Ik wil al een tijdje een mooie reis maken buiten Europa. Aangezien Joyce niet echt een liefhebber is van vliegen heb ik gevraagd over mijn moeder mee wil. In eerste instantie wilde we graag naar Sri Lanka maar op diverse sites werd dit afgeraden. Als alternatief zag ik Maleisië wel zitten.
Ik heb net de rondreis geboekt bij Djoser voor 23 dagen. Naast veel flora en fauna waar deze reis bekend om staat verblijven we aan het einde van de reis op een Expeditie Robinson eiland met de naam Pulau Tiga.We bezoeken diverse nationale parken en verblijven bij de Bidayuh stam. Ik heb er echt ontzettend veel zin in en kijk uit naar dit mooie avontuur wat ons te wachten staat. Ik hoop mooi zo veel mooie verhalen en foto’s terug te komen dat ik Joyce kan overtuigen zo’n reis ook een keer te maken.Ik zal bij “Lees meer” de gehele reisbeschrijving van de site van Djoser zetten.
Groet, Bastiaan
Kuching
Dag 1 Amsterdam – Kuala Lumpur
Dag 2 Aankomst Kuala Lumpur, vlucht naar Kuching
Vroeg in de ochtend arriveer je in Kuala Lumpur, waar je overstapt op de korte vlucht naar Kuching op Sarawak. De reisbegeleider wacht je op in Kuching en brengt je van het vliegveld naar het hotel. Je hebt dan de tijd om zelf de stad in te gaan. Maak een wandeling langs het waterfront of charter een van de vele bootjes. Statig zijn de historische huizen uit de Brooke-dynastie.
Of trek een paar uur uit voor het Sarawak Museum, een van de beste musea van Azië. Een schitterende, veelzijdige collectie toont de Dayakcultuur en je krijgt een beeld van de rijke flora en fauna van Sarawak. Populair zijn de vele restaurantjes op de Jalan Gambier, die tot ’s avonds laat open zijn en waar je in de gezellige drukte heel goedkoop kunt eten. Kuching betekent trouwens kat en dit dier zie je in allerlei vormen en op tal van plaatsen uitgebeeld.
Bako National Park
Dag 3 Kuching – Semonggoh – Bako nationaal park
Dag 4 Bako NP
Dag 5 Bako NP – Kuching
Vanuit Kuching reizen we per bus en boot in ongeveer twee uur naar het nationale park Bako. Onderweg maken we een stop bij Semonggoh, het oudste orang-oetanreservaat van Sarawak. In dit reservaat worden verweesde baby-apen en volwassen dieren, die vaak als huisdier zijn gehouden, voorbereid om terug te keren in de natuur.
Bako bestaat uit zo’n 27 km² tropisch regenwoud langs de prachtige kust met stranden, baaien en steile kliffen De bijzonder gevarieerde flora zorgt ook voor een enorme verscheidenheid aan dieren. Er zijn zeldzame soorten neushoornvogels te vinden, maar ook wilde zwijnen, makaken en neusapen. Een netwerk van gemarkeerde wandelroutes biedt volop gelegenheid om de jungle in te gaan.
Voor Bako geldt, net als voor de andere parken: in de vroege ochtend en tegen het vallen van de avond is de kans het grootst dat je dieren in het wild kunt waarnemen. De kans blijft echter klein in de dichtbegroeide jungle.
Na twee overnachtingen in de eenvoudige parkhuisjes in Bako reizen we terug naar Kuching.
Longhouse en Similajau
Dag 6 Kuching – boot naar Sibu
Dag 7 Sibu – boot naar Kapit – Iban longhouse
Dag 8 Iban – Sibu – Similajau nationaal park
Dag 9 Similajau NP – Miri
Alweer vroeg vertrekken we met de snelle express boot naar Sibu. Deze totaal 5 uur durende tocht over de Chinese zee en de laatste 2 uur over de Batang Rajang rivier, de grootste rivier van Borneo, is een hele belevenis. Na een overnachting in Sibu, vertrekken we de volgende ochtend met de snelle Express boot naar Kapit. Deze toch op de Rajangrivier, de belangrijkste verkeersader van Sarawak, duurt zo’n 2,5 uur. Met een busje rijden we dan nog een uur naar het Rumah Bundong longhouse van de Iban.
De Iban-stam is de belangrijkste stam van Sarawak en was vroeger berucht als volk van koppensnellers. In hun longhouse zijn de zwarte schedels van vroegere slachtoffers vaak nog te zien. De traditionele longhouse, een gebouw op palen aan de rivier, telt vele ‘appartementen’ voor verschillende families. Aan het hoofd van de hechte gemeenschap staat de ‘tuai rumah’. We verblijven hier één nacht en ’s avonds is er alle tijd om met behulp van een lokale gids/tolk van gedachten te wisselen met de Iban en van de traditionele dans en muziek te genieten, dit alles onder het genot van een onmisbaar glaasje ‘tuak’, de lokale rijstwijn.
Je komt van alles te weten over de rituelen, folklore en religie die in hoge mate de rijstbouw bepalen, het belangrijkste middel van bestaan. De Iban laten je tijdens een wandeling ook graag kennismaken met hun primitieve maar ingenieuze jachttechnieken en tonen hun geweldige kennis van bomen, planten en dieren die ze onder meer als medicijn of voedsel gebruiken. We slapen gezamenlijk in een zeer eenvoudig gastenverblijf. Vanzelfsprekend is het comfort naar onze maatstaven beperkt, maar dat valt in het niet bij de bijzondere ervaring van dit verblijf.
Via Sibu rijden we door het prachtige landschap naar het nationaal park Similajau, dat nog niet zo lang geleden is opengesteld voor toeristen. Nog vrij onbekend dus, maar absoluut een topper, met een van de mooiste stranden van Sarawak. Wie het rustig aan wil doen, kan lekker aan het strand liggen of varen naar Golden Beach. Actieve wandelaars kunnen kiezen uit verschillende uitgezette routes. We overnachten in Miri, een moderne en welvarende stad waar we even kunnen genieten van het drukke leven in een grotere plaats.
Gunung Mulu National Park
Dag 10 Miri, vlucht naar Gunung Mulu nationaal park
Dag 11 Gunung Mulu NP, boottocht naar Wind Cave en Clearwater Cave
Dag 12 Gunung Mulu NP, vlucht (via Miri) naar Kota Kinabalu
In Miri stappen we in een klein vliegtuigje naar het beroemde en grootse nationaal park Gunung Mulu, een schitterend natuurgebied diep in de binnenlanden van Sarawak. In dit park ligt het grootste grottenstelsel ter wereld maar het is ook geliefd om zijn diversiteit aan tropische gewassen, waaronder een grote variëteit aan vleesetende bekerplanten.
’s Middags kun je een wandeling maken door de jungle naar Deer Cave en Lang Cave. Als je de fantastische druipsteenformaties ziet en de miljoenen vleermuizen, die tegen het einde van de middag de grot uitvliegen op zoek naar voedsel, begrijp je waarom dit grottenstelsel wereldberoemd is.
De volgende dag varen we na het ontbijt over de Melinaurivier naar de Clearwater Cave, die zich uitstrekt over een lengte van maar liefst 51 kilometer. Onderweg stoppen we bij de Wind Cave en je kunt hier duidelijk voelen hoe deze grot aan zijn naam komt. De Clearwater Spring is een geschikte plek om te picknicken en te zwemmen.
Op de terugweg brengen we een bezoekje aan een Penan-nederzetting bij Batu Bungan. ’s Avonds kun je genieten van de rust en stilte in een ‘lodge’ aan de rivier. Via Miri vlieg je de volgende middag weer naar de bewoonde wereld.
In de moderne stad Kota Kinabalu in Sabah kun je, als afwisseling op de natuur, winkelen in een van de shopping malls, flaneren langs het water of rondstruinen op de Filippinomarkt, waar je onder andere typisch Filippijns handwerk kunt kopen. Kota Kinabalu is een stad voor culinaire liefhebbers; houd je van Spaans, Koreaans, Filippijns of Japans eten, dan kun je hier je hart ophalen. Maar ook het lokale eten op de markten is niet te versmaden.
Sepilok en Kinabatanganrivier
Dag 13 Kota Kinabalu – vlucht naar Sandakan – Sepilok
Dag 14 Sepilok – Kinabatanganrivier
Dag 15 Kinabatanganrivier
Vanaf Kota Kinabalu vliegen we naar Sandakan, de vroegere hoofdstad van Sabah, tegenwoordig een handelsstad waar producten uit het binnenland, zoals rotan, rubber en palmolie, worden ingescheept voor de export. Vanuit hier rijden we naar Sepilok, waar een van ’s werelds drie rehabilitatiecentra voor orang-oetans ligt. De dieren worden hier getraind om weer in het wild in de jungle te kunnen leven. Het is een unieke ervaring om de apen te zien wandelen door de jungle of slingeren aan de lianen bij een van de voederplatforms. We overnachten in Sepilok zodat we de volgende morgen tijdens de voedertijd aanwezig kunnen zijn.
Bij de Kinabatanganrivier overnachten we in een ‘lodge’ aan de oever. Je kunt hier ’s middags een boottocht maken om een bijzondere apensoort te bekijken; de neusaap, die vooral in dit gebied voorkomt. Hun enorme rode neus inspireerde eertijds tot de bijnaam ‘Hollanders’. Verder kun je lopend of per boot genieten van de prachtige natuur van dit gebied, met de mooiste bloemen en bijzondere vogelsoorten, zoals de neushoornvogels en slangehalsvogels.
Ook is er gelegenheid om een (facultatieve) excursie naar het Oxbowmeer te maken.
Kinabalu nationaal park
Dag 16 Kinabatanganrivier – Kinabalu nationaal park
Dag 17 Kinabalu NP
Dag 18 Kinabalu NP
Vanuit de Kinabatanganrivier rijden we met de bus naar Kinabalu nationaal park, met het 4105 meter hoge bergmassief Mount Kinabalu. In het park komen meer dan 1000 plantensoorten voor; van de gigantische rafflesia tot tal van wonderlijk gevormde orchideeënsoorten. In het informatie centrum wordt een presentatie over het park vertoond; hiermee krijg je een indruk van het natuurschoon en kun je je voorbereiden op de inspannende tocht naar de bergtop. We verblijven in een accommodatie buiten het park.
De volgende ochtend kan je het park op je gemak gaan verkennen, eventueel met een lokale gids. Er zijn vele verschillende wandelmogelijkheden inclusief een beklimming naar de top van Mount Kinabalu. Degenen die deze beklimming willen maken worden ’s ochtends vroeg met een busje naar het beginpunt, het Power Station, gebracht. Je overbrugt de eerste dag zo’n 1500 meter hoogte om op circa 3300 meter in een eenvoudig resthouse te overnachten.
De volgende dag ga je héél vroeg uit de veren om naar de top te klimmen, waar je (hopelijk) wordt beloond met een schitterende zonsopgang en een ver reikend uitzicht. Moe maar voldaan zit je vijf uur later aan het ontbijt in het resthouse waar je overnacht hebt. Daarna daal je verder af naar nationaal park Kinabalu. Met name het laatste stuk van de beklimming is zwaar, maar met een goede conditie en een flinke dosis doorzettingsvermogen kun je de tocht zeker volbrengen.
De beklimming van Mount Kinabalu is facultatief; de kosten bedragen € 195,-. Je dient je hiervoor minimaal 2 maanden voor vertrek voor aan te melden in verband met het kleine aantal overnachtingsplekken dat beschikbaar is, en de grote vraag hiernaar. Bedenk van te voren dus wel goed of je conditie goed genoeg is voor zo’n beklimming daar het echt een zeer pittige tocht is. Maar ook zeker de moeite waard zal zijn!
Pulau Tiga
Dag 19 Kinabalu NP – Kota Kinabalu – Pulau Tiga
Dag 20 Pulau Tiga
Dag 21 Pulau Tiga
Dag 22 Kota Kinabalu – Kuala Lumpur – Amsterdam
Dag 23 Aankomst Amsterdam
De volgende dag rijden we via Kota Kinabalu naar Kuala Penyu. Vanuit daar nemen we de boot naar het ‘Survivor Island’ Pulau Tiga. Dit onbewoonde eiland ligt ongeveer 10 kilometer van de kust en heeft slechts één resort. Het nationale park Pulau Tiga biedt diverse wandelpaden die zeker de moeite waard zijn om te ontdekken. Midden op het eiland bevinden zich moddervulkanen waardoor geometrische activiteit de modder uit de grond opborrelt. Men zegt dat deze modder herstellende elementen voor de huid bevat. Neem dus een modderbad met als afsluiting een verfrissende duik in zee!
Vanuit je eenvoudige chalet is het niet ver lopen naar de zee. Na een enerverende reis bestaan hier mogelijkheden om te zwemmen, snorkelen, duiken, wandelen en uiteraard te genieten van de zon. Aan het begin van de avond vertrekt het vliegtuig naar Kuala Lumpur, waar je overstapt op het toestel naar Amsterdam.