Cuba 2009

Reisverslag Cuba 2009

Een van de dromen van Bastiaan is om ooit eens naar Cuba te gaan. Alleen een klein dingetje houdt hem tegen. Hij heeft sinds een jaar of zeven een vriendin die het niet echt (of zeg maar gerust: echt niet) op vliegen heeft. Laat staan 10 uur achter elkaar.
Maar toen kwam Desiree een avondje langs met folders en foto’s en boeken en een heel mooi verhaal. Tja….

Zaterdag 22 augustus

Wij vliegen om kwart over acht deze morgen naar Varadero, Cuba. Nee, helaas kunnen we niet met de boot. Met allerlei kalmeringsmiddelen op zak, stap ik in. Eigenlijk voel ik me helemaal niet zo zenuwachtig, puntje bij paaltje. En ik heb nog geen pilletje of druppeltje genomen! Goed hè.
Het is tien uur en tien minuten vliegen. We huren een mediaplayer om wat filmpjes te kijken. Af en toe dommelen we een beetje, of lezen we wat. Gaat allemaal hartstikke goed.
Op het laatst zijn we er wel klaar mee, omdat je gewoon alle zit posities al een keer hebt gehad. We komen aan op Varadero en gaan zes uur terug in de tijd. Wel heftig dus! Het is hier nu pas twee uur ‘s middags!
Alle medewerkers op de luchthaven hebben een mondkapje voor. Ziet er wel angstaanjagend uit moet ik zeggen. In het vliegtuig gingen de stewardessen ook al de gangen door met een soort desinfecterende spray. Moest van de Cubaanse autoriteiten. Pfff. Zeg, de ziekte komt hier uit de buurt, hoor. Worden wij Europeanen als bacterienesten behandeld! Nou ja, aan de andere kant ook wel weer goed.
Iedereen wacht buiten in de warmte op de bus, die hen naar het gewenste hotel zal brengen. Behalve Bas en Joyce; die gaan de rij voorbij en stappen een klein busje in dat direct wegrijdt. Lekker decadent he! Doeiii! Wij gaan vast hoor!
Villa Tortuga is een ok hotel. Het is all in, dat wist ik niet eens! We krijgen en bandje om, dus dat betekent dat we ongelimiteerd kunnen vreten en zuipen. We moeten wel nog even wachten op de kamer. Check in is hier normaal pas om vier uur.
Nadat we wat hebben gedronken, gegeten, en geld hebben gewisseld, kunnen we de kamer in. Heerlijk met een airco, want het is warrum! Lekker even douchen ook, daar worden we een beetje wakker van.
Helaas heeft de douche voor mij niet geholpen. Ben werkelijk waar kapot! Ik kan geen boe of bah meer zeggen. Bas is nog redelijk opgewekt en probeert me op te peppen, maar zelfs hem lukt het niet. Het enige wat ik wil is slapen. Maar dat mag gewoon niet, want anders kom je niet in het nieuwe ritme. We houden het vol tot acht uur en dan gaat het licht uit.

Zondag 23 augustus

Na een heerlijke lange nacht worden we om ongeveer 7 uur wakker. We zijn nu wel uitgeslapen… want eigenlijk is het dus 1 uur in de middag Nederlandse tijd. We blijven nog even een half uurtje dommelen en dan gaan we er echt uit. Even douchen en de koffers weer inpakken. Ik droog nog even mijn haar met de nieuwe supersonische 2000 Watt föhn. En ineens PATS! Alle stoppen slaan door! Daar kan de stoppenkast helaas niet tegen! Shit das balen. Haha. Nou ja, dan maar met half nat haar naar het ontbijt. Om negen uur krijgen we de huurauto, dus we moeten een beetje opschieten.
Eenmaal aangekomen in de eetzaal zoeken we een plekje. Het lijkt hier werkelijk waar wel op een vreetschuur! Mensen lijken wel uitgehongerd. Vrouwen met twee kindjes scheppen borden vol met broodjes en beleg en laten vervolgens de helft staan. Iedereen hier denkt dat ie te kort komt. Ongelofelijk.
Na negenen komen we aan bij de receptie. We zien nog geen Peugeot staan, dus we zoeken rustig de voucher op en vragen aan de meneer bij de receptie of hij weet dat er een auto voor ons wordt gebracht. “He’s sitting over there and waiting for you since nine o’clock” Oeps foutje, het is nu kwart over! Gelukkig is de autoverhuurder niet boos op ons. We laten onze rijbewijzen en paspoorten zien, betalen voor de verzekering en de borg en lopen naar de auto. Het is een blauwe Peugeot 206. Met hier een daar een paar deukjes die de meneer was vergeten te noteren. Toch maar even doen hè, voor het geval dat we de borg niet meer terug krijgen ;-).
We pakken de koffers uit de kamer, checken uit, en daar gaan we dan! Beginnen aan het grote avontuur! Vandaag staat er een kleine 300 kilometer rijden op het programma. We gaan namelijk naar Hotel Melia in Cayo Santa Maria, een kleine eilandengroep aan de Noord Oost kant van Cuba, om heerlijk te relaxen de komende twee dagen.
Ik begin met rijden, Bas navigeert. We hebben het Geocache GPS apparaatje meegenomen, om ons de goede richting uit te leiden, en ook een gewone kaart. Dan zou je denken dat het best knap is om meteen verkeerd te rijden, maar wij krijgen het voor elkaar hoor. Keren maar!
Op een gegeven moment rijden we toch weer op de goede weg! Mooi! De wegen hier zijn niet echt geweldig. Je moet zo denken; de hoofdweg is vrij ok. Als je heel veel gaat hobbelen, dan zit je echt verkeerd. Zoals wij dus weer na een uurtje. We worden door een Cubaan tegengehouden. Hij maakt gebaren dat we moeten omkeren. We vertellen hem waar we heen moeten, en hij wijst ons hoe we het makkelijkst weer op de goede weg komen. Totaal in een andere richting dan degene die we reden, haha. Wat ook heel erg wennen is hier, is dat er op de snelweg ook gewoon fietsers en voetgangers te vinden zijn, en dat je helemaal niet raar op moet kijken als je paard en wagen in moet halen. Laat staan al die zwerfhonden midden op de weg. Nee, je moet hier geen moment de aandacht verliezen.
Met vol vertrouwen rijden we weer de goede kant op, denken we. Totdat we weer worden tegengehouden door een andere Cubaan. Wat? Weer keren? Ja hoor! Pff. “Nou ik weet het niet meer hoor Bas.” Ik schuif het raam naar beneden om de volgende routebeschrijving aan te horen. Deze Cubaan spreekt gelukkig heel goed Engels, dat scheelt. Hij biedt ons aan om met ons mee te rijden voor het grootste deel van de route. Van te voren heb ik gezworen geen lifters mee te nemen, maar ik ben inmiddels zo wanhopig dat dit wel een goed idee lijkt. Bas vindt het sowieso al prachtig, dus die stemt snel in.
Daar zitten we dan in de middle of nowhere, met een onbekende man achter in de auto, genaamd Alberto, op weg naar Cayo Santo Maria. Maar we kunnen nu in ieder geval niet meer verkeerd rijden!
Alberto is een hele aardige vent. Hij vertelt honderduit over zijn leven, zijn gezin en zijn land. Over wat je als toerist wel en niet moet doen, wat je beslist moet zien, enzovoort. En bovenal, we rijden echt de goede kant op! Onderweg stoppen we even om te tanken en om wat drinken te kopen. Heel Cuba staat zowat om de auto heen. De een haalt er een lapje overheen en de ander kijkt of er nog wat te halen valt. We vinden het best griezelig, want alles ligt in de auto; geld, reispapieren, kleding, alles! Alberto stuurt ze gelukkig weg. En ze gaan ook.
We vervolgen de weg weer. Alberto vertelt ondertussen dat een goede vriend van hem een sigarenfabriek heeft hier in de buurt. Dat we daar veel goedkopere sigaren kunnen kopen dan ergens anders op het eiland. En wij trappen daar natuurlijk in 😉 Hij belt de vriend die daar aan het werk is vandaag en vraagt of hij een pakje kan komen halen voor ons. Dat kan. Hij stapt uit en komt terug met een stuk of dertig sigaren. Voor maar 30 pesos! Wij hebben er niet echt verstand van natuurlijk, maar ze ruiken in ieder geval best goed! De echte sigarenliefhebber zal hier best van houden denk ik.

Cuba 2009
Alberto laat zich afzetten in Santa Clara. Hij zegt dat we nu een heel eind op weg zijn in de goede richting. Dat het nu nog 20 minuten rijden is voordat we de eindbestemming bereiken. Hij schrijft nog even zijn adres op, zodat we hem en zijn gezin nog kunnen bezoeken aan het einde van de vakantie, als we dat willen. We geven hem een bellenblaas en ballonnen voor zijn dochtertje, en zeep en tandpasta en 20 pesos voor hem en 30 voor de sigaren. Alberto wil het allerliefst T shirts of andere kleding van ons, maar we hebben eigenlijk geen oude spullen bij ons, dus dat geven we maar niet. Doei Alberto! Bedankt!
We vervolgen onze weg. Het lijkt allemaal de goede richting op te gaan, met de nadruk op “lijkt”. Op een gegeven moment raken we weer op een heel erge hobbelweg, dus toen hadden we het al kunnen weten; niet goed. De GPS laat ons in de steek. We vragen het aan een gezin dat langs de weg loopt. Helaas is alles in het Spaans, dus we komen niet veel verder dan wat handen- en voeten werk. We keren weer om en vragen nog zo’n vijf keer aan mensen of we de goede kant op gaan. En eindelijk! Veel later dan Alberto’s 20 minuten raken we dan op de goede weg. Het is een lange weg met aan beide kanten zee.

Na een half uurtje rijden komen we eindelijk aan bij ons hotel; Melia Cayo Santa Maria, vijf sterretjes, hehe. En dat is te zien! Het ziet er hier heel luxe uit. En alles is wederom all in!We checken in en worden door twee buddyboys naar onze kamer gereden, terwijl ze ons wegwijs maken op het terrein. Wauw man. Het is hier fantastisch!

Cuba 2009

Om over onze kamer maar te zwijgen; de inrichting is blauw geel met zonnetjes en maantjes. Heel leuk. En het bed is echt huge! Twee twijfelaars naast elkaar zeg maar. Er kunnen ermakkelijk vier in. En de badkamer, tja, gewoon mooi! We hebben nu toch al veel reisjes gemaakt, wij tweeën, maar zo’n mooie kamer hebben we nog nooit gehad!
We trekken wat zwemkleding aan en gaan richting de zee. Zelfs zo’n mooie zee heb ik nog nooit gezien. Azuurblauw water en wit zand. Even voelen met de teentjes; het water is lauw! Lekker dobberen dan maar na de lange tocht van vandaag! Klein nadeeltje is dat er inimini kwalletjes rondzwemmen, minder leuk. Maar zij vinden ons helaas wel heel leuk. Auw! Het lijkt net of je een steekje krijgt van een speld die daarna een beetje nabrandt. Bas heeft natuurlijk weer meteen een bult.
Na de zee gaan we even het zwembad checken. Ook al zo groot en mooi. Er zit ook een snackbar naast. We hebben wel een beetje trek, dus we bestellen een pizzaatje en een biertje.

Cuba 2009
Heerlijk daar waren we wel aan toe! Nou, nu nog even zwemmen dan. Wat zo leuk is, is dat er in het zwembad een bar gemaakt is. Dat is natuurlijk wel wat voor ons.
Daar zitten we dan, aan de bar in een zwembad op Cuba met ieder twee Cuba Libres voor onze neus. Wat wil je nog meer dan? Zonnetje is er bij, het is gewoon paradijs op aarde. Als je het zo gezellig hebt, heb je ineens niet meer in de gaten hoeveel van die Cuba Libres je nu eigenlijk op hebt. Vooral Bas niet.
In de hotelkamer gaat hij dan ook half knock out. Ik heb het in het begin nog niet zo in de gaten, dus ik sleur ‘m gewoon mee naar het buffet. Ik zal ‘m niet al te veel voor gek zetten, maar op het moment dat ik dit schrijf, ligt hij al te pitten. En we zijn net binnen. We moesten wel, want alles ging draaien zei hij. Haha. Morgen geen rum meer voor mijn lief denk ik.

Maandag 24 augustus

Bastiaan is zo fris als een hoentje! Ongelofelijk! Hij heeft ook wel een lange nacht gemaakt. Het erge is dat hij dus echt niet meer weet wat er is gebeurd sinds dat het licht uitging. Hij weet niet eens meer wat hij gisterenavond heeft gegeten. Aan het ontbijt zegt hij: ”We zaten daar toch?” “Nee, schat we zaten in de andere hoek, daar dwars tegenover” Vreselijk dus.

Cuba 2009
Maar goed, alles gaat weer lekker en na het ontbijt gaan we heerlijk naar het strand.
Even de handdoeken van gisteren omwisselen in de ‘handdoekkamer’. Ja echt, hier hebben ze een ‘handdoekkamer’. Mooi hè.
Tegen een uurtje of half een beginnen de maagjes wel weer te knorren. Vlakbij het strand zit er een restaurantje waar we kunnen lunchen. Ok, nog heel even liggen dan. Maar dat hadden we beter niet kunnen doen want ineens begint het me toch te gieten! Niet normaal! We racen naar het restaurant. Doorweekt komen we aan. Maar er zijn meer mensen die er zo uit zien gelukkig. Die waren ook net iets te laat.

Cuba 2009
Op de terugweg naar het strand stoppen we even bij de strand bar voor een pina coladaatje. Eentje maar hoor. We hoeven niet hetzelfde mee te maken als gisteren, hè schatje.

Cuba 2009
Om een uurtje of half vier en een paar kwallenbeten later ben ik het een beetje zat op het strand. We liggen er ook al vanaf vanmorgen half 10 ofzo. Dus we gaan nog even naar het zwembad. Hier relaxen we nog even lekker.

Cuba 2009
Jammer dat we morgen al weer weg gaan hier. Maar aan de andere kant, we gaan wel naar een mooie stad; Trinidad! Kijken hoe we er komen gaan… Hmm. Daar ga ik nu maar even een nachtje over slapen.

Dinsdag 25 augustus

Nadat we een lekker ontbijtje hebben genomen aan het luxe buffet van het hotel, is er toch echt een einde gekomen aan ons verblijf hier. Op onze deur hangt een briefje of we gebruik willen maken van een bellboy om ons en onze spullen naar de auto te rijden. Nou dat zou mooi zijn! Vijf minuutjes later staat hij voor de deur. Een hele vrolijke jongen. Eenmaal op het karretje vragen we aan hem wat de snelste route is naar Trinidad. Dat scheelt onderweg weer een paar stops 😉 Hij kan het ons in het Engels makkelijk uitleggen. We bedanken hem en geven een fooitje.

Cuba 2009

Cuba 2009

Ok dan! Op naar Trinidad. Bas z’n GPS en de routekaart staan weer op scherp. Onderweg genieten we van de mooie landschappen om ons heen. En aan de andere kant ook van de kleine huisjes waar de Cubanen in wonen. Je kunt je als je hun leefomgeving ziet niet voorstellen dat de mensen hier zo gelukkig zijn, maar ze zijn het echt. Ze zijn voornamelijk allemaal buiten en maken een praatje met elkaar of staan in de rij om een door een dorpsgenoot zelfgemaakt drankje te kopen. Welke dan gewoon uit het raam van een huis wordt verkocht. Lachen. En ze zijn gelukkig ook niet te beroerd om een toerist even te helpen met het vervolgen van zijn route. Het gaat natuurlijk wel in het vloeiend Spaans, waar wij geen r**t van verstaan, maar uiteindelijk komen we er toch altijd weer uit. Helemaal vandaag hebben we geluk. We rijden namelijk in één keer naar Trinidad, zonder te keren! Dat is een unicum tot nu toe. Er is even een klein stressmomentje als we middenin een stadje terecht komen waar maar mondjesmaat wordt aangegeven hoe we moeten rijden, maar gelukkig ziet iemand ons bekvechten. De man komt naast de auto staan en hij biedt aan om ons voor te rijden op zijn scootertje om ons zo door de stad heen te loodsen. Helemaal top dus.

Cuba 2009
Een half uurtje later komen we aan in Trinidad. We rijden een heuvel op en worden tegengehouden door een jongen. Hij gebaart dat we moeten omkeren. Nee hè. Hij zegt in het half Engels dat de straat is afgezet voor auto’s en vraagt waar we heen moeten. “Hotel Las Cuevas”. “Ah Hotel Las Cuevas, that is up the hill, go on!” We gaan dus toch goed gelukkig. Even later zien we het naambord van het hotel verschijnen. “High five!!”.

Cuba 2009

Cuba 2009

We frissen ons even op en willen eigenlijk meteen de stad in lopen, maar dan bedenken we dat de airco van de auto onderweg soms een beetje stonk en dat de motor soms niet in een keer startte. Nu is het niet zo erg omdat we er al zijn, maar stel je voor dat we onderweg naar de volgende bestemming stil komen te staan, daar moet je toch niet aan denken. Daarom lopen we naar de receptie om te vragen of zij voor ons het autoverhuurbedrijf willen bellen zodat iemand hierheen kan komen om de auto even na te kijken. De jongen van de receptie zegt dat hij niet kan bellen (er kan alleen op het terrein gebeld worden, niet daarbuiten), maar hij wil wel even met ons meerijden naar het verhuurbedrijf. Met gevaar voor eigen baan, dat wel, want als zijn baas erachter zou komen dat hij van het terrein af is, dan heeft hij een probleem. Dat bedoel ik nou dus, de mensen hier zijn gewoon zo gastvrij.
Met een omweg verlaten we het hotelterrein. De jongen navigeert ons door de stad. Bastiaan zit achter het stuur en ik zie hem zweten, rijdend door die kleine straatjes. Haha. Het eerste verhuurbedrijf waar hij ons heen wil brengen, is dicht. De tweede gelukkig niet. De auto wordt van top tot teen bekeken, maar de mannen kunnen niets vinden. Voor de zekerheid wordt wel even de reserveband opgepompt. Een geruststellende gedachte…..
Tijdens het wachten op de auto vraag ik aan de receptiejongen of hij nog een leuk restaurant weet in de stad, voor vanavond. Nou en dat weet hij wel hoor, we kunnen er heerlijk kreeft en garnalen eten enzo, zegt hij. We rijden er zo wel even langs, dan kunnen we gelijk reserveren. Haha.
“Karren maar weer”. Op naar het restaurant voor vanavond. De weg wordt steeds slechter. De verharde weg verandert in een weg met kleine keitjes. Vreselijk. Als de auto nog niks mankeerde dan doet ie dat nu wel! Gelukkig stoppen we snel bij het restaurant. Nou ja, restaurant, het is een huis met aan de achterkant een terras met vijf tafeltjes. Dit is gewoon van een familie die wat bijverdient door te koken voor toeristen. Een “Casa particular” genaamd. Ik kan niet anders zeggen, het ziet er hier goed uit. Het huis is mooi en schoon. Dus we reserveren om half 8 uur. Hopelijk kunnen we het nog terugvinden. Gelukkig schrijft de receptiejongen het adres voor ons op. En anders wil hij ons eventueel vanavond ook nog wel komen ophalen in de hotelkamer. Geregeld.
Op weg terug naar het hotel komt Bastiaan erachter dat zijn cameratas niet in de auto ligt. “Joyce, waar heb jij mijn tas gelegd?” “Welke tas, ik heb geen tas gezien.” “Die heb ik aan jou gegeven toen ik de auto ging halen voordat we wegreden!” “Ik heb echt geen tas gezien Bas, rustig!” “Ik kan nu even niet rustig zijn Joyce,…..” Paniek alom dus. Bastiaan beweert dat ik de tas had en ik weet 100% zeker van niet.
Hoe het ook zij, de tas ligt gelukkig nog bij de receptie van het hotel. Zij hebben ‘m netjes voor ons bewaard. Na nog wat gekibbel achteraf kunnen we nu eindelijk de binnenstad van Trinidad in.
We lopen de heuvel af naar beneden. Na al het rijden en de consternatie hebben we eigenlijk best wel trek gekregen. Beneden aangekomen horen we aan de linkerkant muziek. Leuke Cubaanse muziek. We lopen ernaar toe. Laat daar nou toch ook een bar en restaurant zijn zeg!
Er komt meteen iemand op ons af gelukkig. We geven aan dat we wat willen eten. Speciaal voor ons wordt er een tafeltje gedekt en we krijgen de menukaart. Lekker. We bestellen kip met rijst en natuurlijk een watertje en een biertje. 😉 Want we blijven immers Joyce en Bas..

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Na het eten zijn we klaar voor een tochtje door de stad. Trinidad is mooi. De straten bestaan uit keien en de huisjes zijn roze en blauw en geel gekleurd. De mensen zijn vrolijk, maar arm. Op een hoek van een straat is een winkeltje waar de lokale bevolking boodschapjes kan doen. Zeep en rijst, sigaren en eieren worden er onder andere verkocht. We lopen door en we komen een barretje tegen. “Hier wat drinken?” Binnen ziet het er heel gezellig uit. Cubanen zitten onder het genot van een fles Havana Rum gezellig te praten. Onder andere een hele leuke vent met een witte linnen broek en een grote riem met de letters “Royal Flush”, haha. Bas noemt hem ‘Big Daddy’.
Als we wat hebben besteld begint er een bandje te spelen. Vijf mannen. Een met een Bas gitaar, twee met gewone gitaren, een twee met een soort trommel. Echt heel gezellig. Volgens ons is dit typisch Cubaanse muziek en ook typisch genieten! Heel gezellig.
Als Bas even plassen is, word ik de dansvloer opgetrokken door een of andere man die hier ook feest aan het vieren is, haha. Als de band klaar is laten we ons verleiden tot het kopen van hun CD. Ach, leuk toch.
Als het tegen de klok van 7 uur is, gaan we weg, want we moeten om half 8 bij het restaurant van de receptiejongen zijn. Gelukkig duurt het niet lang voordat we het vinden. Nadat we het hier en daar hebben gevraagd natuurlijk.

Cuba 2009

Cuba 2009
In het begin zit er nog niemand. We zijn er zeker weer ingetrapt! Maar nee hoor, op een gegeven moment zitten alle tafeltjes vol! We krijgen een groot bord met vis, onder andere kreeft. Ik kan niet anders zeggen, het is echt heerlijk, en veel! De receptiejongen komt ook nog even checken of we er wel echt zijn. En dat zijn we!
Na het eten moeten we nog even plassen. Gewoon bij die mensen in de badkamer! Dat is wel gek eigenlijk, maar voor de mensen hier heel gewoon.
We beginnen alweer te gapen natuurlijk, dus op naar het hotel maar weer. De heuvel op! Wat een klim zeg, pfff. Nog een klein tussenstopje bij de bar van het hotel, en dan lekker slapen!

Woensdag 26 augustus.

Om een uurtje of 10 lopen we weer naar beneden de binnenstad van Trinidad in. Het is verschrikkelijk warm! We komen een druk straatje tegen waar de Cubanen winkelen en sapjes drinken aan een ‘lokale bar’. Dit wordt weer geserveerd vanuit de ramen van huizen, waar de mensen een blender hebben staan, en klaar! Een drukte van jewelste.
We nemen plaats op een terrasje om alles te overzien. Prachtig. Een vrolijk oud vrouwtje vraagt me om een vuurtje voor haar sigaret. Ze loopt wat in het rond op de straat en af en toe komt ze even terug om een praatje te maken.

Cuba 2009
Even later lopen we verder. Het lijkt wel steeds warmer te worden, niet normaal. We zijn echt doorweekt! Onderweg komen we nog een markt tegen, en we lopen nog een kerkje in.

Cuba 2009
Eenmaal weer buiten is het wel weer tijd voor wat drinken, omdat we veel vocht zijn verloren. Ook bij dit barretje is er weer een leuke band te vinden, die speciaal voor ons begint te spelen. En daarna natuurlijk weer een cd probeert aan te smeren. Maar zoiets hebben we er gisteren al gekocht, helaas voor de mannen.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

We besluiten rustig aan weer naar het hotel te lopen. Er is een zwembad, dus daar kunnen we dan even relaxen en afkoelen! Dan gaan we vanavond weer naar beneden voor het eten. Zo gezegd zo gedaan.
We liggen een paar uurtjes onder de parasol, als er een enorme donkere lucht boven ons komt drijven. Hmm misschien maar terug naar de hotelkamer? Te laat! Het begint al te regenen. Als een gek rennen we bij het dichtstbijzijnde restaurant naar binnen, waar de deuren al voor iedereen worden opengehouden. In een half uur tijd valt er me toch een water! Dat valt in Nederland in een week nog niet eens! Als het iets minder is geworden, sjezen we naar de kamer.
Voor het diner lopen we weer de heuvel af naar beneden. In het grote Cuba boek dat we van Desiree hebben geleend, staat een restaurant aangegeven waar we wel heen willen. En we vinden ‘m! Ja niets is ons meer te gek 😉 Restaurant is hier op Cuba trouwens een groot woord hoor, het is meer een zaaltje met een paar gerechten op de kaart, that’s it. Er zijn nog een paar toeristen. Ook tijdens het eten worden we weer begeleid door een duo met gitaar en trommel. Gezellig.

Cuba 2009
Café Cancanchera staat bekend om zijn gelijknamige cocktails. Honing, spuitwater, citroen en nog wat alcoholisch zit erin, haha. Dat moeten we dus niet missen! Helaas gaan ze tien minuten na onze aankomst al dicht. Dus als we nog meer willen drinken, zullen we toch echt naar een ander onderkomen moeten. Op weg terug naar het hotel vinden we er een. Hier nemen we nog zo’n Cancanchera. Is lekker man! Het begint weer te regenen en iedereen wordt nat. Ach joh, wat maakt het ook uit!
Tegen elven lopen we toch echt terug. Ik ben het wel zat, maar Bastiaan wil nog even naar de discotheek bij ons hotel, Las Cuevas. Deze is zo speciaal omdat het in een grot is gebouwd. Nadat de bewaker aan het begin van de heuvel ons de verkeerde kant op stuurt en we door hem twee keer diezelfde heuvel op zijn gelopen, is ook Bas het zat. Slaapie slaapie. Wat een mietjes he…

Donderdag 27 augustus

Vandaag gaan we vroeg op, want we hebben een hele lange autotocht voor de boeg. Nog even een leuk feitje: Ik word deze morgen niet door de normale wekker wakker. Dan zou je denken, hoe dan wel? Nou, om tien voor zeven loopt er een kakkerlak over mijn buik. Jawel, onder de dekens. En het was geen nachtmerrie. Ik kan je zeggen, een betere wekker kun je haast niet hebben. Ik sta gelijk klaarwakker naast het bed. Bas denkt eerst nog dat ik een grapje maak, maar dan ziet ook hij het twee centimeter grote beestje suf in een hoek liggen waar ik ‘m heb heengeslagen. Lekker hè? Maar goed, ik probeer het trauma vanaf nu achter me te laten.
De autotocht dus, is maar liefst ruim 500 kilometer. Voor Nederlandse begrippen is dit al vrij fors, maar voor Cubaanse begrippen al helemaal. Dit aangezien de wegen hier dus vrij hobbelig zijn op de eerste plaats. Je kunt dus niet 120 km per uur rijden. En daarnaast moet je van alles en nog wat ontwijken onderweg. Met van alles en nog wat bedoel ik vandaag; Paard en wagens, fietsers, geiten, krabbetjes, honden, varkens, voetgangers, nog meer honden, bussen en een paar oude Amerikaanse auto’s. Niet gelogen! We komen ze allemaal tegen.
Wat dat betreft gaat de eerste helft van de tocht best voorspoedig. We maken nog een tussenstop in Cienfuegos, een mooie stad. Hier kopen we een schilderijtje van de enige echte Che Guevara, voor op de WC 😉

Cuba 2009
Maar dan.. Nadat we van de Autopista National afgaan, om de route naar Vinales te volgen, komen we terecht op een soort tussenweg, wat eigenlijk geen echte weg te noemen is. Het is meer een onverhard pad met hier en daar een stuk asfalt. Tot overmaat van ramp begint het ook nog een keihard te regenen. Bastiaan is de wanhoop nabij, haha.
Als we eenmaal weer op een harde weg terecht komen, raken we weer terug waar we begonnen waren. Met ander woorden; dat stuk onverharde weg hebben we dus helemaal voor niks gereden! Ik vertel alles nu wel in 1 alinea, maar in werkelijkheid hebben we hieraan zo’n twee uur tijd verloren! We stoppen in een stadje, kopen daar en stukje brood, en rijden verder. Net als er aan deze dag geen einde meer lijkt te komen, zien we een bord met daarop de Autopista National richting Vinales. Hèhè, die moeten we hebben. Na drie keer vragen langs de weg, komen we er uiteindelijk! Nu kunnen we doorrijden en de verloren tijd inhalen.

Cuba 2009
Ik denk zo’n twee uur later bereiken we Vinales, om half zeven in de avond. Dus toch wel zo’n 11 uur rijden later. Moet je nagaan.
We komen aan bij de receptie van Hotel San Vincente. Dit hotel is samen met twee andere hotels deel van Complejo Vinales. Het enige wat we niet weten is in welk van de drie hotels we gaan logeren de komende twee dagen. Dat staat niet op de reisvouchers. We hopen dat het dit hotel is, want de omgeving is prachtig! Het ligt in een mooie groene vallei met mooie bomen en planten en andere schoonheid der natuur! En het hotel zelf ziet er ook prima uit. Dus we wagen het erop. De meneer bij de receptie kijkt eens op zijn reserveringlijstje, en nog eens. Dan bekijkt hij de reisvoucher en trekt een vragend gezicht. “No reservations for you here” Kut, dit is ‘m dus niet. Wat jammer. Ik vraag in het Engels of hij dan de andere twee hotels zou willen bellen om te vragen waar we dan welkom zijn. Maar dat doet hij niet. De voucher is voor hem genoeg bewijs dat we vanuit Nederland hebben gereserveerd, zegt hij, dus hij zal een kamer voor ons regelen. “YES”!

Cuba 2009
Nadat we onze bagage in de kamer hebben gedropt, lopen we naar het hotel restaurant om een hapje te eten. En daarna kunnen we een glaasje befaamde Cuba Libre natuurlijk niet weerstaan. Daar kun je lekker op slapen. Zonder kakkerlakken, hopelijk… 😉

Vrijdag 28 augustus

Bastiaan wil vandaag graag vroeg uit de veren. Ik waardeer dat zo hè, van de lieve schat. Als hij een bepaalde tijd in zijn hoofd heeft om te vertrekken, kan ik daar namelijk minstens een uur van aftrekken, omdat ik die tijd nodig heb om te douchen, te föhnen, op te maken en aan te kleden. Vooral dat haar van mij kost veel tijd. Heel veel tijd. Maar ja, die krullen moeten toch goed zitten hè.
Maar goed, we gaan namelijk vandaag een excursie doen. Wel een hele leuke; een wandeling door de stille vallei van Vinales, en een bezoekje aan een lokale tabaksboer. Na het ontbijt lopen we naar de receptie om het te boeken. Eerst doen ze een beetje moeilijk omdat het eigenlijk een dag van tevoren gereserveerd moet worden, maar na een paar telefoontjes te hebben gepleegd, kunnen we toch terecht. We krijgen een briefje in de hand gedrukt met een adres erop. Daar moeten we heenrijden, dan wacht ene Susy op ons. Ok!
Nou, dat was makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want het halve dorp stuurt ons eerst drie keer de verkeerde kant op, voordat we eindelijk op de plaats van bestemming aankomen. En daar komt nog eens bij dat wij zoeken naar ‘de vrouw’ Susy. Je raadt het al, het is een kerel.   
Hij begeleidt ons naar een parkeerplaats aan het einde van de straat. Hier gaan we eruit en de vallei in. Op dit moment is het nog niet zo heel warm. Tijdens het lopen vertelt hij ons over de planten, dieren en de bevolking hier. Er was bijvoorbeeld vorig jaar een orkaan door de vallei heen geraasd, die alle huizen had verwoest. Dan moeten de mensen weer van voor af aan beginnen met het opbouwen van alles. Vreselijk gewoon.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Aan de andere kant zien we prachtige plantages met bananen, cassaves, mais, aardappelen, enzovoort. En een mooi meer in het dal.
Na een uurtje lopen in de inmiddels iets warmer geworden vallei (pfffff), komen we aan bij de boerenfamilie die ons gaat laten zien hoe de tabak voor de o zo beroemde Cubaanse sigaar wordt verbouwd. We krijgen uitleg in het Spaans, maar het boertje praat heel langzaam en het is wel redelijk te begrijpen: de bladeren worden geplukt in november. Vervolgens worden ze tot maart te drogen opgehangen in een speciaal daarvoor gemaakte schuur. 90% van de bladeren verkoopt het boertje aan de regering. Deze bladeren gaan naar de sigarenfabrieken in de steden. De rest houdt hij voor zichzelf. Hij spuit de tabaksbladeren in met een mengsel van honing, citroen en rum voor een, naar eigen zeggen, specifieke smaak. De ingespoten bladeren bewaart hij vervolgens nog een aantal maanden in een baal, dan kan de smaak erin trekken. Na die tijd zijn ze klaar om tot sigaar gedraaid te worden.

Cuba 2009

Drie keer raden wie er eentje mag maken: Ikke!!! Hij doet er eerst een voor. Het is nog een heel precisiewerkje hoor. Maar het lukt mij ook! Deze mag ik zelf oproken, onder het genot van een kopje zelf verbouwde koffie. Bas, als niet roker, neemt ook een paar trekjes van mijn met trots gedraaide sigaar. Dat hoofd!! Prachtig. We kopen een setje sigaren van het boertje, bedanken hem voor de gastvrijheid en gaan weer de vallei in. Op de weg terug. Het is zo heet, je kunt onze shirts uitwringen.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Als we terug zijn bij de auto, brengen we Susy terug naar zijn adres. Het was een zeer geslaagde tocht dit. Geweldig!

Cuba 2009
Na inspanning komt ontspanning. We hebben ons zelf beloofd dat we de rest van deze middag bij het zwembad van het hotel mogen vertoeven. Relaxed.
De zon is achter een wolkje verdwenen, dus het is niet meer zo warm. Als we een uurtje hebben gezeten en gezwommen, wordt het wel weer erg donker. Het lijkt wel alsof hier elke dag rond een uur of drie, vier een fikse bui valt. Zo ook weer vandaag. Schuilen! Helaas, daar gaat ons middagje zwembad. Toch heb ik er hier minder moeite mee als het regent op een of andere manier. Als dit Spanje zou zijn, dan zou ik nu chagrijnig zijn. Het heeft gewoon wel wat. Gek hè.
Toen we hier gisteren naartoe reden, zag Bastiaan in de verte een grote grot. Het leek alsof het een restaurant was. Best leuk om daar vanavond te gaan eten dus. We rijden erheen.
Eenmaal daar, is het helaas geen restaurant, maar gewoon een bar waar je ook de mogelijkheid hebt om de grot wat verder in te gaan. Dat willen we niet, dus we nemen alleen een drankje. Dan eten we wel wat verderop, want daar hebben we ook een leuk ogend restaurantje gezien.
Het lijkt wel of we pech hebben, want het leuk ogende restaurantje verderop is dicht. Wel staan er twee mannen die ons naar een casa particular willen krijgen, maar daar hebben we vanavond geen zin in. Dan eten we gewoon bij het hotel, ook prima hoor.

Cuba 2009
Op het terrein hier bij het hotel lopen erg veel (zwerf)honden. Eentje is er zo lief.. Ik heb hem gevoerd, ook al mag dat eigenlijk niet van de eigenaars. Nou ja, die beesten hebben toch ook hartstikke honger!
Na het eten nemen we nog een cocktailtje, en dan zzzzzzzz…..

Zaterdag 29 augustus

Om een uurtje tien na het ontbijt vertrekken we, met een klein beetje pijn in ons hart, uit deze mooie plaats. Maar aan de andere kant staat er wel een hele leuke plek op het programma voor de komende dagen; Havana! Dé hoofdstad van Cuba! Daar moet je zijn geweest! We gaan hier drie nachten doorbrengen. Havana here we come!
Het is ongeveer een kilometertje of 160 vanaf hier, en aangezien we hier gelukkig vlakbij de Autopista National zitten, denken we er zo’n drie uur over te doen. Voor Cubaanse begrippen vrij snel dus, vooral vergeleken met eergisteren.
Na een uurtje zitten we inderdaad op deze weg. Het is vandaag op een of andere manier best eng om over deze weg te rijden. Het gebeurt hier van alles, behalve dat mensen op de weg letten. En het is ook drukker omdat het weekend is denk ik. Niet te hard rijden dus maar.
Het is geen leuk verhaal, maar we hebben ontdekt dat wanneer er een zwerm kalkoengieren boven een bepaald stuk op de weg zweeft, er een dier is aangereden. Deze vogels zijn namelijk echte lijkenvreters, hebben we ons gisteren laten vertellen door Susy.
Ja hoor, daar zien we wat liggen. Het is best groot! Oh nee hè, het is een zwerfhond die is doodgereden! Echt vreselijk om te zien. Hier kijkt men niet om naar honden, ze lopen overal rond en zijn heel mager. Echt zielig. Laat staan als er eentje dood langs de weg ligt. Dat doet niemand wat. Bah. Nou, mij laat het niet los. Helaas komen we nog een aantal keer een dode hond tegen, die wordt opgevreten.
Maar nu het leuke! We rijden Havana in. Het is druk, heel druk! Ik let weer goed op de weg, en Bas navigeert ons naar hotel Inglaterra. Gelukkig gaan we in een keer de goede kant op.
Het is hier echt volgebouwd, en je ziet overal auto’s, bussen, fietsers en scootertjes. De gebouwen zijn oud en vervallen. De panden die wel mooi onderhouden zijn, zijn van de staat.
We parkeren de auto voor de deur van het hotel. Er komt gelijk een mannetje naast onze auto staan. Hij vraagt ons hoe lang we willen parkeren. Bas zegt: “We don’t know”, ik zeg: ”We leave 1 September”. Lekker op één lijn ook weer hè 😉 We bedenken dat we eerst gaan inchecken, en later terugkomen om te zeggen hoe lang we hier precies zullen parkeren. Misschien hebben ze wel een ondergrondse parkeerplaats bij het hotel, je weet niet toch?
We checken in en worden naar onze kamer gebracht door de bellboy. Als Bas heeft geplast, stopt de WC alleen niet meer met doortrekken. Er moet iemand bijkomen.
De man kan het niet fiksen, dus we krijgen een andere kamer. Prima. De kamers hier zijn wel ok, maar best aan de kleine kant. Helemaal vergeleken met wat we gewend zijn de afgelopen dagen. O ja, en ze hebben geen raam. Dus daglicht zit er niet in. Haha.
We gaan naar beneden om een broodje te eten en daarna de stad in. Eerst nog even de parkeerman zeggen hoe lang we nu blijven, want er is dus geen ondergrondse parkeerplaats. Tot en met 1 september kost 6 pesos, zeg maar even 5 euro. Valt mee voor drie dagen, in Amsterdam betaal je dat per uur. De man wijst ons op de linkerachterband van onze auto. Oei, die is aan het leeglopen zo lijkt het. Oh nee. We hebben wel eens gezien hoe een band verwisseld moet worden, maar om het nu zelf te doen is toch wel weer het andere uiterste. Dat wordt een echtscheiding denk ik. Laten we nog even afwachten tot morgen en nu de stad inlopen.
Het is weer verschrikkelijk warm. We lopen door een winkelstraat en Bas wordt gelijk aan zijn mouw getrokken door een moeder met een klein kindje. Of hij een pakje melk voor het meisje wil kopen. Dan moet je net Bastiaan hebben. Ik weet inmiddels dat wanneer hij nee zegt, hij ook echt nee bedoelt. Maar deze vrouw nog niet… Op z’n zachtst gezegd is Bas niet blij. En ik ben op dat moment ook nog eens een winkel in gelopen, dus als ik terug kom word ik meegesleurd een andere straat in. “Hier gaan we weg! Ik word hier gek!”

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

We lopen een ander straatje in en op de hoek hiervan zien we een (gelezen in het Cubaanse boek) beroemde bar: El Floridita. Hier dronk een van Cuba’s helden, schrijver en kunstenaar Ernest Hemingway altijd een daiquiry, of twee.. Nu is het alleen nog maar een bar en restaurant waar veel toeristen komen, die dan natuurlijk ook een daiquiry drinken. Zo ook wij, als echte toeristen zijnde! Lekker hoor! En dat mag ook wel voor die prijs. 12 pesos voor twee drankjes is hier echt rete veel geld. Maar het is het waard.
We hebben voor vandaag niet echt een plan gemaakt, dus we lopen lekker wat in de rondte. Winkeltje in en uit, barretje in en uit. En heet dat het nog is. We zweten ons weer helemaal leeg.
Soms lopen we een straatje in waar je nauwelijks toeristen ziet, dat is best naar. Niet dat de mensen zo eng zijn, maar het is gewoon zo armoedig en vies hier. Dan worden we ook aangesproken door bijdehandte mensen die vragen om zeep of ze bieden sigaren aan of weten een restaurant. Bastiaan is nog een beetje in de war van die moeder van vanmiddag, dus die wijst iedereen af, haha. En qua sigaren hebben we sowieso al een lesje geleerd. O o o wat waren wij naïef zeg. Achteraf hebben we namelijk in het Cuba boek gelezen dat je nooit sigaren van Cubanen moet kopen die ergens een “vriend” hebben die in fabriek werkt, omdat deze van veel mindere kwaliteit zijn dan de sigaren uit de echte fabriek of de winkels. En dat zo’n pak maar 3 tot 5 pesos waard is. Wat betaalden wij ook al weer? Scroll maar even terug…. Ik durf het niet meer te zeggen!

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Op een gegeven moment komen we een kunstgalerietje tegen. “Dat vind ik een mooi doek”, zegt Bas. Het is een schilderij met daarop de bar “La Bodeguita del Medio” en op de voorgrond staat zo’n typisch Amerikaans (en inmiddels Cubaanse) oldtimer. Heel leuk. Trouwens ook deze bar is bekend door het bezoek van Ernest Hemingway. Hij dronk hier mojito. We kopen ‘m. Voor op Bas zijn computerkamertje 😉
Je raadt het natuurlijk nooit, maar welke bar komen we verderop tegen; juist! La Bodeguita del Medio!! Een mojitootje dan maar? Hmmm!
We zijn het zweten wel een beetje zat, dus we gaan naar de hotelkamer om even te douchen en iets anders aan te trekken. Even lekker fris.

Cuba 2009
Eigenlijk wilden we vanavond eten bij een restaurant uit het Cubaanse boek, maar die konden we niet vinden. Dus vanavond gaan we lekker makkelijk in het hotel zelf eten. We hebben vouchers gekregen zodat je een gratis hoofdgerecht kunt eten. We blijven toch Hollanders nietwaar? Het eten is niet geweldig hier. Ten eerste zijn het niet alle hoofdgerechten die gratis zijn, maar vier. En dan willen we een van die vier bestellen, is het op! Beetje jammer. Maar ja.
Na het eten gaan we nog even lekker buiten zitten en luisteren naar een Cubaanse band. Onder het genot van zo’n veel te dure nepsigaar. Ja, zelfs Bastiaan heeft weer meegerookt. Ongelofelijk hè.

Zondag 30 augustus

Als de wekker van de telefoon gaat om half negen, denk ik dat het nog middernacht is. Zo donker is het in die kamer! En ik heb altijd al een beetje last van opstartproblemen. Hup, eruit en douchen, dan gaat het wel weer.
Eenmaal gegeten en buiten, lopen we eerst naar de parkeerplaats om te kijken hoe het ervoor staat met onze band. Die is dus hartstikke lek. Kut, dat wordt verwisselen. Een van de parkeerbeheerders komt naar ons toe en wijst naar de band. Ja, dat hadden we al gezien! Hij wijst naar de achterbak en we doen ‘m open. Hij pakt uit zichzelf de reserveband en begint ‘m te verwisselen. Wat lief! Wij staan erbij en kijken er naar, voelen ons eigenlijk een beetje lullig, maar ja. Als hij het doet.. Met 10 minuten is het gebeurd. Nou ja, te gek! We bedanken hem en geven hem een paar pesos. Kunnen we met een gerust hart naar de sigarenfabriek.
Deze schijnt achter het hotel te liggen. Onderweg komen we een arm mannetje tegen, die een vies oud flesje omhoog houdt. Hij gebaart of ik er een beetje water uit mijn flesje in wil doen. Ik vind hem wel zielig, dus hij krijgt wat. Het mannetje is heel dankbaar.

Cuba 2009
Een stel Cubanen, ziet het gebeuren en lacht goedkeurend. Een jongen en een meisje. Ze praten redelijk Engels; “You have a nice Holiday?” vraagt de jongen. Zo raken we aan de praat. De jongen werkt in de sigarenfabriek en het meisje is salsadanslerares. We horen dat de sigarenfabriek gesloten is op zondag, dus we lopen al pratend een stukje met hun mee. Het meisje wil graag de dansschool laten zien. Ok, best leuk. We lopen mee, een paar straten het centrum in. Ze kletsen honderduit. We komen bij de dansschool aan en ze laat het een en ander zien en vertelt dat deze dansschool vroeger het huis was van de zoon van Fidel Castro. Grappig, best leuk om te weten. We lopen weer verder en ze vragen of we meegaan wat drinken in een barretje op de hoek daar. Prima, dan gaan we daarna weer onze eigen weg.
Dit cafeetje was vroeger de stamkroeg van de Buena Vista Social Club, zeggen ze, en we krijgen een soort Mohito voorgeschoteld. We kletsen weer verder, over van alles en nog wat. Zij hebben bijvoorbeeld Havana nog nooit verlaten omdat ze dat niet mogen van de regering. En ze vertellen over de munteenheid van de Cubanen zelf, over hun werk, dat ze samen met hun familie in een huis wonen, en ze vragen ook veel over Nederland. Ze bestellen ondertussen nog een drankje. Op dat moment hebben Bas en ik nog een half glas staan.
Als wij ons glas leeg hebben, geven we aan dat we weer verder gaan en dat we willen betalen. Bas begint zich ook een beetje ongemakkelijk te voelen met die -toch eigenlijk- vreemde mensen. De barman schuift Bas de rekening voor zijn neus, dat is al het eerste. Wij moeten dus betalen. Maar dan komt het; 36 pesos!!! Dat komt neer op ongeveer 6 euro per drankje waar nog niet eens alcohol in zat. Veel te veel dus. En daar komt bij dat zij er dus even gauw in die korte tijd twee ophebben. En dat mogen wij neertellen. Met andere woorden; wij zijn er weer eens ingeluisd! Wij naïeve toeristen zijn voor de tweede keer blind van vertrouwen ergens op in gegaan. Maar gelukkig komt dat besef op tijd, en hier ga ik dus niet aan meedoen.
Ik zeg tegen haar dat wij ons deel wel betalen, 12 pesos dus, wat eigenlijk al veel te veel is. En dat zij en haar vriend zelf maar de rest moeten bijleggen. “You had four drinks and we only two, I’m not paying this amount for your drinks!” “But we cannot pay in convertible pesos”, zegt ze. (Convertible is alleen voor toeristen). De jongen schreeuwt wat tegen Bas en inmiddels staat de barman er ook bij, die mengt zich er ook nog even in: “You invited them, then you have to pay,” zegt hij tegen Bas. Jaja, denk ik, die eikel zit natuurlijk gewoon ook in het complot. “Bas sta op, we gaan, ik betaal dit absoluut niet.” “Ja, maar dat kan toch niet zomaar.” “Bas sta nu op!” De barman zijn prijs is al gezakt. Als we nog een tientje zouden neerleggen dan zou het goed zijn. 22 dus, moet je nagaan, al 14 van de beginprijs af. Maar nee, bedankt!!!! “Bas, NU!” Eindelijk staat ie op. De jongen en het meisje spreken ineens geen Engels meer, en de barman gebaart wat in de rondte over politie die zou komen als zij niet konden betalen, blablabla. Nou het zal wel, wij lopen weg, daaaggg! Pfff, hebben wij dat weer? We lopen iets harder dan normaal weer richting de hoofdstraat, waar we vandaan kwamen. Gelukkig komt niemand ons achteraan. Eenmaal weer in de hoofdstraat spreekt een ander stel ons aan: “Happy Holidays?” Haha… “ Fuck you!”

Cuba 2009
Om even bij te komen van de schrik drinken we even een frisje op het terras van het hotel. Bas is trots op me dat ik me niet liet ompraten door die gasten. Wat een avontuur op de vroege morgen!
Iets ontspannenders dan maar. Een bustour door Havana. Voor een paar pesos kun je door de stad toeren, je kunt ook uitstappen en weer op de volgende bus stappen als je wilt. Wel leuk dus. We zitten op het dak, dan kunnen we alles goed bekijken.
Als we een half uurtje onderweg zijn en veel bezienswaardigheden hebben gefotografeerd komt Bas erachter dat we wel dicht bij een cache rijden. “Zullen we dan de volgende halte uitstappen?” Helaas is de volgende halte niet zo dichtbij en kunnen we in die bloedhitte nog anderhalve kilometer terug lopen. En dat ook nog zonder resultaat. We weten namelijk wel ongeveer waar die moet liggen, maar alles is te vies om aan te raken. Dus we besluiten dat we een cache gaan doen als we richting Varadero rijden overmorgen. Daar ligt er ook een.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

We kunnen geen bushalte van de tour vinden en hebben geen zin om naar het hotel te lopen, dus we houden een dopje aan. Zo noemen wij de gele overdekte ronde taxiscooterjes, die je hier overal ziet rijden. Heel grappig zijn ze. Je kunt met z’n tweeën achterin. De chauffeur probeert ons natuurlijk onderweg een rondje stad aan te smeren, maar daar hebben we geen zin in.
Vanaf het hotel lopen we de winkelstraat in die ertegenover zit, om een eettentje uit te zoeken voor de lunch. Laten we hopen dat we een redelijke vinden, aangezien Cuba, en vooral Havana, niet bekend staat om z’n goede keuken. En dat is nog aardig omschreven. We vinden een muffige pizzeria. Eigenlijk wil ik hier niet naar binnen, maar Bas haalt me over. Achteraf zijn de pizza’s best lekker! Eindelijk een beetje iets met een vertouwde smaak naar binnen gekregen. Na het eten lopen we nog wat verder de straat in en horen een leuk bandje spelen. Dat is hier zo leuk! Zo wat op elke hoek van de straat staan er mensen muziek te maken. Heel gezellig. We gaan naar binnen en drinken wat. We zijn de enige hier, dus ze spelen zelfs verzoeknummers, haha. En uiteindelijk gaan we ook nog met ze op de foto. Leuk. Als we achteraf hun CD niet kopen, spelen ze ook geen noot meer. De liefde is meteen over.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Ik ga hier nog even plassen. Er zit een oud toiletjuffrouwtje voor de wc deur te wachten op klandizie. Ze wil graag 1 peso ontvangen. Wel veel dus voor 1 plasje. Maar, ik krijg er wel maar liefst drie velletjes WC papier bij voor die prijs, haha. Stel je voor dat ik niet alleen hoefde te plassen…
Nu willen we douchen! Heel graag douchen! We voelen ons namelijk echt vies door het zweten en de omgeving.

Cuba 2009

Cuba 2009
In het Cuba boek heb ik gelezen over een Italiaans restaurant met positieve omschrijving. De kok is zelf Italiaans dus dat moet goed komen met het eten. Het restaurant zit onder een hotel Capri. Het is best wel ver weg, dus we bedenken dat we het eerste stuk lopen en voor de rest nemen we een dopje. Zo gezegd zo gedaan. De chauffeur, die overigens dezelfde is als van vanmiddag, alleen hij kent ons niet meer, zet ons af en vraagt; “You really want to stop here, hotel Capri is closed.” Haha nee toch? Grapje. Maar nee, helaas geen grapje. Het gebouw dat vroeger hotel Capri was, is omringd door hekken. Dus het restaurant kunnen we ook wel vergeten. Maar we hebben net 6 pesos afgetikt, dus we blijven hier wel even rondzwerven op zoek naar wat anders. Onderweg komen we een ander restaurant tegen; La Roca. De staat ook in het boek dus die zal dan ook wel goed zijn. Eenmaal binnen ziet het er inderdaad heel goed uit. De obers en de serveersters zijn mooi gekleed, en is geheel is gewoon best chique. Nou wat een geluk, toch nog wat gevonden in deze omgeving.
Vooraf nemen we parmaham en een mandje brood met aioli. Echt zo lekker hebben we de laatste dagen niet gegeten! Als hoofd neemt Bastiaan een soort biefstuk op spies en ik neem een gordonblue van kip. Helaas is deze laatste niet zo geslaagd. Tot drie keer toe moet ik ‘m terug sturen naar de keuken, omdat de kip gewoon nog roze is van binnen. Dat kan natuurlijk niet, maar dat hebben ze hier niet zo in de gaten geloof ik. De derde keer dat ik de kip terug krijg, ben ik er wel klaar mee. Bas is allang klaar met eten dus dan is het ook niet meer zo gezellig. Jammer.
We gaan met een gewone taxi terug naar het hotel en nemen hier nog een slaapmutsie.

Maandag 31 augustus

Dan is vandaag toch echt de dag dat we de sigarenfabriek gaan bezoeken! Zonder ons te laten aanspreken door vreemde mensen. Op de weg ernaartoe worden we om de paar meter aangesproken door mannen die (nep)Cohiba’s aan ons willen verkopen voor weinig geld. Op het laatst worden we er echt gek van. Zelfs als we binnen zijn in de fabriek staan ze op een hoekje: “Pssssttt! Sigars Cohiba’s Come look!! Cheap!!” NEEEE!!!

Cuba 2009
De volgende tour in het Engels is pas over ruim een uur. Hmm. Dan lopen we nog even terug en gaan nog een keer de bustour van gisteren doen, die hebben we toen niet helemaal afgemaakt. Even lekker uitwaaien op het dak van de bus, want het is weer lekker heet vandaag.

Cuba 2009

Cuba 2009

Ruim een uur later staan we weer bij de fabriek. We mogen geen fototoestel meenemen, das jammer. De gids neemt ons mee. Er werken in totaal 700 mensen in het gebouw, verdeeld over zo’n 6 afdelingen. De verschillende bekende merken, zoals Montecristo, Cohiba en Romeo y Juliette, worden hier geproduceerd. Iedere afdeling doet een ander deel van de productie. Eerst worden alle tabaksbladeren geteld en gesorteerd op kwaliteit. Op de volgende afdeling worden ze per baal gewogen. De bladeren die het mooist zijn, worden gebruikt voor de buitenkant van de sigaar. Deze bladeren zijn ook het meest kostbaar. Vervolgens wordt op afdeling drie de binnenkant vakkundig tot een cilindervorm gerold. Echt mooi om te zien. Dan gaan ze in een speciale pers, waar ze een bepaalde tijd in moeten blijven om helemaal tot vorm te komen. Daarna wordt het blad voor de buitenkant uitgesneden en dit wordt om de ‘binnenkant’ heen gerold. Een heel klein rondje wordt vervolgens uitgesneden voor het puntje van de sigaar. En deze wordt er met een soort lijm gemaakt van gom en rijst, op geplakt. Wat kunnen ze dat goed ook, ongelofelijk. Allemaal even strak. Een leek ziet het verschil niet.
Maar de mensen hier zien het verschil wel, want op de volgende afdeling wordt naar de kwaliteit van de gerolde sigaren gekeken. Als de sigaren door deze ronde heen komen, worden ze steekproefgewijs geproefd. Het lijkt een leuke baan, maar je moet wel verplicht de hele dag sigaren roken. Pfff.
Als laatste worden ze de in de doos gelegd, op kleur. Het is dus echt een heel werk vanaf het moment dat het tabaksblad binnenkomt tot het moment dat de sigaar in de doos gelegd wordt. Omdat het soms wel eentonig werk is, wordt tussendoor de krant voorgelezen of de radio staat aan. Afgekeurde sigaren trouwens, mogen de werknemers zelf oproken of meenemen naar huis. Daar komt ook het aanbod op straat mede vandaan, denk ik. Nooit kopen op straat dus, deze kwaliteit is niet, of minder goed. Moet ik zeggen dus… Maar goed, al doende leert men zullen we maar zeggen.
Na deze leerzame rondeleiding, vinden wij het wel weer tijd geworden voor een ‘lekker’ Cubaans hapje. Van de week tijdens het lopen heb ik ergens een restaurant/bar gezien waar ze ook sandwiches en hamburgers hebben, dus daar lopen we heen. Bastiaan neemt een hamburger met friet (wat later gekookte aardappels blijken) en ik een broodje chorizo/ queso. En een biertje om de boel snel weer weg te spoelen. 😉
Hierna lopen we nog even de winkelstraat in om nog ergens wat muziek te luisteren. Onderweg komen we een man tegen met een hond. Ik zie ineens dat hij als riem een snoer van een telefoon gebruikt, en nog gekker, in zijn hand heeft hij de hoorn vast. Om te gieren! “Moet je nou kijken Bas!! Die vent laat zijn hond uit aan een telefoonsnoer! Hahaha effe stiekem een fotootje maken!” De man heeft natuurlijk allang in de gaten dat wij naar hem staan te kijken en hij gebaart dat ik dichterbij moet komen met de camera. Ok! Hij pakt die hond aan een pootje vast en legt hem op de grond met de hoorn tegen zijn oortje. Dat heeft ie dus vaker gedaan want doe hond geeft geen kick. Als die man die hond nog een paar poses aan heeft laten nemen, vind ik het genoeg. En een beetje zielig toch wel. Hij vraagt om geld. Ik geef hem een tube tandpasta. Dan kan hij die drie tanden in z’n mond fris houden. Hihi.

Cuba 2009

Cuba 2009

Ik loop weer terug naar Bas. We willen een barretje in lopen, als de man met de hond weer onze kant opkomt. Bastiaan moet mij, hem en de hond op de foto zetten, is de bedoeling. Ik moet dan de hoorn vasthouden. Ok, vooruit dan maar eventjes. Hij geeft me die vieze gore hoorn in de hand en ik houd ‘m voor m’n oor. De man pakt de hond vast en Bas begint foto’s te maken. Het ziet er niet uit! Ik met die man en die hond, haha. En wat denk je dat die vent ook nog doet? Hij pakt het pieletje van die hond voor de grap vast! Nou dat is toch niet normaal! Ik weet niet waar ik kijken moet en ondertussen ligt Bas helemaal krom van het lachen vanachter de camera. Tjezus!!! Ok klaar nu! Arme hond! Nou ja, hij is waarschijnlijk niet anders gewend dat beest.. Heb ik weer hoor.
En nu echt heel snel dat barretje in Bas! “Je had die kop van jou moeten zien”, sputtert hij door. “Jaha, weet ik veel dat ie dat ging doen!!”
Na nog wat winkeltjes te hebben bekeken komen we aan het einde van de middag terecht bij een net uitziend terrasje in een mooie straat. Hier gaan we ff een Cuba Libre drinken. De bediening is ook heel aardig. Alleen als we de drankjes krijgen zit er haast geen rum in. Ja, want we zijn inmiddels kenners geworden weet je. Ik vraag de serveerster of er wat bij mag. Prima. Nu is ie goed. Als we willen betalen blijkt waarom er zo weinig rum in zat, het kost maar 1,25 pesos per glas. Hier blijven we dus nog even zitten, dat snap je. We blijven eigenlijk zo lang hangen dat we bedenken hier ook maar te blijven eten. We zagen net namelijk lekkere spaghetti voorbijschuiven. We bestellen het bij de ober. Eerst krijgen we nog een schaal broodjes. Lekker. Als we dan ook nog een overheerlijk soepje krijgen, denken we dat het niet goed gaat; “We ordered only spaghetti?” “Yes this is included”, zegt de ober. Ok als we dan maar wel genoeg geld hebben!  
Uiteindelijk gaan we helemaal volgegeten en gedronken weg voor maar 16,50 pesos. Koopje niet? En lekker ook voor de verandering!
Eenmaal terug in het hotel beginnen we rustig aan met pakken. Dit is onze laatste dag hier namelijk. Morgenochtend gaan we naar Varadero om de laatste vier dagen van de vakantie lekker te relaxen. Heerlijk! We hebben er allebei zo’n zin in!

Dinsdag 1-, woensdag 2-, donderdag 3- en vrijdag 4 september

We vertrekken vroeg, een uurtje of acht deze morgen. Dan liggen we op tijd op het strand. We checken uit en stappen in de auto.
Havana uitkomen is moeilijker dan Havana inkomen, moeten we toegeven. Maar gelukkig bereiken we uiteindelijk de weg naar Varadero. Het is geen Autopista, iets kleiner, maar het rijdt aardig.
We rijden Varadero binnen. Bastiaan, onze enige echte Geocache fanaat, wil willens en wetens zijn Geocoin hier achter laten op Cuba. Omdat dit niet is gelukt in Havana, heeft hij als back up een paar caches uitgeprint voor hier. We rijden er in de buurt volgens de GPS. De cache heet “Mi Casa”. Het piepje gaat vlakbij een huis. Dat zal Mi Casa wel zijn dan. Maar er is gewoon iemand thuis. Hoe kun je dan zoeken?! Bastiaan stapt uit de auto en de bewoonster komt naar buiten. “Geocache” Vraagt hij aan de vrouw? Eerst hoort ze het niet zo goed maar als hij het nog een keer vraagt hoor ik: “Si si!!” Ze loopt naar binnen en komt buiten meet een doosje met allerlei geocoins en kleine speelgoedjes. Of we even binnen willen komen. Haha wat een grap dit zeg. Leuk hoor!
De vrouw spreekt natuurlijk alleen Spaans, maar we begrijpen dat haar man (of haar schoonzoon, kan ook) van Duitse afkomst is, en dat hij de cache hier heeft gemaakt. We krijgen koffie en water en we praten gezellig wat. Bastiaan verruilt zijn coin met die van iemand anders die hier is geweest en dan gaan we weer op pad.

Cuba 2009

Cuba 2009

Nu moeten we toch niet ver weg meer zijn van ons hotel; Paradisus. Paradijs dus, dat klinkt alleen al geweldig. Het is een lange weg die we af moeten rijden, dan zouden we er moeten komen. Na een half uur rijden komen we ook inderdaad Hotel Paradisus tegen. We rijden het erf op en pakken de auto uit. Met koffer en al rijden we naar de ingang. We worden aangehouden door een man met een gastenlijst. Onze namen staan er niet op. Hmm dat is vreemd, dat kan gewoon niet. We laten de koffers even staan en lopen door naar de receptie. Hier horen we dat er twee hotels zijn die de naam Paradisus dragen, en dat wij dus niet bij het goede hotel staan nu. Natuurlijk. Zelf op het laatst gaat er nog wel weer wat mis bij ons. Hoe kom je er ook op om in een plaats twee hotels dezelfde naam te geven? Ik kan hier niet bij hoor. Maar goed we pakken de boel wel weer in. Bas is inmiddels ook een beetje zijn geduld kwijt. We krijgen aanwijzingen waar ons hotel moet zijn. Ongeveer vijf minuten van hier, na een politiepost rechts. Het is ook goed dat we die aanwijzingen kregen, want er staat dus geen enkel bordje dat ons lijdt naar deze weg. Na nog een keer vragen rijden we de goede kant op, denken we. Het rottige is namelijk, we komen bij de leverancieringang in plaats van de ingang voor de gasten. Er hangt een touw dus we kunnen er niet door. De man die verantwoordelijk is voor deze ingang laat ons er ook beslist niet door. We moeten helemaal terugrijden en een andere weg inslaan, dan komen we bij de goede ingang. Dit terwijl de ingang voor ons op vijf meter afstand is, echt waar. Alleen niet via de officiële weg dus. Heel heel heel flauw. Maar goed, dan rijden we wel weer om joh. Als we eindelijk wel de goede ingang hebben gevonden, begint gelukkig het echte paradijs. Want het is hier mooi, heel mooi! En nog luxer dan ons relaxhotel aan het begin van de vakantie. We moeten even een uurtje wachten tot de kamer klaar is, maar dat is niet zo’n probleem hoor. We wachten wel op het strand. Wit zand en lichtblauw water, daar word je niet chagerijnig van toch? Hier redden we het wel de komende dagen denk ik zo. Hhhmmm.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

We gaan elke dag bijtijds uit bed om lekker vroeg op het strand neer te strijken. Beetje lezen, beetje zonnen, beetje luieren. Tussen de middag een lekkere lunch in het restaurant aan het strand. Na het strand nog even lekker een drankje aan de bar in het zwembad. Ja, die hebben ze hier ook! Werkelijk, het is hier heerlijk! Dus je begrijpt wel dat het binnen een mum van tijd vrijdagavond is. En in dit geval betekent vrijdagavond: inpakavond.

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Cuba 2009

Zaterdagochtend om half elf worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. De lange reis naar huis gaat helaas beginnen.
Cuba. Wij zullen dit geweldige, indrukwekkende, mooie, gastvrije, arme, communistische en soms vieze, verkeersbordloze eiland in ieder geval nooit vergeten. Het was top!

Joyce

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *