij de receptie of hij weet dat er een auto voor ons wordt gebracht. “He’s sitting over there and waiting for you since nine o’clock” Oeps foutje, het is nu kwart over! Gelukkig is de autoverhuurder niet boos op ons. We laten onze rijbewijzen en paspoorten zien, betalen voor de verzekering en de borg en lopen naar de auto. Het is een blauwe Peugeot 206. Met hier een daar een paar deukjes die de meneer was vergeten te noteren. Toch maar even doen hè, voor het geval dat we de borg niet meer terug krijgen ;-). We pakken de koffers uit de kamer, checken uit, en daar gaan we dan! Beginnen aan het grote avontuur! Vandaag staat er een kleine 300 kilometer rijden op het programma. We gaan namelijk naar Hotel Melia in Cayo Santa Maria, een kleine eilandengroep aan de Noord Oost kant van Cuba, om heerlijk te relaxen de komende twee dagen. Ik begin met rijden, Bas navigeert. We hebben het Geocache GPS apparaatje meegenomen, om ons de goede richting uit te leiden, en ook een gewone kaart. Dan zou je denken dat het best knap is om meteen verkeerd te rijden, maar wij krijgen het voor elkaar hoor. Keren maar! Op een gegeven moment rijden we toch weer op de goede weg! Mooi! De wegen hier zijn niet echt geweldig. Je moet zo denken; de hoofdweg is vrij ok. Als je heel veel gaat hobbelen, dan zit je echt verkeerd. Zoals wij dus weer na een uurtje. We worden door een Cubaan tegengehouden. Hij maakt gebaren dat we moeten omkeren. We vertellen hem waar we heen moeten, en hij wijst ons hoe we het makkelijkst weer op de goede weg komen. Totaal in een andere richting dan degene die we reden, haha. Wat ook heel erg wennen is hier, is dat er op de snelweg ook gewoon fietsers en voetgangers te vinden zijn, en dat je helemaal niet raar op moet kijken als je paard en wagen in moet halen. Laat staan al die zwerfhonden midden op de weg. Nee, je moet hier geen moment de aandacht verliezen. Met vol vertrouwen rijden we weer de goede kant op, denken we. Totdat we weer worden tegengehouden door een andere Cubaan. Wat? Weer keren? Ja hoor! Pff. “Nou ik weet het niet meer hoor Bas.” Ik schuif het raam naar beneden om de volgende routebeschrijving aan te horen. Deze Cubaan spreekt gelukkig heel goed Engels, dat scheelt. Hij biedt ons aan om met ons mee te rijden voor het grootste deel van de route. Van te voren heb ik gezworen geen lifters mee te nemen, maar ik ben inmiddels zo wanhopig dat dit wel een goed idee lijkt. Bas vindt het sowieso al prachtig, dus die stemt snel in. Daar zitten we dan in de middle of nowhere, met een onbekende man achter in de auto, genaamd Alberto, op weg naar Cayo Santo Maria. Maar we kunnen nu in ieder geval niet meer verkeerd rijden! Alberto is een hele aardige vent. Hij vertelt honderduit over zijn leven, zijn gezin en zijn land. Over wat je als toerist wel en niet moet doen, wat je beslist moet zien, enzovoort. En bovenal, we rijden echt de goede kant op! Onderweg stoppen we even om te tanken en om wat drinken te kopen. Heel Cuba staat zowat om de auto heen. De een haalt er een lapje overheen en de ander kijkt of er nog wat te halen valt. We vinden het best griezelig, want alles ligt in de auto; geld, reispapieren, kleding, alles! Alberto stuurt ze gelukkig weg. En ze gaan ook. We vervolgen de weg weer. Alberto vertelt ondertussen dat een goede vriend van hem een sigarenfabriek heeft hier in de buurt. Dat we daar veel goedkopere sigaren kunnen kopen dan ergens anders op het eiland. En wij trappen daar natuurlijk in 😉 Hij belt de vriend die daar aan het werk is vandaag en vraagt of hij een pakje kan komen halen voor ons. Dat kan. Hij stapt uit en komt terug met een stuk of dertig sigaren. Voor maar 30 pesos! Wij hebben er niet echt verstand van natuurlijk, maar ze ruiken in ieder geval best goed! De echte sigarenliefhebber zal hier best van houden denk ik.
Alberto laat zich afzetten in Santa Clara. Hij zegt dat we nu een heel eind op weg zijn in de goede richting. Dat het nu nog 20 minuten rijden is voordat we de eindbestemming bereiken. Hij schrijft nog even zijn adres op, zodat we hem en zijn gezin nog kunnen bezoeken aan het einde van de vakantie, als we dat willen. We geven hem een bellenblaas en ballonnen voor zijn dochtertje, en zeep en tandpasta en 20 pesos voor hem en 30 voor de sigaren. Alberto wil het allerliefst T shirts of andere kleding van ons, maar we hebben eigenlijk geen oude spullen bij ons, dus dat geven we maar niet. Doei Alberto! Bedankt! We vervolgen onze weg. Het lijkt allemaal de goede richting op te gaan, met de nadruk op “lijkt”. Op een gegeven moment raken we weer op een heel erge hobbelweg, dus toen hadden we het al kunnen weten; niet goed. De GPS laat ons in de steek. We vragen het aan een gezin dat langs de weg loopt. Helaas is alles in het Spaans, dus we komen niet veel verder dan wat handen- en voeten werk. We keren weer om en vragen nog zo’n vijf keer aan mensen of we de goede kant op gaan. En eindelijk! Veel later dan Alberto’s 20 minuten raken we dan op de goede weg. Het is een lange weg met aan beide kanten zee.
Na een half uurtje rijden komen we eindelijk aan bij ons hotel; Melia Cayo Santa Maria, vijf sterretjes, hehe. En dat is te zien! Het ziet er hier heel luxe uit. En alles is wederom all in!We checken in en worden door twee buddyboys naar onze kamer gereden, terwijl ze ons wegwijs maken op het terrein. Wauw man. Het is hier fantastisch!
Om over onze kamer maar te zwijgen; de inrichting is blauw geel met zonnetjes en maantjes. Heel leuk. En het bed is echt huge! Twee twijfelaars naast elkaar zeg maar. Er kunnen ermakkelijk vier in. En de badkamer, tja, gewoon mooi! We hebben nu toch al veel reisjes gemaakt, wij tweeën, maar zo’n mooie kamer hebben we nog nooit gehad! We trekken wat zwemkleding aan en gaan richting de zee. Zelfs zo’n mooie zee heb ik nog nooit gezien. Azuurblauw water en wit zand. Even voelen met de teentjes; het water is lauw! Lekker dobberen dan maar na de lange tocht van vandaag! Klein nadeeltje is dat er inimini kwalletjes rondzwemmen, minder leuk. Maar zij vinden ons helaas wel heel leuk. Auw! Het lijkt net of je een steekje krijgt van een speld die daarna een beetje nabrandt. Bas heeft natuurlijk weer meteen een bult. Na de zee gaan we even het zwembad checken. Ook al zo groot en mooi. Er zit ook een snackbar naast. We hebben wel een beetje trek, dus we bestellen een pizzaatje en een biertje.
Heerlijk daar waren we wel aan toe! Nou, nu nog even zwemmen dan. Wat zo leuk is, is dat er in het zwembad een bar gemaakt is. Dat is natuurlijk wel wat voor ons. Daar zitten we dan, aan de bar in een zwembad op Cuba met ieder twee Cuba Libres voor onze neus. Wat wil je nog meer dan? Zonnetje is er bij, het is gewoon paradijs op aarde. Als je het zo gezellig hebt, heb je ineens niet meer in de gaten hoeveel van die Cuba Libres je nu eigenlijk op hebt. Vooral Bas niet. In de hotelkamer gaat hij dan ook half knock out. Ik heb het in het begin nog niet zo in de gaten, dus ik sleur ‘m gewoon mee naar het buffet. Ik zal ‘m niet al te veel voor gek zetten, maar op het moment dat ik dit schrijf, ligt hij al te pitten. En we zijn net binnen. We moesten wel, want alles ging draaien zei hij. Haha. Morgen geen rum meer voor mijn lief denk ik.
Maandag 24 augustus
Bastiaan is zo fris als een hoentje! Ongelofelijk! Hij heeft ook wel een lange nacht gemaakt. Het erge is dat hij dus echt niet meer weet wat er is gebeurd sinds dat het licht uitging. Hij weet niet eens meer wat hij gisterenavond heeft gegeten. Aan het ontbijt zegt hij: ”We zaten daar toch?” “Nee, schat we zaten in de andere hoek, daar dwars tegenover” Vreselijk dus.
Maar goed, alles gaat weer lekker en na het ontbijt gaan we heerlijk naar het strand. Even de handdoeken van gisteren omwisselen in de ‘handdoekkamer’. Ja echt, hier hebben ze een ‘handdoekkamer’. Mooi hè. Tegen een uurtje of half een beginnen de maagjes wel weer te knorren. Vlakbij het strand zit er een restaurantje waar we kunnen lunchen. Ok, nog heel even liggen dan. Maar dat hadden we beter niet kunnen doen want ineens begint het me toch te gieten! Niet normaal! We racen naar het restaurant. Doorweekt komen we aan. Maar er zijn meer mensen die er zo uit zien gelukkig. Die waren ook net iets te laat.
Op de terugweg naar het strand stoppen we even bij de strand bar voor een pina coladaatje. Eentje maar hoor. We hoeven niet hetzelfde mee te maken als gisteren, hè schatje.
Om een uurtje of half vier en een paar kwallenbeten later ben ik het een beetje zat op het strand. We liggen er ook al vanaf vanmorgen half 10 ofzo. Dus we gaan nog even naar het zwembad. Hier relaxen we nog even lekker.
Jammer dat we morgen al weer weg gaan hier. Maar aan de andere kant, we gaan wel naar een mooie stad; Trinidad! Kijken hoe we er komen gaan… Hmm. Daar ga ik nu maar even een nachtje over slapen.
Dinsdag 25 augustus
Nadat we een lekker ontbijtje hebben genomen aan het luxe buffet van het hotel, is er toch echt een einde gekomen aan ons verblijf hier. Op onze deur hangt een briefje of we gebruik willen maken van een bellboy om ons en onze spullen naar de auto te rijden. Nou dat zou mooi zijn! Vijf minuutjes later staat hij voor de deur. Een hele vrolijke jongen. Eenmaal op het karretje vragen we aan hem wat de snelste route is naar Trinidad. Dat scheelt onderweg weer een paar stops 😉 Hij kan het ons in het Engels makkelijk uitleggen. We bedanken hem en geven een fooitje.
Ok dan! Op naar Trinidad. Bas z’n GPS en de routekaart staan weer op scherp. Onderweg genieten we van de mooie landschappen om ons heen. En aan de andere kant ook van de kleine huisjes waar de Cubanen in wonen. Je kunt je als je hun leefomgeving ziet niet voorstellen dat de mensen hier zo gelukkig zijn, maar ze zijn het echt. Ze zijn voornamelijk allemaal buiten en maken een praatje met elkaar of staan in de rij om een door een dorpsgenoot zelfgemaakt drankje te kopen. Welke dan gewoon uit het raam van een huis wordt verkocht. Lachen. En ze zijn gelukkig ook niet te beroerd om een toerist even te helpen met het vervolgen van zijn route. Het gaat natuurlijk wel in het vloeiend Spaans, waar wij geen r**t van verstaan, maar uiteindelijk komen we er toch altijd weer uit. Helemaal vandaag hebben we geluk. We rijden namelijk in één keer naar Trinidad, zonder te keren! Dat is een unicum tot nu toe. Er is even een klein stressmomentje als we middenin een stadje terecht komen waar maar mondjesmaat wordt aangegeven hoe we moeten rijden, maar gelukkig ziet iemand ons bekvechten. De man komt naast de auto staan en hij biedt aan om ons voor te rijden op zijn scootertje om ons zo door de stad heen te loodsen. Helemaal top dus.
Een half uurtje later komen we aan in Trinidad. We rijden een heuvel op en worden tegengehouden door een jongen. Hij gebaart dat we moeten omkeren. Nee hè. Hij zegt in het half Engels dat de straat is afgezet voor auto’s en vraagt waar we heen moeten. “Hotel Las Cuevas”. “Ah Hotel Las Cuevas, that is up the hill, go on!” We gaan dus toch goed gelukkig. Even later zien we het naambord van het hotel verschijnen. “High five!!”.
We frissen ons even op en willen eigenlijk meteen de stad in lopen, maar dan bedenken we dat de airco van de auto onderweg soms een beetje stonk en dat de motor soms niet in een keer startte. Nu is het niet zo erg omdat we er al zijn, maar stel je voor dat we onderweg naar de volgende bestemming stil komen te staan, daar moet je toch niet aan denken. Daarom lopen we naar de receptie om te vragen of zij voor ons het autoverhuurbedrijf willen bellen zodat iemand hierheen kan komen om de auto even na te kijken. De jongen van de receptie zegt dat hij niet kan bellen (er kan alleen op het terrein gebeld worden, niet daarbuiten), maar hij wil wel even met ons meerijden naar het verhuurbedrijf. Met gevaar voor eigen baan, dat wel, want als zijn baas erachter zou komen dat hij van het terrein af is, dan heeft hij een probleem. Dat bedoel ik nou dus, de mensen hier zijn gewoon zo gastvrij. Met een omweg verlaten we het hotelterrein. De jongen navigeert ons door de stad. Bastiaan zit achter het stuur en ik zie hem zweten, rijdend door die kleine straatjes. Haha. Het eerste verhuurbedrijf waar hij ons heen wil brengen, is dicht. De tweede gelukkig niet. De auto wordt van top tot teen bekeken, maar de mannen kunnen niets vinden. Voor de zekerheid wordt wel even de reserveband opgepompt. Een geruststellende gedachte….. Tijdens het wachten op de auto vraag ik aan de receptiejongen of hij nog een leuk restaurant weet in de stad, voor vanavond. Nou en dat weet hij wel hoor, we kunnen er heerlijk kreeft en garnalen eten enzo, zegt hij. We rijden er zo wel even langs, dan kunnen we gelijk reserveren. Haha. “Karren maar weer”. Op naar het restaurant voor vanavond. De weg wordt steeds slechter. De verharde weg verandert in een weg met kleine keitjes. Vreselijk. Als de auto nog niks mankeerde dan doet ie dat nu wel! Gelukkig stoppen we snel bij het restaurant. Nou ja, restaurant, het is een huis met aan de achterkant een terras met vijf tafeltjes. Dit is gewoon van een familie die wat bijverdient door te koken voor toeristen. Een “Casa particular” genaamd. Ik kan niet anders zeggen, het ziet er hier goed uit. Het huis is mooi en schoon. Dus we reserveren om half 8 uur. Hopelijk kunnen we het nog terugvinden. Gelukkig schrijft de receptiejongen het adres voor ons op. En anders wil hij ons eventueel vanavond ook nog wel komen ophalen in de hotelkamer. Geregeld. Op weg terug naar het hotel komt Bastiaan erachter dat zijn cameratas niet in de auto ligt. “Joyce, waar heb jij mijn tas gelegd?” “Welke tas, ik heb geen tas gezien.” “Die heb ik aan jou gegeven toen ik de auto ging halen voordat we wegreden!” “Ik heb echt geen tas gezien Bas, rustig!” “Ik kan nu even niet rustig zijn Joyce,…..” Paniek alom dus. Bastiaan beweert dat ik de tas had en ik weet 100% zeker van niet. Hoe het ook zij, de tas ligt gelukkig nog bij de receptie van het hotel. Zij hebben ‘m netjes voor ons bewaard. Na nog wat gekibbel achteraf kunnen we nu eindelijk de binnenstad van Trinidad in. We lopen de heuvel af naar beneden. Na al het rijden en de consternatie hebben we eigenlijk best wel trek gekregen. Beneden aangekomen horen we aan de linkerkant muziek. Leuke Cubaanse muziek. We lopen ernaar toe. Laat daar nou toch ook een bar en restaurant zijn zeg! Er komt meteen iemand op ons af gelukkig. We geven aan dat we wat willen eten. Speciaal voor ons wordt er een tafeltje gedekt en we krijgen de menukaart. Lekker. We bestellen kip met rijst en natuurlijk een watertje en een biertje. 😉 Want we blijven immers Joyce en Bas..
Na het eten zijn we klaar voor een tochtje door de stad. Trinidad is mooi. De straten bestaan uit keien en de huisjes zijn roze en blauw en geel gekleurd. De mensen zijn vrolijk, maar arm. Op een hoek van een straat is een winkeltje waar de lokale bevolking boodschapjes kan doen. Zeep en rijst, sigaren en eieren worden er onder andere verkocht. We lopen door en we komen een barretje tegen. “Hier wat drinken?” Binnen ziet het er heel gezellig uit. Cubanen zitten onder het genot van een fles Havana Rum gezellig te praten. Onder andere een hele leuke vent met een witte linnen broek en een grote riem met de letters “Royal Flush”, haha. Bas noemt hem ‘Big Daddy’. Als we wat hebben besteld begint er een bandje te spelen. Vijf mannen. Een met een Bas gitaar, twee met gewone gitaren, een twee met een soort trommel. Echt heel gezellig. Volgens ons is dit typisch Cubaanse muziek en ook typisch genieten! Heel gezellig. Als Bas even plassen is, word ik de dansvloer opgetrokken door een of andere man die hier ook feest aan het vieren is, haha. Als de band klaar is laten we ons verleiden tot het kopen van hun CD. Ach, leuk toch. Als het tegen de klok van 7 uur is, gaan we weg, want we moeten om half 8 bij het restaurant van de receptiejongen zijn. Gelukkig duurt het niet lang voordat we het vinden. Nadat we het hier en daar hebben gevraagd natuurlijk.
In het begin zit er nog niemand. We zijn er zeker weer ingetrapt! Maar nee hoor, op een gegeven moment zitten alle tafeltjes vol! We krijgen een groot bord met vis, onder andere kreeft. Ik kan niet anders zeggen, het is echt heerlijk, en veel! De receptiejongen komt ook nog even checken of we er wel echt zijn. En dat zijn we! Na het eten moeten we nog even plassen. Gewoon bij die mensen in de badkamer! Dat is wel gek eigenlijk, maar voor de mensen hier heel gewoon. We beginnen alweer te gapen natuurlijk, dus op naar het hotel maar weer. De heuvel op! Wat een klim zeg, pfff. Nog een klein tussenstopje bij de bar van het hotel, en dan lekker slapen!
Woensdag 26 augustus.
Om een uurtje of 10 lopen we weer naar beneden de binnenstad van Trinidad in. Het is verschrikkelijk warm! We komen een druk straatje tegen waar de Cubanen winkelen en sapjes drinken aan een ‘lokale bar’. Dit wordt weer geserveerd vanuit de ramen van huizen, waar de mensen een blender hebben staan, en klaar! Een drukte van jewelste. We nemen plaats op een terrasje om alles te overzien. Prachtig. Een vrolijk oud vrouwtje vraagt me om een vuurtje voor haar sigaret. Ze loopt wat in het rond op de straat en af en toe komt ze even terug om een praatje te maken.
Even later lopen we verder. Het lijkt wel steeds warmer te worden, niet normaal. We zijn echt doorweekt! Onderweg komen we nog een markt tegen, en we lopen nog een kerkje in.
Eenmaal weer buiten is het wel weer tijd voor wat drinken, omdat we veel vocht zijn verloren. Ook bij dit barretje is er weer een leuke band te vinden, die speciaal voor ons begint te spelen. En daarna natuurlijk weer een cd probeert aan te smeren. Maar zoiets hebben we er gisteren al gekocht, helaas voor de mannen.
We besluiten rustig aan weer naar het hotel te lopen. Er is een zwembad, dus daar kunnen we dan even relaxen en afkoelen! Dan gaan we vanavond weer naar beneden voor het eten. Zo gezegd zo gedaan. We liggen een paar uurtjes onder de parasol, als er een enorme donkere lucht boven ons komt drijven. Hmm misschien maar terug naar de hotelkamer? Te laat! Het begint al te regenen. Als een gek rennen we bij het dichtstbijzijnde restaurant naar binnen, waar de deuren al voor iedereen worden opengehouden. In een half uur tijd valt er me toch een water! Dat valt in Nederland in een week nog niet eens! Als het iets minder is geworden, sjezen we naar de kamer. Voor het diner lopen we weer de heuvel af naar beneden. In het grote Cuba boek dat we van Desiree hebben geleend, staat een restaurant aangegeven waar we wel heen willen. En we vinden ‘m! Ja niets is ons meer te gek 😉 Restaurant is hier op Cuba trouwens een groot woord hoor, het is meer een zaaltje met een paar gerechten op de kaart, that’s it. Er zijn nog een paar toeristen. Ook tijdens het eten worden we weer begeleid door een duo met gitaar en trommel. Gezellig.
Café Cancanchera staat bekend om zijn gelijknamige cocktails. Honing, spuitwater, citroen en nog wat alcoholisch zit erin, haha. Dat moeten we dus niet missen! Helaas gaan ze tien minuten na onze aankomst al dicht. Dus als we nog meer willen drinken, zullen we toch echt naar een ander onderkomen moeten. Op weg terug naar het hotel vinden we er een. Hier nemen we nog zo’n Cancanchera. Is lekker man! Het begint weer te regenen en iedereen wordt nat. Ach joh, wat maakt het ook uit! Tegen elven lopen we toch echt terug. Ik ben het wel zat, maar Bastiaan wil nog even naar de discotheek bij ons hotel, Las Cuevas. Deze is zo speciaal omdat het in een grot is gebouwd. Nadat de bewaker aan het begin van de heuvel ons de verkeerde kant op stuurt en we door hem twee keer diezelfde heuvel op zijn gelopen, is ook Bas het zat. Slaapie slaapie. Wat een mietjes he…
Donderdag 27 augustus
Vandaag gaan we vroeg op, want we hebben een hele lange autotocht voor de boeg. Nog even een leuk feitje: Ik word deze morgen niet door de normale wekker wakker. Dan zou je denken, hoe dan wel? Nou, om tien voor zeven loopt er een kakkerlak over mijn buik. Jawel, onder de dekens. En het was geen nachtmerrie. Ik kan je zeggen, een betere wekker kun je haast niet hebben. Ik sta gelijk klaarwakker naast het bed. Bas denkt eerst nog dat ik een grapje maak, maar dan ziet ook hij het twee centimeter grote beestje suf in een hoek liggen waar ik ‘m heb heengeslagen. Lekker hè? Maar goed, ik probeer het trauma vanaf nu achter me te laten. De autotocht dus, is maar liefst ruim 500 kilometer. Voor Nederlandse begrippen is dit al vrij fors, maar voor Cubaanse begrippen al helemaal. Dit aangezien de wegen hier dus vrij hobbelig zijn op de eerste plaats. Je kunt dus niet 120 km per uur rijden. En daarnaast moet je van alles en nog wat ontwijken onderweg. Met van alles en nog wat bedoel ik vandaag; Paard en wagens, fietsers, geiten, krabbetjes, honden, varkens, voetgangers, nog meer honden, bussen en een paar oude Amerikaanse auto’s. Niet gelogen! We komen ze allemaal tegen. Wat dat betreft gaat de eerste helft van de tocht best voorspoedig. We maken nog een tussenstop in Cienfuegos, een mooie stad. Hier kopen we een schilderijtje van de enige echte Che Guevara, voor op de WC 😉
Maar dan.. Nadat we van de Autopista National afgaan, om de route naar Vinales te volgen, komen we terecht op een soort tussenweg, wat eigenlijk geen echte weg te noemen is. Het is meer een onverhard pad met hier en daar een stuk asfalt. Tot overmaat van ramp begint het ook nog een keihard te regenen. Bastiaan is de wanhoop nabij, haha. Als we eenmaal weer op een harde weg terecht komen, raken we weer terug waar we begonnen waren. Met ander woorden; dat stuk onverharde weg hebben we dus helemaal voor niks gereden! Ik vertel alles nu wel in 1 alinea, maar in werkelijkheid hebben we hieraan zo’n twee uur tijd verloren! We stoppen in een stadje, kopen daar en stukje brood, en rijden verder. Net als er aan deze dag geen einde meer lijkt te komen, zien we een bord met daarop de Autopista National richting Vinales. Hèhè, die moeten we hebben. Na drie keer vragen langs de weg, komen we er uiteindelijk! Nu kunnen we doorrijden en de verloren tijd inhalen.
Ik denk zo’n twee uur later bereiken we Vinales, om half zeven in de avond. Dus toch wel zo’n 11 uur rijden later. Moet je nagaan. We komen aan bij de receptie van Hotel San Vincente. Dit hotel is samen met twee andere hotels deel van Complejo Vinales. Het enige wat we niet weten is in welk van de drie hotels we gaan logeren de komende twee dagen. Dat staat niet op de reisvouchers. We hopen dat het dit hotel is, want de omgeving is prachtig! Het ligt in een mooie groene vallei met mooie bomen en planten en andere schoonheid der natuur! En het hotel zelf ziet er ook prima uit. Dus we wagen het erop. De meneer bij de receptie kijkt eens op zijn reserveringlijstje, en nog eens. Dan bekijkt hij de reisvoucher en trekt een vragend gezicht. “No reservations for you here” Kut, dit is ‘m dus niet. Wat jammer. Ik vraag in het Engels of hij dan de andere twee hotels zou willen bellen om te vragen waar we dan welkom zijn. Maar dat doet hij niet. De voucher is voor hem genoeg bewijs dat we vanuit Nederland hebben gereserveerd, zegt hij, dus hij zal een kamer voor ons regelen. “YES”!
Nadat we onze bagage in de kamer hebben gedropt, lopen we naar het hotel restaurant om een hapje te eten. En daarna kunnen we een glaasje befaamde Cuba Libre natuurlijk niet weerstaan. Daar kun je lekker op slapen. Zonder kakkerlakken, hopelijk… 😉
Vrijdag 28 augustus
Bastiaan wil vandaag graag vroeg uit de veren. Ik waardeer dat zo hè, van de lieve schat. Als hij een bepaalde tijd in zijn hoofd heeft om te vertrekken, kan ik daar namelijk minstens een uur van aftrekken, omdat ik die tijd nodig heb om te douchen, te föhnen, op te maken en aan te kleden. Vooral dat haar van mij kost veel tijd. Heel veel tijd. Maar ja, die krullen moeten toch goed zitten hè. Maar goed, we gaan namelijk vandaag een excursie doen. Wel een hele leuke; een wandeling door de stille vallei van Vinales, en een bezoekje aan een lokale tabaksboer. Na het ontbijt lopen we naar de receptie om het te boeken. Eerst doen ze een beetje moeilijk omdat het eigenlijk een dag van tevoren gereserveerd moet worden, maar na een paar telefoontjes te hebben gepleegd, kunnen we toch terecht. We krijgen een briefje in de hand gedrukt met een adres erop. Daar moeten we heenrijden, dan wacht ene Susy op ons. Ok! Nou, dat was makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want het halve dorp stuurt ons eerst drie keer de verkeerde kant op, voordat we eindelijk op de plaats van bestemming aankomen. En daar komt nog eens bij dat wij zoeken naar ‘de vrouw’ Susy. Je raadt het al, het is een kerel. Hij begeleidt ons naar een parkeerplaats aan het einde van de straat. Hier gaan we eruit en de vallei in. Op dit moment is het nog niet zo heel warm. Tijdens het lopen vertelt hij ons over de planten, dieren en de bevolking hier. Er was bijvoorbeeld vorig jaar een orkaan door de vallei heen geraasd, die alle huizen had verwoest. Dan moeten de mensen weer van voor af aan beginnen met het opbouwen van alles. Vreselijk gewoon.
Aan de andere kant zien we prachtige plantages met bananen, cassaves, mais, aardappelen, enzovoort. En een mooi meer in het dal. Na een uurtje lopen in de inmiddels iets warmer geworden vallei (pfffff), komen we aan bij de boerenfamilie die ons gaat laten zien hoe de tabak voor de o zo beroemde Cubaanse sigaar wordt verbouwd. We krijgen uitleg in het Spaans, maar het boertje praat heel langzaam en het is wel redelijk te begrijpen: de bladeren worden geplukt in november. Vervolgens worden ze tot maart te drogen opgehangen in een speciaal daarvoor gemaakte schuur. 90% van de bladeren verkoopt het boertje aan de regering. Deze bladeren gaan naar de sigarenfabrieken in de steden. De rest houdt hij voor zichzelf. Hij spuit de tabaksbladeren in met een mengsel van honing, citroen en rum voor een, naar eigen zeggen, specifieke smaak. De ingespoten bladeren bewaart hij vervolgens nog een aantal maanden in een baal, dan kan de smaak erin trekken. Na die tijd zijn ze klaar om tot sigaar gedraaid te worden.
Drie keer raden wie er eentje mag maken: Ikke!!! Hij doet er eerst een voor. Het is nog een heel precisiewerkje hoor. Maar het lukt mij ook! Deze mag ik zelf oproken, onder het genot van een kopje zelf verbouwde koffie. Bas, als niet roker, neemt ook een paar trekjes van mijn met trots gedraaide sigaar. Dat hoofd!! Prachtig. We kopen een setje sigaren van het boertje, bedanken hem voor de gastvrijheid en gaan weer de vallei in. Op de weg terug. Het is zo heet, je kunt onze shirts uitwringen.
Als we terug zijn bij de auto, brengen we Susy terug naar zijn adres. Het was een zeer geslaagde tocht dit. Geweldig!
Na inspanning komt ontspanning. We hebben ons zelf beloofd dat we de rest van deze middag bij het zwembad van het hotel mogen vertoeven. Relaxed. De zon is achter een wolkje verdwenen, dus het is niet meer zo warm. Als we een uurtje hebben gezeten en gezwommen, wordt het wel weer erg donker. Het lijkt wel alsof hier elke dag rond een uur of drie, vier een fikse bui valt. Zo ook weer vandaag. Schuilen! Helaas, daar gaat ons middagje zwembad. Toch heb ik er hier minder moeite mee als het regent op een of andere manier. Als dit Spanje zou zijn, dan zou ik nu chagrijnig zijn. Het heeft gewoon wel wat. Gek hè. Toen we hier gisteren naartoe reden, zag Bastiaan in de verte een grote grot. Het leek alsof het een restaurant was. Best leuk om daar vanavond te gaan eten dus. We rijden erheen. Eenmaal daar, is het helaas geen restaurant, maar gewoon een bar waar je ook de mogelijkheid hebt om de grot wat verder in te gaan. Dat willen we niet, dus we nemen alleen een drankje. Dan eten we wel wat verderop, want daar hebben we ook een leuk ogend restaurantje gezien. Het lijkt wel of we pech hebben, want het leuk ogende restaurantje verderop is dicht. Wel staan er twee mannen die ons naar een casa particular willen krijgen, maar daar hebben we vanavond geen zin in. Dan eten we gewoon bij het hotel, ook prima hoor.
Op het terrein hier bij het hotel lopen erg veel (zwerf)honden. Eentje is er zo lief.. Ik heb hem gevoerd, ook al mag dat eigenlijk niet van de eigenaars. Nou ja, die beesten hebben toch ook hartstikke honger! Na het eten nemen we nog een cocktailtje, en dan zzzzzzzz…..
Zaterdag 29 augustus
Om een uurtje tien na het ontbijt vertrekken we, met een klein beetje pijn in ons hart, uit deze mooie plaats. Maar aan de andere kant staat er wel een hele leuke plek op het programma voor de komende dagen; Havana! Dé hoofdstad van Cuba! Daar moet je zijn geweest! We gaan hier drie nachten doorbrengen. Havana here we come! Het is ongeveer een kilometertje of 160 vanaf hier, en aangezien we hier gelukkig vlakbij de Autopista National zitten, denken we er zo’n drie uur over te doen. Voor Cubaanse begrippen vrij snel dus, vooral vergeleken met eergisteren. Na een uurtje zitten we inderdaad op deze weg. Het is vandaag op een of andere manier best eng om over deze weg te rijden. Het gebeurt hier van alles, behalve dat mensen op de weg letten. En het is ook drukker omdat het weekend is denk ik. Niet te hard rijden dus maar. Het is geen leuk verhaal, maar we hebben ontdekt dat wanneer er een zwerm kalkoengieren boven een bepaald stuk op de weg zweeft, er een dier is aangereden. Deze vogels zijn namelijk echte lijkenvreters, hebben we ons gisteren laten vertellen door Susy. Ja hoor, daar zien we wat liggen. Het is best groot! Oh nee hè, het is een zwerfhond die is doodgereden! Echt vreselijk om te zien. Hier kijkt men niet om naar honden, ze lopen overal rond en zijn heel mager. Echt zielig. Laat staan als er eentje dood langs de weg ligt. Dat doet niemand wat. Bah. Nou, mij laat het niet los. Helaas komen we nog een aantal keer een dode hond tegen, die wordt opgevreten. Maar nu het leuke! We rijden Havana in. Het is druk, heel druk! Ik let weer goed op de weg, en Bas navigeert ons naar hotel Inglaterra. Gelukkig gaan we in een keer de goede kant op. Het is hier echt volgebouwd, en je ziet overal auto’s, bussen, fietsers en scootertjes. De gebouwen zijn oud en vervallen. De panden die wel mooi onderhouden zijn, zijn van de staat. We parkeren de auto voor de deur van het hotel. Er komt gelijk een mannetje naast onze auto staan. Hij vraagt ons hoe lang we willen parkeren. Bas zegt: “We don’t know”, ik zeg: ”We leave 1 September”. Lekker op één lijn ook weer hè 😉 We bedenken dat we eerst gaan inchecken, en later terugkomen om te zeggen hoe lang we hier precies zullen parkeren. Misschien hebben ze wel een ondergrondse parkeerplaats bij het hotel, je weet niet toch? We checken in en worden naar onze kamer gebracht door de bellboy. Als Bas heeft geplast, stopt de WC alleen niet meer met doortrekken. Er moet iemand bijkomen. De man kan het niet fiksen, dus we krijgen een andere kamer. Prima. De kamers hier zijn wel ok, maar best aan de kleine kant. Helemaal vergeleken met wat we gewend zijn de afgelopen dagen. O ja, en ze hebben geen raam. Dus daglicht zit er niet in. Haha. We gaan naar beneden om een broodje te eten en daarna de stad in. Eerst nog even de parkeerman zeggen hoe lang we nu blijven, want er is dus geen ondergrondse parkeerplaats. Tot en met 1 september kost 6 pesos, zeg maar even 5 euro. Valt mee voor drie dagen, in Amsterdam betaal je dat per uur. De man wijst ons op de linkerachterband van onze auto. Oei, die is aan het leeglopen zo lijkt het. Oh nee. We hebben wel eens gezien hoe een band verwisseld moet worden, maar om het nu zelf te doen is toch wel weer het andere uiterste. Dat wordt een echtscheiding denk ik. Laten we nog even afwachten tot morgen en nu de stad inlopen. Het is weer verschrikkelijk warm. We lopen door een winkelstraat en Bas wordt gelijk aan zijn mouw getrokken door een moeder met een klein kindje. Of hij een pakje melk voor het meisje wil kopen. Dan moet je net Bastiaan hebben. Ik weet inmiddels dat wanneer hij nee zegt, hij ook echt nee bedoelt. Maar deze vrouw nog niet… Op z’n zachtst gezegd is Bas niet blij. En ik ben op dat moment ook nog eens een winkel in gelopen, dus als ik terug kom word ik meegesleurd een andere straat in. “Hier gaan we weg! Ik word hier gek!”
We lopen een ander straatje in en op de hoek hiervan zien we een (gelezen in het Cubaanse boek) beroemde bar: El Floridita. Hier dronk een van Cuba’s helden, schrijver en kunstenaar Ernest Hemingway altijd een daiquiry, of twee.. Nu is het alleen nog maar een bar en restaurant waar veel toeristen komen, die dan natuurlijk ook een daiquiry drinken. Zo ook wij, als echte toeristen zijnde! Lekker hoor! En dat mag ook wel voor die prijs. 12 pesos voor twee drankjes is hier echt rete veel geld. Maar het is het waard. We hebben voor vandaag niet echt een plan gemaakt, dus we lopen lekker wat in de rondte. Winkeltje in en uit, barretje in en uit. En heet dat het nog is. We zweten ons weer helemaal leeg. Soms lopen we een straatje in waar je nauwelijks toeristen ziet, dat is best naar. Niet dat de mensen zo eng zijn, maar het is gewoon zo armoedig en vies hier. Dan worden we ook aangesproken door bijdehandte mensen die vragen om zeep of ze bieden sigaren aan of weten een restaurant. Bastiaan is nog een beetje in de war van die moeder van vanmiddag, dus die wijst iedereen af, haha. En qua sigaren hebben we sowieso al een lesje geleerd. O o o wat waren wij naïef zeg. Achteraf hebben we namelijk in het Cuba boek gelezen dat je nooit sigaren van Cubanen moet kopen die ergens een “vriend” hebben die in fabriek werkt, omdat deze van veel mindere kwaliteit zijn dan de sigaren uit de echte fabriek of de winkels. En dat zo’n pak maar 3 tot 5 pesos waard is. Wat betaalden wij ook al weer? Scroll maar even terug…. Ik durf het niet meer te zeggen!
Op een gegeven moment komen we een kunstgalerietje tegen. “Dat vind ik een mooi doek”, zegt Bas. Het is een schilderij met daarop de bar “La Bodeguita del Medio” en op de voorgrond staat zo’n typisch Amerikaans (en inmiddels Cubaanse) oldtimer. Heel leuk. Trouwens ook deze bar is bekend door het bezoek van Ernest Hemingway. Hij dronk hier mojito. We kopen ‘m. Voor op Bas zijn computerkamertje 😉 Je raadt het natuurlijk nooit, maar welke bar komen we verderop tegen; juist! La Bodeguita del Medio!! Een mojitootje dan maar? Hmmm! We zijn het zweten wel een beetje zat, dus we gaan naar de hotelkamer om even te douchen en iets anders aan te trekken. Even lekker fris.
Eigenlijk wilden we vanavond eten bij een restaurant uit het Cubaanse boek, maar die konden we niet vinden. Dus vanavond gaan we lekker makkelijk in het hotel zelf eten. We hebben vouchers gekregen zodat je een gratis hoofdgerecht kunt eten. We blijven toch Hollanders nietwaar? Het eten is niet geweldig hier. Ten eerste zijn het niet alle hoofdgerechten die gratis zijn, maar vier. En dan willen we een van die vier bestellen, is het op! Beetje jammer. Maar ja. Na het eten gaan we nog even lekker buiten zitten en luisteren naar een Cubaanse band. Onder het genot van zo’n veel te dure nepsigaar. Ja, zelfs Bastiaan heeft weer meegerookt. Ongelofelijk hè.
Zondag 30 augustus
Als de wekker van de telefoon gaat om half negen, denk ik dat het nog middernacht is. Zo donker is het in die kamer! En ik heb altijd al een beetje last van opstartproblemen. Hup, eruit en douchen, dan gaat het wel weer. Eenmaal gegeten en buiten, lopen we eerst naar de parkeerplaats om te kijken hoe het ervoor staat met onze band. Die is dus hartstikke lek. Kut, dat wordt verwisselen. Een van de parkeerbeheerders komt naar ons toe en wijst naar de band. Ja, dat hadden we al gezien! Hij wijst naar de achterbak en we doen ‘m open. Hij pakt uit zichzelf de reserveband en begint ‘m te verwisselen. Wat lief! Wij staan erbij en kijken er naar, voelen ons eigenlijk een beetje lullig, maar ja. Als hij het doet.. Met 10 minuten is het gebeurd. Nou ja, te gek! We bedanken hem en geven hem een paar pesos. Kunnen we met een gerust hart naar de sigarenfabriek. Deze schijnt achter het hotel te liggen. Onderweg komen we een arm mannetje tegen, die een vies oud flesje omhoog houdt. Hij gebaart of ik er een beetje water uit mijn flesje in wil doen. Ik vind hem wel zielig, dus hij krijgt wat. Het mannetje is heel dankbaar.
Een stel Cubanen, ziet het gebeuren en lacht goedkeurend. Een jongen en een meisje. Ze praten redelijk Engels; “You have a nice Holiday?” vraagt de jongen. Zo raken we aan de praat. De jongen werkt in de sigarenfabriek en het meisje is salsadanslerares. We horen dat de sigarenfabriek gesloten is op zondag, dus we lopen al pratend een stukje met hun mee. Het meisje wil graag de dansschool laten zien. Ok, best leuk. We lopen mee, een paar straten het centrum in. Ze kletsen honderduit. We komen bij de dansschool aan en ze laat het een en ander zien en vertelt dat deze dansschool vroeger het huis was van de zoon van Fidel Castro. Grappig, best leuk om te weten. We lopen weer verder en ze vragen of we meegaan wat drinken in een barretje op de hoek daar. Prima, dan gaan we daarna weer onze eigen weg. Dit cafeetje was vroeger de stamkroeg van de Buena Vista Social Club, zeggen ze, en we krijgen een soort Mohito voorgeschoteld. We kletsen weer verder, over van alles en nog wat. Zij hebben bijvoorbeeld Havana nog nooit verlaten omdat ze dat niet mogen van de regering. En ze vertellen over de munteenheid van de Cubanen zelf, over hun werk, dat ze samen met hun familie in een huis wonen, en ze vragen ook veel over Nederland. Ze bestellen ondertussen nog een drankje. Op dat moment hebben Bas en ik nog een half glas staan. Als wij ons glas leeg hebben, geven we aan dat we weer verder gaan en dat we willen betalen. Bas begint zich ook een beetje ongemakkelijk te voelen met die -toch eigenlijk- vreemde mensen. De barman schuift Bas de rekening voor zijn neus, dat is al het eerste. Wij moeten dus betalen. Maar dan komt het; 36 pesos!!! Dat komt neer op ongeveer 6 euro per drankje waar nog niet eens alcohol in zat. Veel te veel dus. En daar komt bij dat zij er dus even gauw in die korte tijd twee ophebben. En dat mogen wij neertellen. Met andere woorden; wij zijn er weer eens ingeluisd! Wij naïeve toeristen zijn voor de tweede keer blind van vertrouwen ergens op in gegaan. Maar gelukkig komt dat besef op tijd, en hier ga ik dus niet aan meedoen. Ik zeg tegen haar dat wij ons deel wel betalen, 12 pesos dus, wat eigenlijk al veel te veel is. En dat zij en haar vriend zelf maar de rest moeten bijleggen. “You had four drinks and we only two, I’m not paying this amount for your drinks!” “But we cannot pay in convertible pesos”, zegt ze. (Convertible is alleen voor toeristen). De jongen schreeuwt wat tegen Bas en inmiddels staat de barman er ook bij, die mengt zich er ook nog even in: “You invited them, then you have to pay,” zegt hij tegen Bas. Jaja, denk ik, die eikel zit natuurlijk gewoon ook in het complot. “Bas sta op, we gaan, ik betaal dit absoluut niet.” “Ja, maar dat kan toch niet zomaar.” “Bas sta nu op!” De barman zijn prijs is al gezakt. Als we nog een tientje zouden neerleggen dan zou het goed zijn. 22 dus, moet je nagaan, al 14 van de beginprijs af. Maar nee, bedankt!!!! “Bas, NU!” Eindelijk staat ie op. De jongen en het meisje spreken ineens geen Engels meer, en de barman gebaart wat in de rondte over politie die zou komen als zij niet konden betalen, blablabla. Nou het zal wel, wij lopen weg, daaaggg! Pfff, hebben wij dat weer? We lopen iets harder dan normaal weer richting de hoofdstraat, waar we vandaan kwamen. Gelukkig komt niemand ons achteraan. Eenmaal weer in de hoofdstraat spreekt een ander stel ons aan: “Happy Holidays?” Haha… “ Fuck you!”
Om even bij te komen van de schrik drinken we even een frisje op het terras van het hotel. Bas is trots op me dat ik me niet liet ompraten door die gasten. Wat een avontuur op de vroege morgen! Iets ontspannenders dan maar. Een bustour door Havana. Voor een paar pesos kun je door de stad toeren, je kunt ook uitstappen en weer op de volgende bus stappen als je wilt. Wel leuk dus. We zitten op het dak, dan kunnen we alles goed bekijken. Als we een half uurtje onderweg zijn en veel bezienswaardigheden hebben gefotografeerd komt Bas erachter dat we wel dicht bij een cache rijden. “Zullen we dan de volgende halte uitstappen?” Helaas is de volgende halte niet zo dichtbij en kunnen we in die bloedhitte nog anderhalve kilometer terug lopen. En dat ook nog zonder resultaat. We weten namelijk wel ongeveer waar die moet liggen, maar alles is te vies om aan te raken. Dus we besluiten dat we een cache gaan doen als we richting Varadero rijden overmorgen. Daar ligt er ook een.
We kunnen geen bushalte van de tour vinden en hebben geen zin om naar het hotel te lopen, dus we houden een dopje aan. Zo noemen wij de gele overdekte ronde taxiscooterjes, die je hier overal ziet rijden. Heel grappig zijn ze. Je kunt met z’n tweeën achterin. De chauffeur probeert ons natuurlijk onderweg een rondje stad aan te smeren, maar daar hebben we geen zin in. Vanaf het hotel lopen we de winkelstraat in die ertegenover zit, om een eettentje uit te zoeken voor de lunch. Laten we hopen dat we een redelijke vinden, aangezien Cuba, en vooral Havana, niet bekend staat om z’n goede keuken. En dat is nog aardig omschreven. We vinden een muffige pizzeria. Eigenlijk wil ik hier niet naar binnen, maar Bas haalt me over. Achteraf zijn de pizza’s best lekker! Eindelijk een beetje iets met een vertouwde smaak naar binnen gekregen. Na het eten lopen we nog wat verder de straat in en horen een leuk bandje spelen. Dat is hier zo leuk! Zo wat op elke hoek van de straat staan er mensen muziek te maken. Heel gezellig. We gaan naar binnen en drinken wat. We zijn de enige hier, dus ze spelen zelfs verzoeknummers, haha. En uiteindelijk gaan we ook nog met ze op de foto. Leuk. Als we achteraf hun CD niet kopen, spelen ze ook geen noot meer. De liefde is meteen over.
Ik ga hier nog even plassen. Er zit een oud toiletjuffrouwtje voor de wc deur te wachten op klandizie. Ze wil graag 1 peso ontvangen. Wel veel dus voor 1 plasje. Maar, ik krijg er wel maar liefst drie velletjes WC papier bij voor die prijs, haha. Stel je voor dat ik niet alleen hoefde te plassen… Nu willen we douchen! Heel graag douchen! We voelen ons namelijk echt vies door het zweten en de omgeving.
In het Cuba boek heb ik gelezen over een Italiaans restaurant met positieve omschrijving. De kok is zelf Italiaans dus dat moet goed komen met het eten. Het restaurant zit onder een hotel Capri. Het is best wel ver weg, dus we bedenken dat we het eerste stuk lopen en voor de rest nemen we een dopje. Zo gezegd zo gedaan. De chauffeur, die overigens dezelfde is als van vanmiddag, alleen hij kent ons niet meer, zet ons af en vraagt; “You really want to stop here, hotel Capri is closed.” Haha nee toch? Grapje. Maar nee, helaas geen grapje. Het gebouw dat vroeger hotel Capri was, is omringd door hekken. Dus het restaurant kunnen we ook wel vergeten. Maar we hebben net 6 pesos afgetikt, dus we blijven hier wel even rondzwerven op zoek naar wat anders. Onderweg komen we een ander restaurant tegen; La Roca. De staat ook in het boek dus die zal dan ook wel goed zijn. Eenmaal binnen ziet het er inderdaad heel goed uit. De obers en de serveersters zijn mooi gekleed, en is geheel is gewoon best chique. Nou wat een geluk, toch nog wat gevonden in deze omgeving. Vooraf nemen we parmaham en een mandje brood met aioli. Echt zo lekker hebben we de laatste dagen niet gegeten! Als hoofd neemt Bastiaan een soort biefstuk op spies en ik neem een gordonblue van kip. Helaas is deze laatste niet zo geslaagd. Tot drie keer toe moet ik ‘m terug sturen naar de keuken, omdat de kip gewoon nog roze is van binnen. Dat kan natuurlijk niet, maar dat hebben ze hier niet zo in de gaten geloof ik. De derde keer dat ik de kip terug krijg, ben ik er wel klaar mee. Bas is allang klaar met eten dus dan is het ook niet meer zo gezellig. Jammer. We gaan met een gewone taxi terug naar het hotel en nemen hier nog een slaapmutsie.
Maandag 31 augustus
Dan is vandaag toch echt de dag dat we de sigarenfabriek gaan bezoeken! Zonder ons te laten aanspreken door vreemde mensen. Op de weg ernaartoe worden we om de paar meter aangesproken door mannen die (nep)Cohiba’s aan ons willen verkopen voor weinig geld. Op het laatst worden we er echt gek van. Zelfs als we binnen zijn in de fabriek staan ze op een hoekje: “Pssssttt! Sigars Cohiba’s Come look!! Cheap!!” NEEEE!!!
De volgende tour in het Engels is pas over ruim een uur. Hmm. Dan lopen we nog even terug en gaan nog een keer de bustour van gisteren doen, die hebben we toen niet helemaal afgemaakt. Even lekker uitwaaien op het dak van de bus, want het is weer lekker heet vandaag.
Ruim een uur later staan we weer bij de fabriek. We mogen geen fototoestel meenemen, das jammer. De gids neemt ons mee. Er werken in totaal 700 mensen in het gebouw, verdeeld over zo’n 6 afdelingen. De verschillende bekende merken, zoals Montecristo, Cohiba en Romeo y Juliette, worden hier geproduceerd. Iedere afdeling doet een ander deel van de productie. Eerst worden alle tabaksbladeren geteld en gesorteerd op kwaliteit. Op de volgende afdeling worden ze per baal gewogen. De bladeren die het mooist zijn, worden gebruikt voor de buitenkant van de sigaar. Deze bladeren zijn ook het meest kostbaar. Vervolgens wordt op afdeling drie de binnenkant vakkundig tot een cilindervorm gerold. Echt mooi om te zien. Dan gaan ze in een speciale pers, waar ze een bepaalde tijd in moeten blijven om helemaal tot vorm te komen. Daarna wordt het blad voor de buitenkant uitgesneden en dit wordt om de ‘binnenkant’ heen gerold. Een heel klein rondje wordt vervolgens uitgesneden voor het puntje van de sigaar. En deze wordt er met een soort lijm gemaakt van gom en rijst, op geplakt. Wat kunnen ze dat goed ook, ongelofelijk. Allemaal even strak. Een leek ziet het verschil niet. Maar de mensen hier zien het verschil wel, want op de volgende afdeling wordt naar de kwaliteit van de gerolde sigaren gekeken. Als de sigaren door deze ronde heen komen, worden ze steekproefgewijs geproefd. Het lijkt een leuke baan, maar je moet wel verplicht de hele dag sigaren roken. Pfff. Als laatste worden ze de in de doos gelegd, op kleur. Het is dus echt een heel werk vanaf het moment dat het tabaksblad binnenkomt tot het moment dat de sigaar in de doos gelegd wordt. Omdat het soms wel eentonig werk is, wordt tussendoor de krant voorgelezen of de radio staat aan. Afgekeurde sigaren trouwens, mogen de werknemers zelf oproken of meenemen naar huis. Daar komt ook het aanbod op straat mede vandaan, denk ik. Nooit kopen op straat dus, deze kwaliteit is niet, of minder goed. Moet ik zeggen dus… Maar goed, al doende leert men zullen we maar zeggen. Na deze leerzame rondeleiding, vinden wij het wel weer tijd geworden voor een ‘lekker’ Cubaans hapje. Van de week tijdens het lopen heb ik ergens een restaurant/bar gezien waar ze ook sandwiches en hamburgers hebben, dus daar lopen we heen. Bastiaan neemt een hamburger met friet (wat later gekookte aardappels blijken) en ik een broodje chorizo/ queso. En een biertje om de boel snel weer weg te spoelen. 😉 Hierna lopen we nog even de winkelstraat in om nog ergens wat muziek te luisteren. Onderweg komen we een man tegen met een hond. Ik zie ineens dat hij als riem een snoer van een telefoon gebruikt, en nog gekker, in zijn hand heeft hij de hoorn vast. Om te gieren! “Moet je nou kijken Bas!! Die vent laat zijn hond uit aan een telefoonsnoer! Hahaha effe stiekem een fotootje maken!” De man heeft natuurlijk allang in de gaten dat wij naar hem staan te kijken en hij gebaart dat ik dichterbij moet komen met de camera. Ok! Hij pakt die hond aan een pootje vast en legt hem op de grond met de hoorn tegen zijn oortje. Dat heeft ie dus vaker gedaan want doe hond geeft geen kick. Als die man die hond nog een paar poses aan heeft laten nemen, vind ik het genoeg. En een beetje zielig toch wel. Hij vraagt om geld. Ik geef hem een tube tandpasta. Dan kan hij die drie tanden in z’n mond fris houden. Hihi.
Ik loop weer terug naar Bas. We willen een barretje in lopen, als de man met de hond weer onze kant opkomt. Bastiaan moet mij, hem en de hond op de foto zetten, is de bedoeling. Ik moet dan de hoorn vasthouden. Ok, vooruit dan maar eventjes. Hij geeft me die vieze gore hoorn in de hand en ik houd ‘m voor m’n oor. De man pakt de hond vast en Bas begint foto’s te maken. Het ziet er niet uit! Ik met die man en die hond, haha. En wat denk je dat die vent ook nog doet? Hij pakt het pieletje van die hond voor de grap vast! Nou dat is toch niet normaal! Ik weet niet waar ik kijken moet en ondertussen ligt Bas helemaal krom van het lachen vanachter de camera. Tjezus!!! Ok klaar nu! Arme hond! Nou ja, hij is waarschijnlijk niet anders gewend dat beest.. Heb ik weer hoor. En nu echt heel snel dat barretje in Bas! “Je had die kop van jou moeten zien”, sputtert hij door. “Jaha, weet ik veel dat ie dat ging doen!!” Na nog wat winkeltjes te hebben bekeken komen we aan het einde van de middag terecht bij een net uitziend terrasje in een mooie straat. Hier gaan we ff een Cuba Libre drinken. De bediening is ook heel aardig. Alleen als we de drankjes krijgen zit er haast geen rum in. Ja, want we zijn inmiddels kenners geworden weet je. Ik vraag de serveerster of er wat bij mag. Prima. Nu is ie goed. Als we willen betalen blijkt waarom er zo weinig rum in zat, het kost maar 1,25 pesos per glas. Hier blijven we dus nog even zitten, dat snap je. We blijven eigenlijk zo lang hangen dat we bedenken hier ook maar te blijven eten. We zagen net namelijk lekkere spaghetti voorbijschuiven. We bestellen het bij de ober. Eerst krijgen we nog een schaal broodjes. Lekker. Als we dan ook nog een overheerlijk soepje krijgen, denken we dat het niet goed gaat; “We ordered only spaghetti?” “Yes this is included”, zegt de ober. Ok als we dan maar wel genoeg geld hebben! Uiteindelijk gaan we helemaal volgegeten en gedronken weg voor maar 16,50 pesos. Koopje niet? En lekker ook voor de verandering! Eenmaal terug in het hotel beginnen we rustig aan met pakken. Dit is onze laatste dag hier namelijk. Morgenochtend gaan we naar Varadero om de laatste vier dagen van de vakantie lekker te relaxen. Heerlijk! We hebben er allebei zo’n zin in!
Dinsdag 1-, woensdag 2-, donderdag 3- en vrijdag 4 september
We vertrekken vroeg, een uurtje of acht deze morgen. Dan liggen we op tijd op het strand. We checken uit en stappen in de auto. Havana uitkomen is moeilijker dan Havana inkomen, moeten we toegeven. Maar gelukkig bereiken we uiteindelijk de weg naar Varadero. Het is geen Autopista, iets kleiner, maar het rijdt aardig. We rijden Varadero binnen. Bastiaan, onze enige echte Geocache fanaat, wil willens en wetens zijn Geocoin hier achter laten op Cuba. Omdat dit niet is gelukt in Havana, heeft hij als back up een paar caches uitgeprint voor hier. We rijden er in de buurt volgens de GPS. De cache heet “Mi Casa”. Het piepje gaat vlakbij een huis. Dat zal Mi Casa wel zijn dan. Maar er is gewoon iemand thuis. Hoe kun je dan zoeken?! Bastiaan stapt uit de auto en de bewoonster komt naar buiten. “Geocache” Vraagt hij aan de vrouw? Eerst hoort ze het niet zo goed maar als hij het nog een keer vraagt hoor ik: “Si si!!” Ze loopt naar binnen en komt buiten meet een doosje met allerlei geocoins en kleine speelgoedjes. Of we even binnen willen komen. Haha wat een grap dit zeg. Leuk hoor! De vrouw spreekt natuurlijk alleen Spaans, maar we begrijpen dat haar man (of haar schoonzoon, kan ook) van Duitse afkomst is, en dat hij de cache hier heeft gemaakt. We krijgen koffie en water en we praten gezellig wat. Bastiaan verruilt zijn coin met die van iemand anders die hier is geweest en dan gaan we weer op pad.
Nu moeten we toch niet ver weg meer zijn van ons hotel; Paradisus. Paradijs dus, dat klinkt alleen al geweldig. Het is een lange weg die we af moeten rijden, dan zouden we er moeten komen. Na een half uur rijden komen we ook inderdaad Hotel Paradisus tegen. We rijden het erf op en pakken de auto uit. Met koffer en al rijden we naar de ingang. We worden aangehouden door een man met een gastenlijst. Onze namen staan er niet op. Hmm dat is vreemd, dat kan gewoon niet. We laten de koffers even staan en lopen door naar de receptie. Hier horen we dat er twee hotels zijn die de naam Paradisus dragen, en dat wij dus niet bij het goede hotel staan nu. Natuurlijk. Zelf op het laatst gaat er nog wel weer wat mis bij ons. Hoe kom je er ook op om in een plaats twee hotels dezelfde naam te geven? Ik kan hier niet bij hoor. Maar goed we pakken de boel wel weer in. Bas is inmiddels ook een beetje zijn geduld kwijt. We krijgen aanwijzingen waar ons hotel moet zijn. Ongeveer vijf minuten van hier, na een politiepost rechts. Het is ook goed dat we die aanwijzingen kregen, want er staat dus geen enkel bordje dat ons lijdt naar deze weg. Na nog een keer vragen rijden we de goede kant op, denken we. Het rottige is namelijk, we komen bij de leverancieringang in plaats van de ingang voor de gasten. Er hangt een touw dus we kunnen er niet door. De man die verantwoordelijk is voor deze ingang laat ons er ook beslist niet door. We moeten helemaal terugrijden en een andere weg inslaan, dan komen we bij de goede ingang. Dit terwijl de ingang voor ons op vijf meter afstand is, echt waar. Alleen niet via de officiële weg dus. Heel heel heel flauw. Maar goed, dan rijden we wel weer om joh. Als we eindelijk wel de goede ingang hebben gevonden, begint gelukkig het echte paradijs. Want het is hier mooi, heel mooi! En nog luxer dan ons relaxhotel aan het begin van de vakantie. We moeten even een uurtje wachten tot de kamer klaar is, maar dat is niet zo’n probleem hoor. We wachten wel op het strand. Wit zand en lichtblauw water, daar word je niet chagerijnig van toch? Hier redden we het wel de komende dagen denk ik zo. Hhhmmm.
We gaan elke dag bijtijds uit bed om lekker vroeg op het strand neer te strijken. Beetje lezen, beetje zonnen, beetje luieren. Tussen de middag een lekkere lunch in het restaurant aan het strand. Na het strand nog even lekker een drankje aan de bar in het zwembad. Ja, die hebben ze hier ook! Werkelijk, het is hier heerlijk! Dus je begrijpt wel dat het binnen een mum van tijd vrijdagavond is. En in dit geval betekent vrijdagavond: inpakavond.
Zaterdagochtend om half elf worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. De lange reis naar huis gaat helaas beginnen. Cuba. Wij zullen dit geweldige, indrukwekkende, mooie, gastvrije, arme, communistische en soms vieze, verkeersbordloze eiland in ieder geval nooit vergeten. Het was top!
Afgelopen zondag met Joost afgesproken om een stuk te gaan fietsen. “Doen we ook een geocache??” “Ja hoor, gezellig” zeg ik.
Aangezien we gingen fietsen in Almere moesten daar een aantal caches gedaan worden. Het leek mij leuk om de serie “Meer zien van Almere” te doen. Een serie van 10 traditional caches die lijden tot de eindcache. Goed plan… doen we!!!!
Om half tien afgesproken. Na een kopje koffie en de GPS op orde te hebben gemaakt vertrokken naar punt 1. Tja… als je niet eerst leest weet je ook niet dat de cache weg is. Na een half uur toch maar eens de beschrijving gelezen. Shit… cache verdwenen dus. Gelukkig hadden we wel het geluk dat er een schaars gekleed Pools hoertje uit de bosjes kwam die samen met een man opnames had gemaakt van de door haar verrichte werkzaamheden;-) Haha. Dan maar naar punt 2, we geven niet op. Deze vinden we snel en de volgende punten gaan ook voorspoedig. Langs het water bij de derde cache van de dag eten we een broodje.
De volgende caches vinden we ook allemaal snel. We hebben de vaart er flink in, de één nog vlotter gevonden dan de ander. Het is echt een hele leuke tocht en we zien veel van Almere. Althans… ik zie aardig wat want Joost is al bij aardig wat punten geweest. Ondanks wat horzels en brandnetels is het echt op top dag. Aan het einde van de caches combineren we de resultaten en gaan op pad naar de eindcache. Hiervoor moeten ook nog een aantal locaties bezocht worden. Uiteindelijk hebben we het laatste coördinaat van de dag te pakken. Na 20 minuten in de bosjes te hebben rond gelopen zie ik de cache liggen. “Geniaal verstopt” zegt Joost. We schrijven een verhaaltje in het logboek en gaan op weg naar huis. Thuis aangekomen staat er 64 kilometer op de GPS.
Geocaching the next level dus. Dit was echt een geweldig mooie tocht en een super gezellig dag. Joost heeft ervan genoten en ik ook! Top!!!!
De Tour de France is helaas al weer afgelopen. De drie weken van dit sport evenement vlogen voorbij.
Grote winnaar is natuurlijk Alberto Contador. Deze man was zowel bergop als in de tijdritten niet te kloppen.
De wedstrijd in de wedstrijd waar veel over geschreven en gesproken is werd ook door Contador gewonnen. Wie de kopman binnen de Astana ploeg werd, was bij aanvang van de Tour nog niet bekend. Contador reed dan wel met nummer 21 en Lance Armstrong met nummer 22 maar dat was nog geen garantie. Een zevenvoudig Tourwinnaar schuif je niet zo maar aan de kant.
Verliezers zijn er natuurlijk ook. Op het podium van de Tour van vorig jaar stonden Carlos Sastre, Cadel Evens en Denis Menchov respectievelijk op plaats 1, 2 en 3. Natuurlijk verwacht men van het podium van vorig jaar vuurwerk maar zij zakten alle drie door het ijs. Zij zijn dit jaar terug te vinden op plaats 17, 30 en 51.
Ondanks dat Contador een geweldige Tour reed, kreeg hij diverse aanvallen te pareren. Met name de gebroeders Schleck wilden hem het vuur aan de schenen leggen. Dit is gewoon niet gelukt. De Spanjaard was bergop niet stuk te krijgen. Een sociale actie van hem was om op de Mont Ventoux, de laatste berg etappe, niet weg te rijden en de overwinning te pakken maar Lance Armstrong helpen. Hierdoor bleef Lance op het podium. Of dit door Bruyneel is ingefluisterd zullen we nooit weten.
Volgend jaar start de Tour in Nederland. Daar wordt de 1e etappe gereden. Een tijdrit over 9 kilometer door het centrum van Rotterdam. Voor de tweede etappe vertrekt het peloton vanuit Rotterdam richting België. Lance Armstrong komt dan wederom naar de Tour met zijn nieuwe ploeg Radioshack. Het is al zeker dat Contador niet in deze ploeg zal rijden want hij wil het kopmanschap voor de volle 100%.
Het is weer een jaar wachten maar dat heb ik er graag voor over. Ik heb er weer van genoten en kijk uit naar volgend jaar.
Bastiaan vond dat hij als verjaardagscadeautje wel een weekendje weg had verdiend. Daar heeft hij eigenlijk wel gelijk in, want ik heb al zó veel weekendjes weg van hem gekregen. En aangezien ik een paar enorme geldbomen in de tuin heb staan (pfff), kon het er nog wel vanaf. We gaan naar Milaan!
Donderdag 4 juni
Om half zes in de avond nemen we de trein naar Schiphol. Dan zijn we ruim op tijd voor vertrek aanwezig. Dat klopt inderdaad, want iets na zessen zijn we er al. En we gaan om half negen vliegen. Dan kunnen we mooi nog even shoppen!
Als je met Easyjet vliegt, vertrek je vanaf een andere gate dan normaal. Dus helaas gaat de shopvlieger niet op. Nou ja, dan gaan we vast door de douane en dan wachten we toch bij die andere gate? Aldaar worden we tegengehouden. We zijn te vroeg! Volgens de douanemevrouw is er hier niets te doen, dus we moeten wachten tot een half uur voor vertrek. Wat vind je daar nou toch van. Overal staat dat je twee uur van te voren aanwezig moet zijn. Ben je een keer op tijd, mag je niet door de douane!
Dus een tippie voor degene die met Easyjet gaan vliegen binnenkort: als je een klein uurtje van te voren aanwezig bent, dan ben je ruim op tijd.
Verder is er in de vertrekhal zelf ook niet veel te beleven, dus we gaan maar weer even naar beneden, naar Schiphol Plaza. Hier komen we een Italiaans eetcafé tegen, dus dan kunnen we alvast in de stemming komen. Bastiaan neemt een salade en ik een tosti met mozzarella en tomaat. Hier leggen we ook even de boekjes met bezienswaardigheden in Milaan naast elkaar, om te bepalen wat we gaan doen op welke dag.
Tegen achten mogen we eindelijk boarden. Bij gate G valt inderdaad weinig te beleven. Maar toch vind ik het raar dat we er niet door mochten net. Naja.
Na een korte vlucht arriveren we op vliegveld Malpensa in Milano! We kopen twee kaartjes voor de shuttlebus die ons rechtstreeks naar Statione Centrale zal brengen. Ons hotel zit daar namelijk vlak bij. Goede verbinding dus!
Ruim een uur later komen we daar aan. Hmm, nu nog even bedenken hoe we moeten lopen. Na 10 minuten te hebben stilgestaan besluiten we om voor deze eerste keer maar even een taxi te nemen. Maar de taxichauffeur vindt het niet nodig om ons te brengen, want het hotel is te dicht bij om met de auto heen te gaan. Haha. Ook goed, met handen en voeten legt hij ons uit hoe we moeten lopen.
En inderdaad; het is heel dicht bij. Na 5 minuutjes lopen komen we het Virgillio Hotel tegen. Dat is ‘m! Het is een beetje een duister hotel. Een aantal gokkasten in de lobby met daarachter wat vreemde figuren. We krijgen een sleutel van de receptionist. Ontbijt tot 10 uur morgenochtend zegt hij.
De hotelkamer is wel ok. Het stinkt een beetje naar riool, dat wel. We besluiten dat we nog even een drankje gaan doen in het straatje beneden. Dan kan het hier nog even luchten met de ramen open.
De Silverbar, zo heet het cafeetje vlakbij het hotel. Het is klein, met alleen de eigenaar in de bediening. Er is nog een tafeltje voor ons vrij, de andere drie tafels zijn bezet. Bas neemt een wijntje, ik een biertje. We krijgen er een bak pinda’s en Italiaanse koekjes bij. Lekker! Eindelijk even relaxen! Aan het tafeltje naast ons zitten twee mensen uit Australië. Ze horen ons praten over het hotel en beginnen een praatje. Heel aardig. Ze hebben een paar weken door Spanje gereisd en gaan via Milaan terug naar Australië. Morgen al. Een 24 uur durende reis voor de boeg dus. Mij niet gezien.
Nadat we nog een drankje hebben genomen, gaan we lekker slapen! Gelukkig is de stank wat minder geworden.
Vrijdag 5 juni
Voor tienen moeten we beneden zijn voor het ontbijt, dus de wekker gaat om negen uur. Wat een nacht zeg! We slapen aan de straat, met de ramen open. Het was een flinke herrie vannacht. Voorbij scheurende motoren en het leek wel of ze een glasbak aan het leeggooien waren ofzo. Dus ik zat een aantal keer recht op in bed! Bas niet hoor, die heeft lekker geslapen 😉
Nou gauw opschieten anders komen we te laat voor het ontbijt. Om tien voor tien staan we netjes in het keukentje, of hoe je het ook noemen mag. De mevrouw achter de bar kijkt ons raar aan. “Breakfast?” “No! Too late!!” Ze wijst ons op een briefje dat boven de balie van de receptie hangt. “Breakfast till 9.45” En gisteren zei die vent dat het tot tien uur is! Bas had het briefje wel zien hangen gisteravond, maar hij ging ervan uit dat de man niet zou liegen. Nou, we krijgen mooi niks meer! Wat een service hè. Dan maar een broodje onderweg.
Met de metro gaan we richting de Duomo! Hier gaan we de dag doorbrengen. Namelijk niet alleen de Dom bevindt zich hier, maar ook het mooiste en duurste shopgebied van Milaan, waaronder de Galleria Vittorio Emanuelle II en de Gouden Driehoek.Dat wordt alleen kijken dus, hihi. Maar eerst even een broodje. We gaan zitten bij een eettentje aan het plein en bestellen twee cappuccino, twee water en twee broodjes. Nou lekker hoor, dat Italiaanse eten! Genieten! Ondertussen bedenken we wat we eerst gaan doen, de Dom bezoeken of shoppen. Ok, eerst de Dom bezoeken. Even later komt de rekening. 32 euro, hatsiekadee! Alsof je een emmer leeggooit! Haha.
De dom is mooi! Van buiten wel mooier dan van binnen vind ik. Alle kerken zien er van binnen wel een beetje hetzelfde uit. We lopen een rondje, branden twee kaarsjes en gaan weer naar buiten. Daar komt het cultuurbarbarisme in ons weer naar boven. Als je wilt, kun je ook op de Dom, met de trap of met de lift. Maar dat is nu nog niet open. Dan doen we dat vanmiddag.
Dan gaan we nu eerst naar het mooie overdekte winkelcentrum, de galerie Vittorio. Wat prachtig zeg! De winkels hebben allemaal een gouden naambord in dezelfde stijl, heel chique. Dat zie je ook wel aan de merken: Prada, Louis Vuitton, Todds, etc. Ik heb zelfs nog nooit zo’n mooie Mac Donald’s gezien ;-).
De vloer in het midden van de galerie bestaat uit allerlei afbeeldingen, waaronder die van een stier. Nu schijnt het dat de ballen van deze stier geluk brengen als je ze aanraakt. Je ziet dus ook iedereen met hun hak een rondje draaien op die ballen! Er zit zelfs een gat in de vloer daardoor. Nou dan kunnen wij natuurlijk niet achterblijven! Haha.
Naast de Louis Vuitton winkel zit een ijssalon. Je kunt natuurlijk niet in Milaan zijn geweest zonder dat je er eentje hebt geproefd! Dus dat is een mooi excuus! IJssie? Mmm lekker!
Al likkend lopen we richting de Gouden Driehoek. Dit zijn drie winkelstraten in de vorm van een (je raadt het al) driehoek op de kaart. Ook deze zijn niet goedkoop! Maar zeker wel de moeite waard om even doorheen te lopen. En het is sowieso al leuk om het soort mensen te bekijken dat hier komt winkelen. Wat dat betreft heeft men hier wel smaak!
We zijn wel weer toe aan wat drinken dus we ploffen neer ergens aan de rand van de Driehoek. We krijgen meteen de lunchkaart. We hoeven niet te eten, dus als de ober terug komt, bestellen we alleen twee water. “Only drink?” “Yes, only drink.” De ober loopt naar zijn collega. Ze overleggen. Dan komt de collega naar ons toe: “If you only order drinks you can only stay for 10 minutes.” Haha, zo gaat dat hier dus, als je niet genoeg geld uitgeeft kun je vertrekken. Nou, we doen lekker rustig aan want het zit hier toch niet vol. En ze krijgen lekker geen fooi!
Na de Driehoek gaan we weer richting de Duomo, want inmiddels kunnen we het dak op ;-). Sportieve Bastiaan wil graag met de trap, maar luie Joyce natuurlijk niet! Weet je hoeveel treden dat is! Stuk of 500! Pff ik word al moe bij de gedachte! Nee, nee ik ga met de lift hoor! Hihi. En Bas ook uiteindelijk. Na lang zeuren. Het dak van de Dom is mooi. En het uitzicht ook! We nemen wat fotootjes van beide. Vanaf deze hoogte kan ik ook mooi bekijken waar we zometeen gezellig een biertje gaan drinken.
Eenmaal weer beneden lopen we naar het terrasje dat ik net van bovenaf zag, en we gaan zitten. Ik werp een blik op de kaart en schrik; wat denk je dat een biertje hier kost! “We gaan Bas!” “Ja maar ik zit hier net lekker!” “Dat zal wel, maar als we 16 euro kwijt zijn voor twee biertjes, dan zit ik hier niet lekker!” Niet te geloven hè.
We lopen verder. Helaas lijken de prijzen niet te dalen. Ik denk dat we een kilometer of drie moeten lopen voordat we eindelijk een tentje vinden waar een biertje ‘maar’ 5 euro kost. We krijgen er wel een bak chips bij. Dat is hier wel leuk, als je een drankje bestelt, krijg je er altijd wat lekkers bij. Dat zit natuurlijk wel bij de prijs in, maar toch. Dan voel je je toch iets minder genaaid.
Op dit terrasje bepalen we waar we vanavond gaan eten. Bastiaan heeft in Nederland al een heleboel printjes gemaakt van restaurant die aangeprezen worden. Ons oog valt op restaurant Al Matarel. Het heeft de volgende omschrijving:
Al Matarel
Deze trattoria kent geen menukaarten, maar hier vind je gegarandeerd de ‘ware’ Milanese keuken. De schilderijen en tekeningen aan de wand geven een typische ambiance. Heerlijke antipasta, koude soepen en polenta met eekhoorntjesbrood. Maar de echte lekkernij is hier de ‘Rostin Nega’: geroosterd brood met gegrild rundvlees en aardappelen, afgebakken in de oven! Bewaar dit restaurant voor het laatst, want hierna smaakt de rest toch wat minder! Op de gevarieerde wijnkaart staan voornamelijk Italiaanse wijnen, maar ook enkele internationale klassiekers. Het publiek bestaat voornamelijk uit locals, dus dan weet je dat je goed zit! Reserveren is aanbevolen.
Deze gaat het worden! Ziet er leuk uit toch? We kijken even hoe we er moeten komen met de metro. Het is niet zo ver weg. Maar aangezien we moeten reserveren is het wel handig om er op tijd te zijn. Eerst lopen we even naar de Decatlon om wat hardloopshirtjes voor Bas te kopen. Ook een roze, enig hè!
Na het afrekenen komt het met bakken uit de hemel! Wat een regen! En onweer! We zijn er gelukkig op voorbereid. En daarnaast, de metro richting Al Matarel is vlakbij.
Als we daar uitstappen is het alweer iets droger. We kunnen het restaurant niet meteen vinden, dus we vragen even de weg aan een vrouw die buiten staat te roken. Ze wijst ons de weg. Ah daar! Van de buitenkant ziet het er een beetje ouderwets uit. Oude gordijnen voor het raam die half dicht zitten. Een beetje stoffig zeg maar. Maar goed, daar trekken we ons niks van aan, want dit schijnt een van de beste restaurants van Milaan te zijn! Oh, maar ze zijn nu nog gesloten zien we. Op vrijdagavond gaat ze pas om zeven uur open staat op de deur. En het is nu? vijf uur. Hmm. Nou, dan gaan we gewoon direct om zeven uur erheen, dan zal er vast nog wel een plekje zijn zonder te reserveren. Tot die tijd kunnen we dan een drankje doen bij een cafeetje waar we net langs liepen.
Zo gezegd zo gedaan. We vermaken ons goed op het (overdekte) terras van het café, want iedereen die vanaf de natte straat komt en onder het overdekte deel wil gaan lopen, glijdt zowat op z’n reet. En sommigen dus echt. Heel grappig om te zien, haha.
Na een aantal wijntjes slaat de klok zeven uur. Spannend! 😉 We lopen in de richting van het restaurant in de volle verwachting dat het rijen dik voor de deur staat. Maar… nee. Dan zal iedereen al wel binnen zijn. We lopen naar binnen. Gelijk bij de ingang staat de eigenaar te hangen aan een tafeltje en hij kijkt ons aan. Vervolgens kijkt hij op zijn horloge en kijkt ons weer aan. “You want to eat now” “Yes.” We lopen achter de man aan naar binnen. Je kunt bij wijze van spreken zijn voetstappen horen galmen, zo LEEG is het restaurant. Er zit werkelijkwaar nie-mand! “Reserveren is aanbevolen.”
We nemen plaats. De rest van het personeel komt even uit de keuken om te kijken wat voor malloten het in hun hoofd hebben gehaald om rond deze tijd hun restaurant binnen te stappen. Een van hen geeft ons toch maar de kaart. “Deze trattoria kent geen menukaarten .”
Zo, dat zijn geen laffe prijzen. Maar als het eten hier echt zo geweldig is, dan mag je daar natuurlijk ook wel wat voor rekenen, is ons argument. Vooraf nemen we een plakje salami en als hoofd neemt Bastiaan een taartje van gorgonzola. Ik neem de beroemde ‘Rostin Nega’. Omdat het nog steeds leeg is in het restaurant, krijgen we de gerechten ook nog eens heel snel achter elkaar. De gorgonzola taart is lekker, maar ik zou het thuis ook wel kunnen maken. De Rostin Nega bestaat uit draadjesvlees met een bruin sausje en een plakkerig ‘stuk’ aardappelpuree. Het vlees gaat wel, maar het is echt niet bijzonder. De prijs daarentegen is ineens wel een stuk bijzonderder geworden. Nee, dit is echt niet wat we ervan hadden verwacht. Jammer. Na het eten blijven we nog maar even zitten om te kijken of het alsnog vol gaat stromen zometeen, maar nee. Er komt nog een koppel binnen en daar blijft het bij. “Bewaar dit restaurant voor het laatst, want hierna smaakt de rest toch wat minder! ” Laat me niet lachen…
We spoelen de teleurstelling even weg bij de Silver Bar en gaan daarna lekker slaapies doen.
Zaterdag 6 juni
Vandaag zullen we het niet laten gebeuren om te laat te zijn voor het ontbijt! Dus we staan stipt op tijd in het keukentje. We mogen naar boven, naar de eetzaal! Haha. Je kunt er niet eens rechtop staan. Het ontbijt bestaat uit een cappuccino, een sapje, twee broodjes en jam, heel veel jam! Het heeft wel iets weg van het ontbijt dat we hadden in New York.
Nadat we de maagjes vol hebben gegeten gaat de reis vandaag richting het stadion van AC Milan en Inter Milan: San Siro.
Volgens het metrokaartje kunnen we er op twee manieren heen; het stadion ligt namelijk net tussen twee lijnen in. Vanaf elk van beide stations is het dan nog wel een stukje lopen. Althans, Bastiaan noemt dat een stukje. Ik noem 4 kilometer een pokken eind. Gelukkig lopen we wel meteen in de goede richting, want mijn lieve vriend heeft zijn GPS apparaat meegenomen! “Schat ik zie daar een tram!” “Op de terugweg nemen we de tram Joop (dat ben ik).”
Na een sanitaire stop bij een tankstation zien we in de verte een vage verschijning van San Siro. Hè hè daar is ie! We lopen naar binnen. Er wordt zometeen een rondleiding gegeven, dus dat is leuk. Alleen we mogen niet in de kleedkamers komen vandaag, want er is een wedstrijd. Jammer, maar ok. We blijven nog even wachten in het bijbehorende museum en dan wordt er omgeroepen dat de tour begint. Vol verwachting lopen we achter de gids aan. De eerste stop is de tribune. De gids vertelt het een en ander over de geschiedenis van het stadion en zegt daarna dat we even de tijd krijgen om hier rond te kijken. Er is inderdaad een competitie aan de gang. Geen bekende voetballers volgens mij. Het zijn mannen en vrouwen door elkaar.
Nadat we wat foto’s hebben gemaakt en een poosje hebben gekeken naar de voetballers op het veld, vinden we het wel weer tijd worden voor het volgende. We wachten en we wachten. De gids staat gewoon te praten met wat andere groepsgenoten. Op een gegeven moment vraagt Bastiaan maar even aan hem wat we hierna gaan doen. “This is it”, zegt ie. Ok. Mooi is dat! Hebben we daar ieder een tientje voor betaald, om de tribune te bekijken. Wel een beetje jammer. Eenmaal terug in de museum bekijken we nog het een en ander en dan gaan we maar weer. Er is nog een winkeltje bij, misschien hebben ze leuke sokken ofzo. Ook niet, haha. Nou daag! We hebben het wel gezien hier. We nemen, zoals beloofd, de tram terug naar het metrostation.
Next stop: de wijk Navigli. Dit betekent “gracht”. Deze loopt dan ook dwars door de wijk. Met heel mooi helder water. En de huizen aan de gracht zijn mooi kleurvol. Vooral geel. Vanaf een bruggetje nemen we wat foto’s. Mooi hier! Je zou absoluut niet denken dat je je hier in het centrum van Milaan bevindt.
We hebben wel wat trek, dus we nemen plaats bij een restaurantje aan de gracht. Nou ja, zo gemakkelijk ging het niet, want we zaten eerst bij een ander restaurant. Maar daar zaten we in de schaduw en ze hadden geen hamburgers, dat wilde Bastiaan graag. Haha, dus we zijn weer verkast. Nu zitten we wel in het zonnetje. Alleen het waait wel heel hard vandaag. Achteraf hoorden we dat er een grote storm was in het noorden van Italië. Dat zal er wel mee te maken hebben gehad. De burger waait nog net niet van ons bord af. Wat wel van de muur afwaait, is het zonnescherm! En er zijn alleen maar dames in de bediening, die zijn dus aan het ploeteren om het ding er weer op te krijgen. Uiteindelijk lukt het.
Op naar de volgende bestemming van vandaag! Het kasteel Sforzesco, een van de beroemdste monumenten van Milaan. Leonardo Da Vinci heeft hier diverse zalen ontworpen. En de binnenplaatsten zijn ook heel mooi. Dit laatste is ook het meeste wat we zien van het kasteel, want de biertjes bij de lunch zijn bij ons in de benen gaan zitten! Wat zijn we toch ook een stel vreselijke cultuurbarbaren, het is niet te geloven!
Daarom gaan we naar het achtergelegen park om even lekker in het zonnetje te liggen; het Sempione park, welteverstaan. Ha, wat mooi hier. Heerlijk!
Als we worden weggejaagd door de wind en de pollen in de lucht, lopen we via het kasteel terug richting Via San Marco. Hier bevindt zich namelijk een enotheek. Wel eens van gehoord? Ik ook niet tot nu toe. Een enotheek is een soort café dat alleen wijn schenkt. Verder niets. Maar dan wel een heleboel soorten. En je kunt er ook gewoon flessen wijn kopen. Degenen die mij kennen weten dus dat je me geen twee keer hoeft te vragen of ik daar heen wil. Nee dus, haha. Wel wel wel!!
We komen aan en het ziet er vanaf buiten uit als een klein kroegje eigenlijk. Er is niemand binnen. We willen eigenlijk weer weglopen en dan zegt de postbode dat we naar beneden moeten lopen. Ok, dan doen we dat. Eenmaal beneden weten we niet wat we zien! Een enorme kelder met een en al wijn! Wauw! Een walhalla, haha. En ook niet eens al te duur. Het is dat we geen liquids mee mogen nemen op de terugweg, anders hadden we wel wat kunnen kopen. Ik vraag aan de eigenaar of we ook een glas kunnen drinken. Hij zegt dat dat wel kan, maar pas vanaf zes uur. Het is nu pas half vijf dus dan moeten we nog even wachten. Ok dan gaan we dan terug.
Aan de overkant van de enotheek zit een café, het Fashion Café. Het ziet er ook heel fashion uit moet ik zeggen. Zodra je opstaat vanuit je lounge seat worden meteen de kussentjes geschud voor de billen van de volgende gast. Pfff.
We ploffen neer en bestellen een wijntje. We krijgen er een bakje chippies bij. Hmm lekker even wat zouts. Het is best warm vandaag dus dat geeft wel een oppepper.
De mussen hier weten ook precies dat de gasten chips krijgen. Wat lachen zeg! Ze springen gewoon op tafel of op je glas en vervolgens zo het chipsbakkie in! Bas maakt er wat leuke foto’s van. Boefies.
Op een gegeven moment komt onze serveerster vragen of we willen afrekenen, want haar shift zit erop. Maar als we nou nog wat willen bestellen, moeten we dan weer apart afrekenen ofzo? We vinden het vreemd, maar we betalen. Iets later nemen we nog maar een frisje, want we gaan zo ook nog naar de enotheek. De rekening wordt op tafel gelegd. En dan ineens begrijpen we waarom we net alvast die wijn moesten afrekenen. De prijzen zijn met de helft omhoog gegaan!!! Wat denk je dat we betalen voor twee fris? 14 euro! Niet gelogen! Net betaalden we voor twee wijntjes 12 euro, dat schijnt de ‘happy hour’ prijs geweest te zijn, en nu is dat dus voorbij. Niet te geloven.
Het is tegen zessen dus we lopen weer naar de overkant. Hier kunnen we buiten zitten en van een wijntje genieten. Bas neemt rood en ik wit. Ondertussen kijken we naar een groep yuppen die hier ook buiten wijn staan te drinken. De duurste auto’s hebben ze bij zich en de slankste meisjes. Mooi om ze te zien pronken.
Als we ons wijntje op hebben, lopen we richting La Torre di Pisa. Dit restaurant hebben we gisteren ook uitgekozen van de uitgeprinte lijst. Het is aan het einde van een klein steegje waar nog meer restaurantjes zitten. Alleen deze heeft weer zo’n muffige look en dichte gordijnen, net zoals het restaurant van gisteren. En die was dus niet zo goed bevallen. Ook hier staat de ober weer bij de ingang te wachten, erop duidend dat het leeg is binnen. Maar dat kunnen we niet zien. We wagen het er maar niet op. Bij alle andere restaurantjes in de steeg is het wel druk, dus we besluiten om naar een van die te gaan. Het wordt een pizzeria. Een drukke pizzeria. Het is een beetje lopende band werk zeg maar. Nou ja. Het is wel lekker. Althans, ik neem een mozzarella salade en Bastiaan een pizza. Op de pizza zit alleen wat kaas en saus, maar Bas heeft de verkeerde keuze gemaakt denk ik, want de rest ziet er allemaal lekker uit. En het is niet duur hier voor de verandering.
Op de terugweg naar de metro komen we een jongen tegen die nep Louis Vuitton tassen heeft. Niet van echt te onderscheiden zowat! “How much?”vraag ik. Hij vraagt hoeveel ik ervoor wil betalen. Ik zeg: “Thirty!” Haha hij lacht me zowat uit. Voor €130 is ie van mij. Dan hoeft het niet. Daar koop ik zowat een echte voor. Nou ja, dat is ook weer overdreven. Toch jammer ;-).
Op weg naar de metro horen we hele lekkere muziek. Er staat een DJ te draaien voor de ingang van een concertgebouw. En er staan allemaal mensen op het pleintje ervoor te dansen. Ziet er heel gezellig uit. Daar gaan we even bij zitten. Op een gegeven moment kijken we elkaar allebei tegelijk aan. “Er lopen hier wel een heleboel mannen hè? Volgens mij zijn we op een homo feest beland.” We kijken wat beter. Ja echt wel. Ze kussen elkaar ook enzo. Als Bas half wordt aangerand gaan we maar weg. Nee hoor, geintje. Leuk feessie.
Laatste avond is al weer voorbij! Nou hoor! Gaat altijd veel te snel, zulke weekenden. We willen nog een laatste afpils nemen bij de Silver Bar, maar het is jammer genoeg dicht! Slapen dan maar.
Zondag 7 juni
Na het geweldige ontbijt pakken we onze koffertjes weer in. We hoeven pas aan het einde van de middag met de bus naar het vliegveld, dus we hebben nog even de tijd om wat leuks te doen. We leggen onze koffers tijdelijk even in de bagageruimte van het hotel neer, waar het een grote bende is! Als ze er straks nog maar liggen, want de deur blijft gewoon open.
Bastiaan heeft een paar caches uitgeprint die vlak bij het station schijnen te liggen. Die gaan we dus even zoeken! De eerste is heel makkelijk. We lopen even in het rond en op een gegeven moment vind ik ‘m! Met een soort magneetje zit het doosje aan een ijzeren spijl van een gebouw vast. Bastiaan is trots op me dat ik ‘m heb gevonden.
De tweede daarentegen laat zich minder makkelijk vinden. Wat zeg ik, deze laat zich helemaal niet vinden. En we hebben toch echt de aanwijzingen goed gevolgd. Vreemd. Toch nog even goed kijken. Misschien zien we iets over het hoofd. We zijn zo verdiept in het zoeken, dat we niet door hebben dat we in de gaten worden gehouden door een oud vrouwtje dat hier woont. Ze denkt dat we inbrekers zijn! Haha! We proberen haar uit te leggen dat we een spelletje aan het doen zijn. Als ze het begrepen heeft, is ze gerust gesteld en gaat naar binnen. Nou, we kunnen de cache echt niet vinden! We hebben ons best gedaan hoor. Als we thuis zijn, blijkt ook dat het onmogelijk was om ‘m te vinden, omdat de cache is weggehaald.
We hebben nog een paar uurtjes, dus we gaan nog even richting de Dom. Om voor mij een tas te kopen – hihi –en om nog even lekker op een terrasje te zitten. Het is mooi weer namelijk.
Het einde is toch echt in zicht nu. We verlaten het terras en lopen nog even door de dure winkelstraten. Dan nog maar een lekker ijssie! We kijken ondertussen of we nog een paar sokken voor Bas kunnen vinden in de AC Milan toeristenstore, maar helaas pindakaas.
Op het laatste moment komen we nog een hele leuke kledingzaak tegen! Bas vindt het vooral ook heel jammer, maar we moeten nu toch echt weg! Hè!
Gelukkig staan onze koffers nog op ons te wachten bij het hotel. We lopen richting de shuttlebus. Die gaat om 16 uur richting het vliegveld. Eenmaal daar aangekomen zien we dat we een half uurtje vertraging hebben. Bah. Ik haat vertraging! Oh, maar ik zie daar een tassenwinkel!
Met de tweede tas veilig in de koffer lopen we naar een cafetaria op het vliegveld. We moeten toch nog even wachten door de vertraging dus dan kunnen we hier net zo goed even een broodje en een wijntje nemen. En nog een wijntje. Inmiddels is de vertraging opgelopen naar een uur. Dus dan nog maar een wijntje.
Vier wijntjes per persoon later, kunnen we eindelijk boarden. Ik moet je zeggen, heb nog nooit zo’n vrolijke relaxte vlucht gehad. 😉