Met Kerst 2009 kregen mijn moeder en ik losse puzzelstukjes onder de boom cadeau. En niet 1 doosje met puzzelstukjes, zodat je alles meteen in elkaar kon leggen, nee… Wij kregen verspreid over de hele avond steeds een verschillend pakje met 5 stukjes. Het duurde dus de hele avond voordat we er eindelijk achter waren wat we kregen van de Kerstman. Heel leuk bedacht voor twee van die nieuwsgierige kippen zoals wij! Uiteindelijk legde ik een puzzel met daarop de afbeelding van de vuurtoren van Harlingen. Daar hebben Bas en ik afgelopen januari van genoten. Mijn moeder legde een puzzel met daarop een afbeelding van een mooi gebouw. In Boedapest!!!! De Kerstman vertelde dat we daar aankomende Pasen naartoe gaan! Allemaal! Wie is allemaal? Ine, Dick, Anke, Bastiaan en ik. We gaan er weer een gezellig weekend van maken!
Donderdag 1 april
Wat vliegt de tijd. Vanavond gaan we al! Na een dag hard werken voor de meesten van ons, staan we om 19 uur paraat op station Hilversum. Alle handbagagekoffertjes zijn weer ingepakt met kleding en kleine flesjes liquids voor de aankomende dagen. We zijn er helemaal klaar voor. Op naar Schiphol!
Er staat een enorme rij voor de douane. Er gaan veel mensen op pad dit paasweekend. We redden het gelukkig op tijd naar de gate. Ine heeft weer broodjes voor ons gesmeerd. Onder het genot van ons eerste drankje eten we deze lekker op. Daarna kunnen we boarden. Het is maar twee uurtjes vliegen naar Boedapest. Dat valt reuze mee.
Wat een luxe! We worden met een busje naar ons appartement gebracht. We hebben afgesproken met de beheerder dat zij rond half 12 ons op zou wachten om de sleutel te overhandigen en om het een en ander uit te leggen. Ze staat er al. We lopen een groot gebouw binnen. Aan het eind van de gang aan de linkerkant is onze deur.
Het is een superleuk appartement. Als je binnenkomt heb je links de badkamer en rechts de keuken. Rechtdoor is de woonkamer met links een bedbank en recht een tafel. In dezelfde kamer is een vide met nog een bed. Verder rechtdoor is nog een aparte kamer met twee bedden. In de laatste gaat Annie slapen, Bas en ik nemen de vide en Ine en Dick de bedbank. Na de uitleg en de overhandiging van de sleutels gaat de beheerder weer weg. Ze zegt dat we bij vertrek de sleutels via het keukenraam naar binnen mogen gooien, dan hoeft ze niet speciaal daarvoor terug te komen. Ze woont namelijk niet in de buurt. Lachen hè.
Nadat we onze koffertjes hebben uitgepakt, lopen we nog even naar buiten. Dick heeft uitgezocht dat er in de buurt een avondwinkeltje is. We hebben namelijk niks (lees: alcohol) in huis en dat kan natuurlijk niet hè! We overwegen nog even om een discotheek in te lopen, maar zelfs voor Bas en voor mij zijn de mensen die hier komen veel te jong, dus dat wordt ‘m niet. Gelukkig vinden we gauw de winkel en gaan we, na het nodige te hebben ingeslagen, weer appartementwaarts.
Het is al laat inmiddels en we zijn best wel bek af. Bastiaan ligt als eerste op bed. Nou ja, bed; het is meer een uit de hand gelopen lattenbodem waar we de komende dagen op gaan slapen, haha! Maar we zijn zo moe, dat maakt allemaal niet meer uit. Misschien komen we iets moeilijker eruit morgenochtend. Ik moet er trouwens als eerste uit, pfoeh, die krullen weer hè.
Vrijdag 2 april
Het is nog donker als we worden opgeschrikt door een kabaal! Hard gepraat, gehamer en gestommel. Het is net alsof ze naast ons bed staan, zo hard! Het scheelt ook maar een meter of vijf, want er wordt namelijk buiten naast onze woon-/slaapkamer hard gewerkt door en stel bouwvakkers. En het raam staat open. Geen idee wat ze aan het doen zijn, maar het klinkt vreselijk. Af en toe vallen we weer een beetje in slaap, en dan volgt er weer een knal of een lach. Na ja, we kunnen er weinig aan doen. Hopelijk is dit de laatste werkdag deze week.
Om een uurtje of 9 gaat de wekker van mijn telefoon. “Joop, opstaan!” “Hmmmm nee!!” “Jawel, je bent niet de enige die moet douchen, hup!”
Na mij volgt Annie, daarna Dick. Hij heeft in de tussentijd al lekker broodjes gehaald voor het ontbijt. We besluiten dat Dick morgen als eerste mag, anders moet hij zo lang wachten op die wijven. Daarna gaat Ine en Bas sluit de kring.
Ine heeft lekker kaas meegenomen van huis, en Slankie en parmaham en gorgonzolakaas. Een kopje koffie en thee erbij! Echt genieten.
Na het ontbijt pakken we de metro richting VVV. We willen even wat info over wat er wel en niet open is hier met Pasen. Het zou toch niet leuk zijn als we ergens voor een dichte deur staan. Gelukkig is er veel open, behalve de winkels. We gaan morgen dus shoppen, dat duidelijk.
Nu gaan we naar de andere kant van de Donau: Boeda (wij zitten zelf in Pest, Boeda en Pest worden gescheiden door de rivier de Donau. Boeda is heuvelachtig, Pest is vlak). We lopen ernaartoe over de kettingbrug. Vanaf deze brug kun je al zien dat er een soort van tram naar boven en weer naar beneden rijdt. Grappig! Dat wil ik ook! “Nee niet lopen omhoog toch? Is leuk joh met het trammetje!” Afijn, een uur wachten, 7000 HUF (de munteenheid hier, de Hongaarse forint, afgekort dus HUF) en een ritje van 1 minuut later, komen we boven aan. Maar het scheelt ook een hoop lucht en uitputting, zo kun je ook denken, en… Wat een uitzicht! Het is supermooi! “Bas, maak ff een foto!” “M’n batterij is leeg, balen man” “Ine, jouwe dan?” Van Ine is het chipje stuk. Hoe is het mogelijk.. Gelukkig doet die van Dick het wel!
Na een poosje rond te hebben gelopen en genoten te hebben van het uitzicht en een leuk lokaal marktje (waar Dick een ‘Hardrock Café Boedapest’ T-shirt heeft gekocht, die hier helemaal niet bestaat) hebben we wel weer wat trek gekregen. En wat is hier de specialiteit? Jawel! Goulashsoep! Lekker! Bastiaan heeft meteen de tijd om even de camera te laden, dat scheelt weer.
Na het eten lopen we richting het vissersbastion. Hier schijnt het allermooiste uitzicht over de hele stad te zijn. Er zijn hier veel toeristen. Op weg naar het mooiste uitzicht, komen we van alles tegen. Er staat een kraampje waar aardbeien met chocolade worden verkocht! Hmmm ik krijg een deja-vu! In New York hebben we dit ook genomen en dat was zo lekker! Nee, deze kan ik niet laten staan!
Verderop staan twee mannen met van die grote roofvogels op hun arm. Of we er een willen vasthouden vragen ze. Nou nee hoor, dank u.
Later lopen we ook even binnen bij een marsepeinfabriek met aansluitende winkel. Om de fabriek binnen te komen, moeten we betalen. Zo graag willen we het ook weer niet zien, de winkel alleen is ook leuk. Marsepein is ook een specialiteit hier. Net zoals paprikapoeder. Ok, eindelijk zijn we bij het mooiste uitzicht aanbeland. Geweldig! Bastiaan maakt nog even een groepsfoto met de afstandsbediening: cheese!
We nemen ‘de tram’ weer naar beneden. Volgende stop is een grote bekende overdekte markt, waar verse groenten, vlees en veel Hongaarse specialiteiten, zoals paprikapoeder, foie gras en salami worden verkocht. Het is echt enorm groot! Ook wel veel van hetzelfde, maar dat is juist leuk. Dan kun je de prijzen onderling een beetje vergelijken enzo. Dat laatste hebben we geweten. Annie en ik kopen bij een van de slagers 2 bakjes foie gras (diervriendelijk, daar gaan we van uit!). Als we hebben afgerekend ziet Ine een salami hangen bij dezelfde slager. Ze koopt ‘m. Echter, bij de buurman -ook slager- hangt dezelfde worst voor 200 HUF minder! Het is maar 80 cent, maar het klinkt als 80 euro! “Kom we gaan terug!”, zeg ik. Dus Ine en ik lopen weer richting ‘onze’ slager. Die is natuurlijk ineens de Engelse taal niet meer machtig en snapt er helemaal niks meer van. Er wordt een collega bijgehaald. Het mag allemaal niet baten. Omdat wij maar door blijven zeuren over die 80 cent, geven ze het uiteindelijk toch op, hehe. Ine krijgt haar geld terug. Tja, daar zijn we Hollanders voor hè. Van die echte geniepige Hollanders. Heerlijk! Ine koopt de worst bij de buurman.
Tevreden lopen we verder. Ik wil nog wel wat Hongaarse paprikapoeder kopen en Ine nog een kransje met gedroogde pepertjes die we aan het begin van de markt hebben gezien. We staan een beetje te snuffelen bij een kraampje en dan ineens horen we zoiets als: “Klein?” Er staat een mannetje met een lege zak in zijn hand. Hij bedoelt of we een zakje van een van zijn kruiden willen kopen, denk ik, maar Ine loopt op hem af, gaat recht voor hem staan en houdt haar hand boven zijn hoofd: “Ik klein? Nee! Jij klein!”, zegt ze en ze geeft hem een kus op zijn voorhoofd. We hebben het niet meer van het lachen! Geweldig! Gekke Ine. Het mannetje kan er ook erg om lachen gelukkig.
We nemen de metro terug naar onze woonplaats. Dick, Annie en ik gaan alvast een café-restaurant in om wat te drinken, Bastiaan en Ine gaan nog even boodschappen doen voor de komende dagen. We willen natuurlijk wel een eitje eten met Pasen!
Even later komen ze ook naar ons toe. Het is wel gezellig hier dus we bedenken dat we hier ook wel even een hapje kunnen blijven eten. Het is lekker, maar veel! Het is een wonder dat de Hongaren zelf niet stuk voor stuk tientonners zijn. Zoveel eten krijg je hier op je bord geschept. Om alles even te neutraliseren, bestelt Bastiaan voor ons ieder een glaasje Unicum: een typisch Hongaars drankje. Je ziet het overal. We zijn nieuwsgierig naar de smaak… “Proost!” Het eerste slokje gaat wel, maar dan het moment na het slikken: Bitter! Zo ontzettend bitter! Bah! Spoelen!
Als we klaar zijn met eten en drinken, lopen we naar het appartement. Omdat we het best zat zijn, liggen we vroeg op de latten.
Zaterdag 3 april
Deze morgen krijgen we bij het ontbijt al een lekker gekookt eitje van Dick. Een pre-paasontbijt zeg maar. In de keuken staan allerlei dingen die we mogen gebruiken, waaronder koffie, thee, rijst, suiker en zout. Dat is mooi, want we hebben geen zout voor het ei meegenomen bij de winkel. Het fijne is, dat een of andere grapjas die hier eerder heeft gelogeerd, zoetstof in het zoutvaatje heeft gedaan… Lekker hoor, een zoet ei..
Ine merkt op dat we zuinig aan moeten doen met het wc-papier de komende dagen, want misschien hebben we anders niet genoeg. “Onze opdracht van vandaag is dat we een paar velletjes wc-papier in onze tas moeten doen als we ergens gaan plassen!”, zegt ze. Ok, geen probleem, haha.
Bastiaan zou Bastiaan niet zijn, als hij niet een paar mooie caches had uitgeprint om hier in Boedapest te gaan ‘loggen’. Nadat Ine, Annie en ik een paar winkels in en uit zijn gelopen, tevergeefs op zoek naar een paar tijgerhandschoentjes, treffen we Bastiaan en Dick al snuffelend en zoekend aan bij het Hongaarse Comedy theater. Hier zou de schat moeten liggen. Nadat ze alles wat los en vast zit hebben omgekeerd, geven ze het op. Ook de hulp van de ladies mag niet baten. Morgen maar weer verder zoeken dan.
We lopen naar het metrostation. Onderweg komen we een zwerver tegen die zijn voet en onderbeen heeft verbonden met bebloed verband. Hij staat op een bepaalde manier op zijn been zodat het net lijkt alsof hij geen voet meer heeft. Hij staat een beetje te trillen een te bedelen met een bekertje in zijn hand. We lachen ons suf! Wat een komiek zeg. Eigenlijk zou je hem wat moeten geven voor zijn knappe acteerwerk.
Met de metro gaan we richting Váci utca. ‘Utca’ betekent straat, ‘Váci’ betekent winkel. Nee, grapje. Maar we gaan in ieder geval proberen wat geld uit te geven. En dat gaat nog niet zo makkelijk moet ik zeggen. Er zijn hier veel dezelfde winkels als in Nederland, dus dan is het zonde om die dingen hier te kopen. Ik zie wel een paar leuke leren jasjes, maar die zijn er helaas niet in mijn maat. Intussen hebben Bastiaan en Dick het allang opgegeven met ons, dus die zitten al strak op een terras aan de koffie in de zon.
Even later komen we op een leuk markplein terecht met allerlei leuke hobby- en kleding- en eetkraampjes en Hongaarse traditionele muziek en dans. We hebben een mooi plekje voor het podium gevonden om, onder het genot van een drankje, de dansende en zingende dames en heren eens goed te bekijken. Het ziet er super leuk uit! Als we verder willen gaan, bedenkt Dick zich ineens dat de beker waar zijn biertje in heeft gezeten, uitermate geschikt is om te gebruiken op Koninginnedag! De beker verdwijnt in Dick’s tas. Wij kijken nergens meer van op Dick.
Er wordt overal vers eten bereid en verkocht. Het ruikt echt heerlijk. Terwijl Bas en Dick een verse Hongaarse worst eten en ik een ijsje, passen Ine en Anke een paar leuke bondsjaals en -mutsen. Geweldig! Ine staat op het punt om de sjaal te kopen, maar ze doet het uiteindelijk niet. Jammer hè. Al verhaart ie wel veel, dus misschien is het maar beter.
Op weg naar de volgende winkelstraat, komen we een kraampje tegen waar men van een soort bladerdeeg met suiker, heerlijk geurende “deegrollen” maakt, op een soort draaiende stok boven een vuurtje. Dat is hier ook een specialiteit. We kopen er een met vanillesuiker. Mmmm, echt heerlijk! Nogmaals, ik snap niet dat de Hongaren niet moddervet zijn met al dat lekkere eten hier.
De volgende winkelstraat, Andrássy, is op loopafstand van hier. Het is meer een boulevard, met merkkleding. Als eerste komen we een merk-outlet tegen. Daar kunnen we wel even kijken, misschien hebben ze wat leuks. Helaas valt het tegen. Het is nog steeds heel duur en een beetje een chaotisch zooitje. We lopen nog een paar winkels in en uit, maar het is duur, wat we al hadden verwacht. Het scheelt niets met de prijzen in Nederland.
We nemen de metro naar het Heldenplein (Hosök tere). Dit plein is aangelegd in 1896 ter gelegenheid van de duizendste verjaardag van de Hongaarse verovering van het Karpatische Bassin. Het heldenplein is een groot symbool van het 19de eeuwse Hongaarse nationalisme. Het ziet er mooi uit. We gaan er even in het zonnetje zitten en maken een paar foto’s. Ook van m’n moeder die de zwerver van vanmorgen nadoet; ze houdt trillend haar hand op voor een centje. Ze krijgt er een van Ine. O nee! Het is een Fischermansfriend, haha! Om te gieren!
In de verte horen we gezellige muziek. Het komt uit het stadspark. Daar gaan we eens even een kijkje nemen. Inmiddels hebben we ook wel weer een beetje dorst! Er is hier net zo’n soort markt als vanmorgen in Váci utca. Vers eten wordt bereid en er staan leuke kraampjes die van alles verkopen. Het is heel druk. Waarschijnlijk is dit de Hongaarse paasviering. Heel gezellig. Ine koopt een paar kleine schepjes op het marktje. Ze zijn speciaal gemaakt om kruiden mee te scheppen, zoals de paprikapoeder die we gisteren hebben gekocht. Op de markt gisteren waren ze te duur, hier niet! Ine is er super blij mee. Tijdens een biertje in de zon, stelt ze voor om een handeltje in schepjes te beginnen in Nederland. Die is gek hoor.
Als we teruglopen, komen we een kraampje tegen met Hongaarse likeurtjes. We mogen proeven. Er zitten wel een paar lekkere bij, alleen het probleem is dat we zo’n fles niet mee mogen nemen in de handbagage. De verkoopster voelt zich genaaid; wel 5 man laten proeven, niet kopen. Echte Hollanders weer hè.
Er schijnt hier in het stadspark ook ween metro te zijn. O ja, we zien ‘m. Eerst moeten we even plassen bij een toilethuisje. Vooraf betalen. Het ziet er mooi schoon uit. Al plassend horen we ineens Ine schreeuwen: ”Denk aan de opdracht!!!” Het is een geluk dat Anke al op de wc zit, anders zou ze het in haar broek hebben gedaan! Zo ontzettend moet ze lachen! Haha! Ik stop een rol in m’n tas. Gauw weg hier, voordat ze erachter komen!
Op richting Boeda. Hier gaan we eten bij een restaurant dat een goede beoordeling heeft in het Boedapest boekje van Bastiaan ‘Margiret Vendéglö’. Het is even zoeken en rondvragen, maar uiteindelijk vinden we het. Het restaurant ziet er gezellig uit. Eerst drinken we even wat op het binnenplaatsje. Voor het eten zelf gaan we straks naar binnen. Als we de drankjes hebben gekregen, willen we even proosten op de foto. En als je iedereen lachend op de foto wilt hebben, dan moet je de foto laten maken door Dick, met zijn zelfontspanner. Succes gegarandeerd! Zelfs de serveerster ligt in een deuk, haha!
We bestellen en gaan naar binnen. Als we ons voorgerecht hebben gekregen, komt er een bandje spelen. Een stuk of vier mannen zijn het. Echte sjansers ook… Boefjes. Ze bespelen de viool, de bas en de xylofoon. In het begin zijn wij nog de enige in het restaurant, dus we mogen verzoeknummertjes indienen. Tulpen uit Amsterdam enzo, haha. Heel leuk allemaal. De sjanser met de viool komt al spelend naast ons staan en gaat met ons op de foto. Je voelt ‘m al aankomen; in de pauze komt er een CD op tafel. Bastiaan en ik hebben deze ervaring al eerder gehad op Cuba. Als je de CD niet koopt, dan zijn ze ineens niet meer zo aardig. We willen de sfeer niet verpesten, dus we vragen hoeveel de CD kost. “20 euro!! Nee dat doen we niet hoor! Als het nou 5 euro was geweest!”
Na het overrrrrrheerlijke foie gras hoofdgerecht en een toetje, gaan we weg. De CD op tafel achterlatend.
Via de Margrit brug, lopen we terug naar Pest. Het is al een beetje donker helaas, want we willen vanaf hier eigenlijk de kettingbrug op de foto zetten, maar dat gaat niet zo lekker. Het is ook iets te ver weg.
Eenmaal terug in ons appartementje, nemen we nog een ‘stierenwijntje’ en praten we nog wat na over deze leuke dag. Daarna gaan we lekker slapen.
Zondag 4 april, 1e Paasdag
Rond een uur of half zes in de morgen, horen we hard geluid. Het blijkt dat Ine is vergeten om het brood voor het ontbijt uit de vriezer te halen. Ze denkt dat niemand het hoort, maar iedereen zit rechtop in bed, haha.
Een paar uur later zitten we weer aan het ontbijt met een gekookt eitje. Dat hoort er natuurlijk bij op deze eerste Paasdag. Een eitje met zout deze keer.
Op het programma van vandaag staat het volgende: We gaan eerst naar een rommelmarkt in het stadspark voor Dick, dan gaan we naar een Hongaars badhuis, ook in het stadspark. Dan gaan we een tocht maken over de Donau.
Voordat we de metro naar het stadspark nemen, doen we nog een poging om de cache bij het Comedy Theater te vinden. Weer niet gevonden helaas, waar kan dat stomme ding toch liggen!
Het is druk bij de rommelmarkt. Druk met mensen en druk met kraampjes. Wat heeft een mens toch een rommel zeg, niet te geloven! Bas en ik zijn al gauw klaar met die rommel. We vinden ergens een kraampje waar we wat kunnen drinken. Anke en Ine houden het langer vol, ze volgen Dick heel lief kraam voor kraam. Dick is helemaal in zijn sas.
Als we ons drankje op hebben, lopen Bas en ik weer naar de uitgang. Er staat een fietsenverhuurder. Heel grappig, het is een overdekte fiets voor twee personen. “Zullen we dat ff doen? De rest komt toch nog niet!” We huren een fiets en gaan het park in. Best nog wel zwaar hoor! Helemaal als de weg een beetje naar boven helt. Pfoeh! Maar wel leuk. Ondertussen belt Annie dat ze ook bij de uitgang is. We fietsen naar haar toe en doen nog een rondje met z’n drieën. Even later komen Ine en Dick er ook aan. Dick heeft een oude fles gekocht, waar vroeger whisky in heeft gezeten. Met de originele dop, dat is wel belangrijk, want anders was ie minder waard geweest zegt Dick.
Volgende programmapunt: het badhuis. Het grootste badhuis van Boedapest. Het is op loopafstand van de rommelmarkt, dus dat is mooi. Je ziet het immense gele gebouw al van ver; heel mooi!
Bij de ingang kopen we vijf kaartjes en krijgen we 5 sleutels. Voor een kluisje denk ik. De vrouw achter de kassa spreekt geen woord Engels, dus hopelijk gaat alles goed zo meteen. Ze wijst naar de ingang van het badhuis. Daar staat een jongen die ons naar binnen helpt door een poortje. Achter het poortje staan allemaal kleedhokjes. Ze zijn alleen allemaal bezet… De jongen verwijst ons door naar boven. Daar zijn nog wel hokjes vrij. We verkleden ons en kunnen onze spullen in de hokjes achterlaten. Een badmeester schrijft het nummer van onze sleutel op het kleedhokje met een krijtje, zodat hij weet welk hokje bij ons hoort. Nou ja, hopelijk gaat dat goed.
We lopen richting de baden. Het is heel druk. Vooral in het begin zijn alle baden vol. Het ruikt hier heel erg naar zwavel. Al het water in de baden komt ook uit de Hongaarse zwavelbronnen. Dat schijnt gezond te zijn. Maar het stinkt ook!
We nemen eerst een sauna en daarna enkele kruidenbaden, de een iets warmer dan de andere. Lekker hoor, na die dagen dat we zoveel hebben gelopen. Het is heerlijk ontspannen. Anke, Ine en Bastiaan laten zich ook nog lekker masseren. Dick en ik wachten al badend totdat ze klaar zijn. Daarna gaan we weer.
Bij dezelfde markt als gisteren, nemen we even wat te eten voordat we naar de boot gaan. Hier kunnen we ook meteen nog even tellen hoeveel geld we nog hebben voor het eten vanavond en voor morgen. Het is te weinig dus we moeten straks na het varen even pinnen.
Bij een toeristen-infopunt vlakbij de Donau kunnen we kaartjes kopen voor de boottocht. Met korting, haha. Tja, gewoon proberen toch? We lopen naar de aanlegplaats. Het is wel een beetje bewolkt en koud! We kunnen beter niet op het dak van de boot gaan zitten. Het wordt de tussenverdieping. Deze is overdekt en de stuurhut voor ons vangt de meeste wind op. “Biertje?” “Tuurlijk!” Er start een bandje met een stem die ons vertelt waar we allemaal langs varen. Eerst in het Engels en dan in het Duits. Halverwege de tocht komen er wat eigenwijze mensen aan die toch op het dak waren gaan zitten. “Koud windje hè!”
Na de tocht pinnen we nog even en gaan we per metro weer naar een restaurant uit de gids van Dick: ‘Csarnok Vendélglö’. Vraag me niet wat het betekent. Het is -net als gisteren- weer even zoeken. We lopen eerst totaal de verkeerde kant op. Dick heeft het al bijna opgegeven, maar uiteindelijk vinden we het weer hoor! Dick had gewoon even de kaart op z’n kop gehouden! Nee hoor Dick, grapje.
De eerste kennismaking me t de gastheer van het restaurant, valt een beetje tegen. Het lijkt een beetje een snauwerige man. Gelukkig maakt hij het even later goed. Hij blijkt best aardig te zijn.
Bas en Dick nemen een Wiener Schnitzel, Anke, Ine en ik nemen iets met foie gras. Wederom heerlijk moet ik zeggen! Ine vindt het eten vanavond het lekkerst tot nu toe. Na een tijdje zijn we de laatste in het restaurant. We vragen de rekening, dan gaan we ook. We hebben namelijk nog 10 blikjes bier in de koelkas staan, en die moeten op voordat we naar huis gaan. Halve liters zijn het ook nog. We hebben dus nog een zware avond voor de boeg.
We lopen terug naar ons appartement. Hemelsbreed is het namelijk helemaal niet ver. Ongeveer een kwartiertje later zijn we er al. Top. Eenmaal binnen krijgen we ieder een halve liter voor onze neus van Dick. Haha, geweldig. Ik neem een paar goeie slokken, de rest krijgt Dick. Ik krijg het gewoon niet weg! Voor Annie geldt hetzelfde. Wij hebben toch liever een wijntje. Gelukkig heeft de rest er minder moeite mee. Maar of ze alle tien opgaan…. Ineens krijg ik een vieze geur in m’n neus. Het is helaas wel een bekende geur. “Jezus Bas, heb jij soms je schoenen uit gedaan ofzo! Het is niet te harden man!” “Ja inderdaad!” Ik krijg een natte sok in m’n neus geduwd. Daar kon ik op wachten natuurlijk. “Gatverdamme ga je weg of niet!” Ik gooi de vieze sok weg. Ine staat op, pakt de sok en stopt haar neus erin. “Mmmmm, heerlijk toch! Dat ruikt net zoals vroeger. Er gaat niets boven de geur van een zweetsok van m’n zoon” Is ze gek of niet! We liggen met z’n allen in een deuk. “Ruik deze eens dan!” zegt Annie. Ook hier stopt Ine haar neus in en neemt een diepe snuif. “Deze is ook niet gek, maar die van Bastiaan is lekkerder”, zegt ze bloedserieus. Volgens mij is het weer hoogtijd om te gaan slapen..
Maandag 5 april, 2e Paasdag
Vandaag gaan we alweer naar huis, snif. Bastiaan is om 8 uur al uit de veren, want hij wil graag nog een cache doen voordat we gaan. Een andere dan die bij het Comedy Theater, deze ligt bij het station. Anderhalf uur later komt hij weer binnen, zeiknat geregend en helaas zonder de schat te hebben gevonden. Jammer. Het was ook een beetje vies bij het station, dus dan is het ook niet echt smakelijk om te zoeken en dingen vast te pakken. Dan maar niet hoor. Jammer.
In de tussentijd begint Dick al lichtelijk de reisstress te pakken te krijgen. Annie en ik staan nog half opgemaakt in de badkamer, Ine ligt nog in bed, Bastiaan moet nog douchen, we moeten nog ontbijten en er is nog geen koffertje ingepakt. O jee o jee. Zou het nog goed komen? Zal het vliegtuig straks niet zonder ons vertrekken?
Gelukkig zijn we allemaal op tijd klaar. We zeggen gedag tegen ons appartement, gooien de sleutels via het keukenraam naar binnen en lopen door de regen naar het station. Gelukkig hebben we het de afgelopen dagen droog gehouden, dat was vette mazzel. Vanaf het station nemen we de metro naar een busstation valkbij het vliegveld. Vanaf daar is het nog maar een kwartiertje.
Eenmaal op het vliegveld verloopt alles ook soepeltjes. Bij de incheckbalie komt er een Paris Hilton look a like met twee kleine chihuahua’s in haar handtas aantrippelen. Een mooie slanke dame. Ze trekt de aandacht van iedereen.
Bij de douane staat een zeer chagrijnige man die overduidelijk aan iedereen laat merken dat hij ‘the man’ is. Een jongen voor ons pakt per ongeluk de bak van de band waar zijn riem en jas inzitten. De man gaat uit zijn plaat! “Can’t you read!!!” Er hangt een klein bordje boven de band waarop inderdaad staat dat de bak op de band moet blijven staan. Maar het is echt niet duidelijk. De jongen mompelt wat naar hem en loopt door. Nu zijn wij aan de beurt met onze spullen. Bas en ik doen alles ‘volgens de regels’. Annie pakt per ongeluk de bak van de band, maar gelukkig kan ik net op tijd zeggen dat dat niet mag! De koffertjes van Ine en Dick worden achtergehouden door de man. Hij wacht. Wij wachten ook. En wachten en wachten. Er gebeurt niets. Dan loopt Ine er maar heen. “Is this your suitcase?”, zegt die vent.
“Yes!” Ja, waarom dacht je dan dat wij blijven wachten, eikel! “Put up your happy face!”, gooit Bas er ook nog achteraan. “Dit is het moment om te gaan jongens”, voordat we allemaal naar achteren moeten,” zegt Annie. We lopen alvast door de douane, terwijl Ine en Dick op hun koffertjes wachten. Achteraf werd die van Ine achtergehouden omdat ze een klein flesje deo was vergeten in het plastic zakje te doen. En die van Dick moest open vanwege zijn whiskyfles van de rommelmarkt. Ze dachten dat ie vol was.
Als we even lekker hebben geshopt op het vliegveld (3 handtassen, wat sigaretjes en Hongaarse sambal) kunnen we boarden. Zitten we net rustig in het vliegtuig, wie denk je dat er binnenkomt! Geert Wilders! Nou, dan zit je ineens wat minder relaxed! We zeggen maar niets tegen Dick. Die voelt zich eindelijk wat minder gestrest omdat hij naast Paris zit. Dat willen we niet verpesten, hihi.
De vlucht verloopt gelukkig zonder problemen.
Met de trein gaan we weer naar Hilversum. Om het geweldige weekend af te sluiten nemen we nog een drankje bij ons thuis. Dan is het echt afgelopen. Helaas. ’s Avonds suizen onze oren…. van de stilte. Dat wordt weer afkicken van de gezelligheid!
Bedankt Ine! Weer!
Liefs Joyce